Via ‘AI for Earth’ ondersteunt Microsoft projecten die gebruikmaken van artificiële intelligentie om te bouwen aan een duurzamere toekomst. Zelf zo’n innovatief project in gedachten? Stuur het in!
Artificiële intelligentie is niet meer uit ons leven en onze economische, ecologische en technologische debatten weg te denken. Ook op filosofisch en ethisch vlak is het een hot topic. Het is een technologie — van zogenaamde zwakke tot sterke AI — die zowel fascineert als verontrust. En terecht. Want in de toekomst lijkt een samenleving van mens en machine onvermijdelijk te worden. De verschillende technologische ontwikkelingen van de afgelopen jaren (krachtige algoritmes, machine learning, cloud computing, big data enz.) hebben tal van applicaties in de meest uiteenlopende sectoren in het leven geroepen: van zelfrijdende auto’s over robotlogistiek tot de medische sector, onderwijs en financiën. Maar AI kan ook een belangrijk instrument zijn om de klimaatuitdagingen aan te pakken.
Microsoft als pionier
Met zijn programma ‘AI for Earth’, dat zich uitstrekt over vijf jaar en waarvoor een budget van 50 miljoen dollar werd uitgetrokken, richtte het bedrijf uit Redmond — dat zich in het verleden al bezighield met een verantwoorde aanpak van zijn eigen datacenters (misschien in de toekomst wel onder water?) – zijn aandacht op de kwestie van een duurzamere toekomst voor onze planeet ... met behulp van technologie. De bedoeling van Microsoft? Het potentieel van AI ten volle benutten ten dienste van het milieu. Concreet vertaalt dat zich in steun aan allerlei uiteenlopende spelers – milieugroeperingen, onderzoekers, bedrijven enz. – die zich bezighouden met vier grote thema’s: landbouw, water, biodiversiteit en klimaatverandering. Microsoft ondersteunt met zijn programma dus projecten die werken aan duurzame oplossingen door gebruik te maken van de immense (en nog onbenutte) voordelen van data science: artificiële intelligentie, machine learning en cloud computing.
Financiële en technologische middelen
In de vorm van een oproep tot het indienen van projecten stelt ‘AI for Earth’ de laureaten financiële steun ter beschikking, afhankelijk van het project in kwestie. Het geeft hen ook gratis toegang tot de laatste nieuwe spitstechnologie, meer bepaald via het cloudcomputingplatform Microsoft Azure en een virtuele tool om gegevens te analyseren en exploiteren. Daarnaast ontwikkelde Microsoft ook twee API’s (application programming interfaces): de eerste brengt de bodembedekking op aarde in kaart, de tweede levert een classificatie van diersoorten op aarde. Uiteraard is die aanpak van de Amerikaanse technologiereus een manier om zijn eigen ‘huismerken’ op te dringen, maar tegelijk is er geen twijfel mogelijk dat het initiatief de laureaten de kans biedt om hun projecten in een stroomversnelling te brengen en de impact ervan te vergroten.
Ruim 300 gelanceerde projecten
Intussen sloten al verschillende organisaties, zoals de Leonardo DiCaprio Foundation en de National Geographic Society, zich voor speciale thema-edities van het programma aan bij ‘AI for Earth’, waardoor het nu al 371 ‘beurzen’ toekende in ruim 60 landen, waaronder drie in België: Breathe-IT, dat inzicht tracht te krijgen in de werking van bossen en de impact van de klimaatverandering op de oogst; een project van de Universiteit Gent dat de gezondheid van vee opvolgt; en Senhive, een zelfwerkende detectieoplossing die bijvoorbeeld bosbranden zelfstandig opspoort. Ook in de rest van de wereld zijn er tal van initiatieven die toegang hebben tot de AI-tools van Microsoft. Het gaat dan in veel gevallen om grootscheepse projecten, bijvoorbeeld ter bestrijding van stropers, om muggen te monitoren, met uitsterven bedreigde diersoorten in kaart te brengen, te helpen bij het behoud van bossen en community’s rond natuurobservaties op te bouwen.
Waag je kans!
