De Société Publique de Gestion de l’Eau (SPGE) heeft een ‘Green Financing Framework’ gelanceerd en is haar eerste ‘Green Loan’ aangegaan bij BNP Paribas Fortis voor een bedrag van 20 miljoen euro.

Rekening houden met maatschappelijke en sociale uitdagingen wordt steeds belangrijker in onze samenleving en in het bedrijfsleven. Maar tussen woorden en daden zit vaak nog een kloof. Dat is niet het geval bij BNP Paribas Fortis en de Société Publique de Gestion de l’Eau (SPGE), de Waalse openbare waterbeheersmaatschappij.
20 miljoen voor groene projecten
De SPGE lanceerde haar ‘Green Financing Framework’ en ging een eerste ‘groene lening’ aan bij onze bank voor 20 miljoen euro. Een bedrag dat het voor de SPGE mogelijk maakt om geheel of gedeeltelijk projecten te (her)financieren die helpen om het afvalwaterbeheer te verbeteren, de CO2-uitstoot te verminderen of de installatie van zonnepanelen op de meeste waterzuiveringsstations uit te bouwen. Kortom, projecten die aansluiten bij haar missie om de opvang en verwerking van dit water en de bescherming van de watervoorraden in Wallonië te verzekeren.
« De bank toont nogmaals haar vastberadenheid om de bedrijven te begeleiden in hun overstap naar een meer duurzame realiteit »
Didier Beauvois, Head of Corporate Banking bij BNP Paribas Fortis
Een duurzaam kader en een beloning voor behaalde doelstellingen
Duurzaamheid zit verankerd in het DNA van BNP Paribas Fortis, dat verschillende ‘groene’ financieringsoplossingen ontwikkeld heeft om bedrijven aan te moedigen om duurzamer te ondernemen. Dit ‘Green Financing Framework’ stimuleert de SPGE om haar duurzaamheidsdoelstellingen te behalen en koppelt daar een beloning aan. Zonder in technische details te treden, komt het erop neer dat BNP Paribas Fortis de financieringsvoorwaarden verbetert als deze doelstellingen bereikt worden. Een onafhankelijke instantie ziet toe op de toewijzing van de fondsen, de naleving van het beheerskader en de rapportage over de ecologische impact van de investering.
Steun om deze doelen te bereiken
Op papier lijkt dit allemaal heel eenvoudig, maar hier is een CSR-aanpak voor nodig (Corporate Social Responsibility) die vrij lang en complex is om te implementeren. Deze aanpak kan ook een nieuwe strategie of zelfs een nieuwe structuur inhouden. Een betrouwbare en ervaren partner zoals BNP Paribas Fortis, die in elke fase ondersteuning biedt, is dus essentieel om een dergelijk project tot een goed einde te brengen.
12.11.2019
Blue is the new green, of hoe de oceaan ons dagelijks leven en uw bedrijf kan veranderen
Ligt de toekomst van onze planeet op de bodem van de oceaan? Die vraag stond centraal op het recente Academy Café van BNP Paribas Fortis Corporate Banking. Lees verder en ontdek de mening van de experts.
"Een betere gezondheid, een beter milieu en een beter leven. Dat zijn de drie dingen waar de samenleving naar verlangt. Goed nieuws: de blauwe bio-economie kan ons in staat stellen om dat ideaal te bereiken", verzekerde Pierre Erwes (Executive Chairman van BioMarine) al bij het begin van het Academy Café op 21 oktober. "Broeikasgassen, plastic in de oceanen? We hebben de nodige technologie om dat te overwinnen." Genoeg om meteen de nieuwsgierigheid te wekken van ruim 200 deelnemers die speciaal naar het Academy Café, georganiseerd door ons Sustainable Business Competence Centre, waren gekomen om er de beloften van de blauwe bio-economie te aanhoren.
Waarover gaat het?