In december 2018 werden uit zo’n 200 aanvragen een tiental nieuwe projecten geselecteerd die een totaal bedrag van 1,28 miljoen dollar onder elkaar mogen verdelen. Vier keer per jaar mogen projecten worden ingestuurd. De volgende indieningsdata zijn 7 juli en 7 oktober. En dan is er nog de ‘innovatie’-editie in samenwerking met de National Geographic Society, waarvoor projecten mogen worden ingediend tot 9 oktober. De gesteunde projecten moeten aan één voorwaarde voldoen: ze moeten een niet-opgeloste problematiek aanpakken en de manier veranderen waarop mensen en organisaties de ecosystemen op aarde controleren, vormgeven en beheren. Tijd dus voor actie. Want hoewel de resultaten van die initiatieven niet altijd meteen zichtbaar zijn en soms verbrokkeld lijken, maken vele kleintjes samen een groot.
06.04.2018
Artificiële intelligentie: de toekomst is nu!
De meningen over artificiële intelligentie zijn verdeeld. Optimisten zien de technologie als een echte groeimotor. Tegenstanders denken dan weer dat er mogelijk massaal banen zullen verdwijnen. Daartussen liggen nog tal van andere meningen. Maar welke precies? Dat vroeg beroepsorganisatie UCM aan haar leden.
Om een beter beeld te krijgen van de uitdagingen en opportuniteiten rond artificiële intelligentie (AI), wijdde de Union des Classes Moyennes (UCM) onlangs een studie aan deze technologie. Iedereen is het er over eens dat artificiële intelligentie de komende jaren steeds meer in ons dagelijkse leven aanwezig zal zijn. Maar zijn de Belgische bedrijven klaar voor deze revolutie? Hoe zien zij de komst van AI? Nemen de bedrijfsleiders maatregelen om de voordelen ervan te benutten? De UCM deed enkele opvallende vaststellingen.
Nog maar weinig aanhang
Slechts 9% van de Waalse en Brusselse kmo's integreert artificiële intelligentie en amper 5% geeft aan dat 'binnenkort' te gaan doen. Een zwak resultaat, zeker als je weet dat de helft van de bedrijfsleiders ook nog eens vindt dat AI "nutteloos en niets voor hen" is. En hoe zit het met de perceptie? Een derde van de bevraagde ondernemers ziet deze technologie als een opportuniteit en 25% zegt "eerder ontvankelijk" te zijn voor de impact ervan. Uit de resultaten van de studie blijkt ook dat bijna 14% van diezelfde ondernemers AI als een bedreiging beschouwt en 17,3% zelfs als een risico. Nog verrassender is dat bijna 75% van de kmo's denkt dat AI geen gevolgen zal hebben voor hun personeelsbestand, ook al overweegt toch iets minder dan de helft om de opleidingen voor het personeel te herbekijken. Een laatste interessant gegeven is dat een derde van de ondervraagde kmo's de opkomst van AI zou willen afremmen via "belastingen op robots en/of algoritmes" om de tewerkstelling van mensen te bevorderen.
Onmisbare stimuli
Het rapport van de UCM onderstreept eveneens dat de meeste kmo's (57,8%) betere informatie zouden willen, en dan vooral toegepast op hun sector. Dat komt volgens de UCM omdat AI een verschillende impact zal hebben naargelang de betrokken sector. Daarnaast vragen bedrijven ook overheidssteun voor investeringen (37,5%). De digitale revolutie, en deze technologie in het bijzonder, brengt in de meeste gevallen immers grote kosten met zich mee. Om bedrijven te helpen die uitdaging aan te gaan, benadrukt het onderzoek ook het belang van financiële steun bij de opleiding van het personeel (20,7%) en van adviescheques (16%). Belangrijke resultaten, want volgens adviesbureau Accenture staat België helemaal onderaan de lijst op het vlak van de verwachte productiviteitsstijging door deze technologie. Verschillende landen zijn immers al actief aan de slag: volgens het Indiase bedrijf Infosys heeft 86% van de organisaties met 500 tot 5.000 werknemers al ingezet op AI.