"De blauwe bio-economie omvat alles wat in de oceanen leeft en dat we duurzaam kunnen produceren om dan te transformeren tot producten met grote meerwaarde", vat Pierre Erwes het samen. De sector is in volle expansie en zou een omwenteling kunnen teweegbrengen in uiteenlopende sectoren zoals de gezondheidszorg, de voedingssector, de plasticindustrie, de cosmetica, energie, en zelfs de ruimtevaart. De sector doet dat door de unieke eigenschappen van organismen zoals algen, zeesterren, kwallen of zeekomkommers te gebruiken.
Nog een schepje microalgen?
De waterwereld biedt tal van mogelijkheden, en zeker microalgen lijken bijzonder veelbelovend, vooral in de duurzame-voedingssector. Alexandra Mosch (Head of Algae Division bij Abar United en vicevoorzitter van European Algae Biomass Association) bracht de uitzonderlijke eigenheden van die micro-organismen naar voren: ze kunnen zichzelf vernieuwen en gedijen zowel in de woestijn als in de oceaan. Ze bevatten vooral ook heel wat gezonde bestanddelen, zoals eiwitten, waarmee voedingsmiddelen kunnen worden ontwikkeld. Op het einde van dit jaar zal je bijvoorbeeld zalm kunnen proeven die samengesteld is op basis van microalgen!
Een nieuw soort plastic
Praat je over de oceanen, dan is de plasticproblematiek nooit veraf. En met reden, want de mens produceert steeds meer plastic naarmate de wereldbevolking toeneemt. "Over 30 jaar zal de productie waarschijnlijk verdrievoudigd zijn", zegt Maria Stewart (Project Manager bij Plastic Innovation Competence Centre). "We moeten dus een nieuwe benadering vinden, door van bij de ontwerpfase van een product al meteen rekening te houden met het recyclingaspect, zodat de verschillende bestanddelen gemakkelijk kunnen worden gescheiden, en onderscheiden, in het volledige proces."
Maar Maria Stewart vindt dat we nog verder moeten kijken. "De toekomst behoort vooral aan plastic dat afkomstig is van biomassa", legt ze uit. "Dat materiaal is nu al in voldoende grote hoeveelheden beschikbaar en toch gebruiken we er amper de helft van. Ook de oceanen hebben veel te bieden. In de nabije toekomst zou de productie op grote schaal en het gebruik van slimme natuurlijke polymeren een omwenteling kunnen teweegbrengen in de plasticfabricage. Die polymeren kunnen zich vernieuwen en aanpassen aan hun omgeving. Het plastic van morgen zal dus totaal anders zijn dan dat van vandaag."
En hoe past de financiële sector daarin?
Tot slot waren alle experts het erover eens dat de financiële sector in die evolutie een belangrijke rol te spelen heeft, maar ook bereid moet zijn om risico’s te nemen. "We hebben het over innovatie en dat houdt uiteraard risico’s in", aldus Alexandra Mosch. "We hebben dan ook investeerders en de financiële sector nodig om het potentieel van de mariene biodiversiteit helemaal duidelijk te maken, vooral dan in de voedingssector. En dat kan alleen door te investeren in de productiesystemen, in onderzoek en ontwikkeling, en door het publiek meer duurzaamheidsbewust te maken, zonder in greenwashing te vervallen."
MEER INFO
De groep BNP Paribas bevestigde onlangs opnieuw dat ze zich ertoe verbindt de oceanen te beschermen en formaliseerde haar bereidheid daartoe via dit document.
ZELF ACTIE ONDERNEMEN?
Wilt u uw overgang naar een duurzamer businessmodel versnellen? Laat het ons weten en ontdek hoe ons Sustainable Business Competence Centre u kan helpen.
01.12.2023
Welke steun voor uw bedrijf?
De drie gewesten van ons land voorzien in een reeks subsidies voor bedrijven en zelfstandigen die investeren. Onze experten scheppen klaarheid en helpen u bij de indiening en opvolging van uw dossier.