AI: geen sciencefiction meer
Volgens de UCM "is de bedoeling van AI de 'redeneercapaciteit' van het menselijk brein te kopiëren, zonder de biologische capaciteiten ervan". Accenture definieert AI dan weer als "een geheel van technologieën waarmee machines kunnen waarnemen, begrijpen, handelen en leren, vanuit zichzelf of om de menselijke activiteit te verrijken". Volgens Thierry Geerts, CEO van Google België (die ook door de UCM werd bevraagd), lijkt de opmars van AI op de revolutionaire komst van de computer in de jaren 80. De toekomst van de bedrijven zal flink veranderen, dat is zeker. Maar hoe zal die 'nieuwe wereld' eruitzien? Er bestaan voorbeelden genoeg om deze toch wel nabije toekomst te schetsen. Denk maar aan superintelligente virtual assistants, predictive analytics dankzij machine learning, reasoning bots, automatische vervoermiddelen, enz. Om die uitdagingen te kunnen aangaan, moeten bedrijven zich voorbereiden op de integratie van artificiële intelligentie, want zoals de Franse filosoof Maurice Blondel ooit schreef: "l'avenir ne se prévoit pas, il se prépare"!
02.05.2019
CO2 neutraal worden, het kan nog
De klimaatexperts delen dezelfde mening: de uitstoot van CO2 moet zo snel mogelijk verminderen. Een opvang van CO2 figureert tussen de mogelijke oplossingen, maar staat nog in de kinderschoenen. Wij hebben een rol te spelen!
CO2 is niet alleen een reststof die in de atmosfeer wordt gelost na verbranding van fossiele brandstoffen, het kan ook dienen als grondstof. Het capteren, opslaan of hergebruiken van CO2 biedt dan ook heel wat kansen voor de strijd tegen de klimaatopwarming.
“Kennisdelen is een belangrijk deel van de opdracht van het SBCC”, vertelt initiatiefnemer Aymeric Olibet van het Sustainable Business Competence Centre. “We moeten meer dan ooit met onze klanten praten over de klimaatrisico’s, de energietransitie en duurzaamheid in het algemeen. Het delen van kennis en best practices en het samenbrengen van de diverse experts speelt daarin een sleutelrol”.
Nog 10 jaar
Dat het hoog tijd is om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen, werd overvloedig geïllustreerd door Xavier Pouria, klimaatwetenschapper bij ECORES. Zijn boodschap is heel duidelijk: “we hebben nog 10 jaar om deCO2-uitstoot drastisch naar beneden te krijgen, willen we de temperatuurstijging op aarde beperken tot 1,5 graden Celsius. En dat is nodig om te vermijden dat het ecosysteem op aarde ongecontroleerd wijzigt waardoor steeds meer oogsten mislukken, de visvangst verder daalt, extreme weersituaties frequenter voorvallen, met de bijhorende gevolgen op sociaal en geopolitiek vlak”.
Streven naar een volledige zero emissie van CO2 tegen 2050 is volgens hem de enige duurzame oplossing voor de klimaatproblematiek. En dat kan op drie manieren: het globaal energieverbruik verlagen, een transitie naar carbon neutrale energieproductie stimuleren en het uit de lucht halen en stockeren van CO2 in materialen, in biomassa (energie) of in de natuur (bomen of onder de grond).
CO2-industrie in opmars
Damien Dallemagne van CO2 Value toonde aan dat er zich stilaan een industrie ontwikkelt rond het opslaan en gebruiken van CO2. Zo wordt vandaag CO2 al gebruikt als grondstof voor beton of bouwstenen. Jan Theulen van Heidelberg Cement schetste hoe zijn onderneming CO2 uit de cementfabrieken recupereert en opnieuw gebruikt in de productie van cement.
Stanislas Vandenberg van TOTAL legde de plannen van de energiereus uit om CO2 op te slaan in oude gaswinningssites in Noorwegen en de UK. En Daniel Marenne van ENGIE illustreerde hoe CO2 kan worden gerecycleerd om brandstof te produceren of gebruikt als basisgrondstof voor de chemische sector.
Christoph Beuttler van Climeworks presenteerde zijn technologie om CO2 direct uit de lucht te halen en te verkopen aan industriële klanten uit de landbouw- en voedingssector of de automobielindustrie. Volgens hem wordt CO2 opgevangen in de industrie, in de toekomst mogelijk een schaarse grondstof en hebben we er alle belang bij om het rechtstreeks uit de lucht te halen.
Carbon offset voor bedrijven
Sebastien Nunes, CEO van ClimateSeed kwam tot slot hun initiatief voorstellen. ClimateSeed is een platform dat bedrijven en lokale autoriteiten die hun CO2-uitstoot willen compenseren samenbrengt met projectontwikkelaars die duurzame projecten implementeren om CO2-uitstoot te vermijden of te capteren. Deze online marktplaats is een initiatief van de Groep BNP Paribas om de vrijwillige handel in emissierechten transparanter en sneller te maken.
Alle experts waren het eens over één ding: Carbon Capturing & Storage is noodzakelijk om de objectieven te halen, maar de industriële verwerking van CO2 staat nog in zijn kinderschoenen.
Hoe kunnen wij als bedrijf bijdragen aan de eliminatie van koolstof en het creëren van een markt voor CO2-producten? Laten we erover praten! Ontdek ook de voordelen van ons Sustainable Business Competence Centre.
28.05.2019
Businessmodellen als redmiddel voor de oceanen
Plastic is een handig en veelzijdig materiaal, maar het vormt een heuse uitdaging voor ons leefmilieu. Zeker voor de oceanen. De inzet voor onze planeet is hoog en daar pikken innovatieve start-ups graag op in.
Een overduidelijke vaststelling
De mens produceert elk jaar 400.000 miljoen ton plastic, waarvan slechts 18% wordt gerecycleerd. Bijna de helft van dat enorme volume is voor eenmalig gebruik: het zijn producten die de mens maar even gebruikt, maar die wel nog honderden jaren lang blijven doorwegen op onze planeet. Onze zeeën en oceanen zijn daar het grootste slachtoffer van en zouden meer dan 150 miljoen ton van dat afval bevatten. Dat komt door de miljoenen tonnen – tussen 5 en 12 miljoen per jaar – die in het water worden geloosd en zo onherstelbare schade veroorzaken aan onze ecosystemen en de fauna en flora in het water.
Van groen naar 'blauw'
Aan die situatie moeten we uiteraard iets doen. En dat hebben ook enkele start-ups en bedrijven begrepen die hun businessmodellen uitbouwden rond deze uitdagingen. Zij beseffen maar al te goed dat een groene economie alleen waarschijnlijk niet meer volstaat om de dingen in beweging te krijgen. De oplossing? De overstap naar 'blauw'. Die notie werd bedacht door de Belgische ondernemer Gunter Pauli, onder meer in zijn boek 'The Blue Economy 3.0'. Het idee? De kwesties rond regeneratie aanpakken en daarbij veel verder gaan dan alleen bescherming en behoud. Met andere woorden: we moeten van de milieu-uitdagingen ook echte economische opportuniteiten maken. Die uitdagingen zijn immers een unieke kans om groei, waarde en jobs te creëren.
Bijvoorbeeld?
Verschillende bedrijven storten zich in het avontuur en ontwikkelen activiteiten die gericht zijn op de milieu-uitdagingen en met name de uitdaging van het plastic in onze oceanen. Dit zijn enkele concrete voorbeelden:
- Minder plastic gebruiken
De Belgische start-up B-Cap ontwikkelde een navulbare capsule die je als een dop op de hals van een fles draait en waaruit vervolgens geconcentreerde actieve componenten vrijkomen. De bedoeling? Dankzij deze uitvinding zouden we een pak minder plastic flessen gebruiken. Een andere plaag voor ons milieu zijn plastic rietjes. Daar heeft de Taiwanese start-up 100% ZHI iets op gevonden met zijn rietjes van koffie en zoete aardappel. Ook het Belgische bedrijf DoEat gaat voor 100% eetbare verpakkingen, die worden gemaakt van aardappel, water en bostel. En dan is er ook nog Loliware, een Amerikaans bedrijf. Loliware wil plastic dat eenmalig wordt gebruikt, vervangen door eetbare materialen die worden vervaardigd uit algen.