De modaliteiten, bedragen en voorwaarden van investeringssteun verschillen sterk van gewest tot gewest. Welke regelgeving van toepassing is, hangt af van de ligging van de exploitatiezetel waar de investeringen worden gedaan. De maatschappelijke zetel heeft daar geen invloed op en kan in eender welk land gelegen zijn. Bovendien blijft een subsidieaanvraag een vrij zwaar administratief proces. Daarom zorgen onze experts voor alle stappen, van het indienen van de premieaanvraag tot het bekomen ervan.
Uitgebreid steunpakket in Vlaanderen
Vlaanderen kent verschillende soorten subsidies toe. De belangrijkste voorbeelden daarvan zijn de strategische transformatiesteun, de ecologiepremie, de strategische ecologiesteun, de kmo-portefeuille en de groeisubsidie.
Elke vorm van steun is gericht op verschillende soorten investeringen of bedrijven. Ook het subsidieniveau varieert sterk en gaat van 8% voor een strategische investering in een groot bedrijf tot wel 50% voor consultancykosten van een kmo.
Onze experten bekijken de verschillende subsidiemogelijkheden samen met u. Vervolgens brengen ze u in contact met een specialist van VLAIO, het Agentschap Innoveren & Ondernemen in Vlaanderen, die de fakkel van ons overneemt en u verder begeleidt bij uw aanvraag.
Klassieke en ecologische steunmaatregelen in Wallonië
In Wallonië zijn de investeringssubsidies voorbehouden voor bedrijven die actief zijn in een beperkt aantal sectoren. Activiteiten die niet in aanmerking komen, zijn bijvoorbeeld de detailhandel, de transportsector of de vrije beroepen.
De modaliteiten verschillen bovendien naargelang de grootte van het bedrijf. Kleine bedrijven moeten een bedrag van minstens 25.000 euro investeren. Voor grote bedrijven gelden hogere drempels en zij moeten investeren in een ontwikkelingsgebied.
Concrete voorbeelden van investeringen voor professioneel gebruik die in aanmerking komen, zijn onder meer de aankoop of de bouw van vastgoed, de aankoop van een terrein of de aankoop van nieuw bedrijfsmateriaal.
De basispremie varieert van 4% tot 6%. Verhogingen zijn mogelijk wanneer banen worden gecreëerd, bij een innovatieve aanpak, bij diversifiëring in het buitenland enz. Voor projecten die het gebruik van duurzame energie en de bescherming van het leefmilieu bevorderen, kunt u een hogere premie krijgen tot 20%.
Merk op dat u de aanvraag moet indienen voor u een definitieve verbintenis aangaat. Investeringen waarvoor u al een offerte hebt ondertekend, kunnen dus niet meer worden gesubsidieerd.
Onze experten begeleiden uw bedrijf met plezier bij alle stappen.
De overvloedigste subsidies in Brussel
De Brusselse premie voor (im)materiële investeringen of werken kan worden toegekend in de meeste sectoren. In totaal komt ongeveer 80% van de economische activiteiten in de hoofdstad in aanmerking voor subsidies. De twee grootste uitzonderingen zijn het onderwijs en de vastgoedsector.
Om een subsidie te kunnen ontvangen, moet het investeringsproject ten minste 10.000 euro bedragen voor een beginnende ondernemer en minstens 15.000 euro in de andere gevallen, naargelang de grootte van het bedrijf. De investering moet bovendien bestemd zijn om een bestaande activiteit verder te ontwikkelen of te verbeteren. Een activiteit eenvoudigweg vervangen door een andere is niet toegestaan.
De subsidie kan oplopen tot 30% van het investeringsbedrag, met een gemiddelde van 12,5%. Het subsidieniveau hangt af van een reeks criteria, zoals starter zijn of het aantal werknemers met meer dan 30% verhogen.