- Afval recycleren of revaloriseren
Bureo is een Californisch bedrijf dat zich op een ander probleem van formaat heeft gestort. Elk jaar opnieuw gaat er immers meer dan 640.000 ton aan visnetten verloren in de zee. Bureo recupereert die netten en verwerkt ze tot producten zoals skateboards of zonnebrillen. En Bureo staat niet alleen: ook het Belgische bedrijf b-token pakt deze vorm van afval aan en zet het om in munten. Een ander jong Belgisch bedrijf is w.r.yuma. Zij recupereren gebruikt plastic en maken er met behulp van 3D-printers zonnebrillen van.
En we blijven in de modewereld: G-Star sloeg de handen in elkaar met Parley en Bionic – en kreeg daarbij de steun van Pharrell Williams – om jeans te verkopen gemaakt uit gerecycleerd plastic. De start-up Awake Watches produceert op zijn beurt duurzame horloges vanuit een gelijkaardig principe. Tot slot past ook het Australische BlockCycle in dit rijtje: dit bedrijf richt zich op de markt van de afvalvalorisatie via de blockchaintechnologie.
- Onze oceanen en zeeën schoonmaken
We blijven bij hetzelfde onderwerp: United By Blue werpt zich op als een ocean-friendly merk. De producten van dit Amerikaanse merk zijn zoveel mogelijk afkomstig van gerecycleerde materialen, maar het bedrijf belooft vooral om voor elk verkocht product zijn steentje bij te dragen aan de schoonmaak van de zeeën (een halve kilo afval). Ook Sodastream, het bedrijf dat bekend is van zijn toestellen om thuis koolzuurhoudende drankjes te maken, komt met een gelijkaardig project. Sodastream bouwde immers een installatie om plasticafval aan de Caraïben op te ruimen.
Ook het ecologische initiatief Seagual zet zich in om het plastic uit onze oceanen te ruimen en te valoriseren. Daarnaast zijn er ook oplossingen zoals AutoNaut, een autonome boot die op zee kan navigeren om de fauna en flora te beschermen tegen illegale visserij en vervuiling. De recente tegenslag van een van de pioniers in de schoonmaak van onze zeeën, de start-up Ocean CleanUp, bevestigt echter dat de strijd tegen plastic verre van eenvoudig is en een meervoudig antwoord vereist ...
Voortdurende inspanningen
Het behoud van onze oceanen kan en moet nog een stap verder gaan. Zoveel is duidelijk. Er duiken dan ook steeds meer initiatieven op: bijvoorbeeld rond een duurzamer beheer van de visvangst (traceerbaarheid, sortering enz.) of rond technologische oplossingen voor het beheer van offshoreprojecten. Tot slot zijn er natuurlijk ook nog de meer structurerende acties zoals Ocean Tech in Frankrijk of de Sustainable Ocean Alliance die onder meer de opkomst van nieuwe start-ups die actief zijn voor onze zeeën, wil stimuleren ...
25.06.2024
Uw transitie opstarten met Climact
Hoe zet u de eisen van de energietransitie om in strategische kansen? “Door pragmatisch en zorgvuldig te werk te gaan”, vertelt onze partner Climact.
“Wij bieden bedrijven begeleiding en advies op weg naar maturiteit op het vlak van de uitdagingen rond de klimaatopwarming. En dat houdt in dat we met een aantal eisen aan de slag moeten, zoals de duurzaamheidsrapportering die de Europese CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) oplegt”, vertelt Jerome Meessen, Associate Partner bij Climact. “Wij zien erop toe dat bedrijven daar zelf ook toegevoegde waarde uithalen. De meest tastbare voordelen voor hen zijn een vermindering van hun energiekosten en/of de verbeterde veerkracht van hun leveranciers en klanten in het licht van de klimaattransitie. Daarin gaan we zorgvuldig en pragmatisch te werk. Zorgvuldig, want we baseren ons op cijfers en passen erkende methodes toe, zoals het Greenhouse Gas Protocol voor de berekening van de koolstofvoetafdruk, zonder in greenwashing te vervallen. En pragmatisch, want we houden altijd rekening met de realiteit van het bedrijf in kwestie.”
Een traject in 5 stappen
Maar hoe begeleidt Climact bedrijven en overheidsorganisaties concreet?
Jerome Meessen: “Om te beginnen, helpen we hen duidelijk zicht te krijgen op de uitdagingen van de klimaatverandering waar ze nu of in de toekomst mee te maken krijgen. Dat doen we door de kansen en risico’s in kaart te brengen, zoals de gevolgen van een hoge koolstofprijs of het risico op een overstroming in een productievestiging. Op basis daarvan evalueren we hun huidige impact, om te komen tot de koolstofbalans van hun activiteiten. De volgende stap is de toekomstvisie: samen met de bedrijven bepalen we duurzaamheidsdoelstellingen, waarbij we ons baseren op de internationale standaarden van de Science Based Targets. Vervolgens helpen we hen om een concreet transitieplan op te stellen en in de praktijk te brengen, bijvoorbeeld door hen te helpen de inhoud en de specifieke kenmerken van een contract voor de aankoop van groene energie te bepalen. Tot slot begeleiden we bedrijven ook bij de communicatie over hun inspanningen, in lijn met de CSRD-vereisten.”
CSRD: administratieve rompslomp of strategische kans?
De CSRD is dit jaar in werking getreden, met een reeks rapporteringsregels die voor heel wat ondernemingen verplicht zijn. “Het doel van de richtlijn is te zorgen voor maximale transparantie over de stand van zaken rond de duurzaamheidstransitie van bedrijven”, legt Jerome Meessen uit. “De rapportering heeft betrekking op factoren in verband met ecologie, samenleving en goed bestuur (Environmental, Social, Governance – ESG). Zo’n rapport biedt daarmee ook aan externe spelers, met name de entiteiten die overwegen het bedrijf financiering te verstrekken, een objectief beeld van de al afgelegde weg, de klimaatambities en de blootstelling aan de risico’s van de klimaatverandering.”
“Dat rapport opstellen is een aanzienlijke administratieve last voor bedrijven”, horen we van Jérémy Robinet, coördinator van het partnerschap met BNP Paribas Fortis. “Je moet een gedetailleerde methodologie en precieze normen volgen, formulieren invullen, indicatoren aanleveren … Maar het is ook een prima aanleiding om een solide en gefundeerde transitiestrategie uit te werken die het bedrijf ten goede komt, ook qua reputatie. Met onze begeleiding winnen bedrijven tijd. Ze hebben de zekerheid dat hun rapport beantwoordt aan de reglementaire eisen, en hun ESG-aanpak krijgt waarde en zin.”
Climact, partner van BNP Paribas Fortis
Climact is een van de partners die BNP Paribas Fortis uitkoos om klanten te begeleiden los van de zuiver financiële kant van de zaak. “Op initiatief van de Relationship Manager van de bank gaan wij praten met bedrijven die vooruitgang willen boeken in hun energie- en duurzaamheidstransitie, specifiek op het vlak van hun decarbonisatiestrategie en om hun koolstofbalans op te stellen”, legt Jérémy Robinet uit.
Gilles Roumain, Sustainability Program Officer bij BNP Paribas Fortis en verantwoordelijk voor het partnerschap met Climact: “Via de samenwerking met Climact kunnen we onze klanten oplossingen aanreiken voor de decarbonisatie van hun activiteiten, en tegelijk onze eigen expertise op het gebied van decarbonisatie vergroten. Door hen die begeleiding aan te bieden, verkleinen we bovendien onze eigen koolstofvoetafdruk.”
“De bedrijven die de bank met ons in contact brengt, komen uit alle sectoren”, vertelt Jérémy Robinet nog. “Ze hebben een bepaalde minimale omvang, bijvoorbeeld een omzet van minstens 25 miljoen of een complexe toeleveringsketen. Het partnerschap heeft al geleid tot een 15-tal samenwerkingen, waaronder die met garagedeurfabrikant RE Panels.
We hebben hen in eerste instantie begeleid bij het opstellen van een koolstofbalans in overeenstemming met de Europese CSRD-verplichtingen. Daarop onderkende de directie het strategische belang van dat werk en vroeg ze ons om meer specifieke analyses uit te voeren, per product en productievestiging. Op die manier kon het bedrijf bepaalde ‘best practices’ op het spoor komen. RE Panels was opgetogen over onze aanpak. Voor elke doelstelling in de optimalisering van de koolstofvoetafdruk berekenden we de kosten, de winst en de nodige investering. Ze waren ook blij met de strikte afstemming op de internationale normen, want die is essentieel om greenwashing te voorkomen.”