In de loop van 2024 zal de hervorming van de steunmaatregelen de premies voor duurzame projecten en projecten in het kader van de circulaire economie nog verder versterken.
Ook in Brussel moet u de aanvraag indienen voor u een definitieve verbintenis aangaat. Investeringen waarvoor u al een offerte hebt ondertekend, kunnen dus niet meer worden gesubsidieerd.
En ook hier kunt u rekenen op de begeleiding door onze experten tijdens elke stap van het proces.
06.09.2023
Nieuwe mobiliteit: de troef van technologie
Is technologie een troef voor bedrijven om gemakkelijker naar een duurzamere mobiliteit te gaan? Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert, geeft antwoord.
Onze samenleving ondergaat een duurzame transitie. Om daaraan bij te dragen moeten bedrijven hun mobiliteit heroverwegen. Sinds 1 juli 2023 voelen we de eerste gevolgen van het uitdoven van de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfsvoertuigen met een verbrandingsmotor tegen 2026. Tegelijk maakt het federale mobiliteitsbudget deze (r)evolutie een pak concreter en werkbaarder. Eén ding is zeker: technologische tools, vooral applicaties, spelen een sleutelrol. Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert bij Arval BNP Paribas Group, legt uit waarom.
1 juli 2023: een sleutelmoment
"In de weken na het scharniermoment van 1 juli 2023 zagen we de behoeften van onze professionele klanten al veranderen", legt Philippe Kahn uit. "Sommige bedrijven hadden al concrete stappen gezet naar een duurzame transitie. Maar in heel wat bedrijven rijzen nu pas veel concrete vragen en bezorgdheden van medewerkers die beantwoord moeten worden. Hoe kan ik een elektrische auto gebruiken als ik in de stad woon en er geen oplaadpunten beschikbaar zijn? Heb ik zin om elke twee dagen op zoek te gaan naar een betrouwbare plek om op te laden? En ben ik bereid om mijn mobiliteit fundamenteel te herzien? Voor werkgevers is het een prioriteit om op al die vragen een bevredigend antwoord te geven.”
Naast het beheer van een elektrische bedrijfswagen van a tot z, inclusief opladen, beginnen almaar meer ondernemingen hun globale mobiliteitsbeleid te herzien. Ze analyseren alle bestaande alternatieven, met name de multimodale. “En dat is uitstekend nieuws”, gaat Philippe Kahn verder. “Want het is een verplichte passage voor hun toekomst. Ik denk dat de vraag naar zo’n oplossingen steeds groter zal worden. Om daar vlot op in te spelen, zijn technologie en vooral apps een belangrijke troef."
Anticiperen om beter te dienen
Ondernemingen beginnen er meer en meer over na te denken, maar voor Arval BNP Paribas Fortis en Philippe Kahn is het al jaren een prioriteit. "We anticiperen al meer dan vijf jaar op de veranderingen die aan de gang zijn, met als doel een veel bredere mobiliteitsvisie en expertise te hebben dan alleen leasing. Vandaag hebben we trouwens een volledige afdeling die zich daar uitsluitend mee bezighoudt. Dankzij die expertise kunnen we tegemoetkomen aan en zelfs vooruitlopen op de behoeften van bedrijven. Die zitten vaak met vragen en voelen zich soms wat verloren in deze mobiliteitsrevolutie."
Een vereenvoudigde en vlottere ervaring dankzij technologie
Maar waarom en hoe speelt technologie een belangrijke rol in deze transitie naar een duurzamere mobiliteit van bedrijven? "Het maakt de ervaring van deze nieuwe mobiliteit eenvoudiger en gebruiksvriendelijker. De laatste marktontwikkelingen liggen in die lijn", antwoordt Philippe Kahn. "Dat geldt ook voor de nieuwe mobiliteitsapps die we onze zakelijke klanten voortaan aanbieden. Voor werkgevers vergemakkelijken ze het beheer van het mobiliteitsbudget dat de federale overheid invoerde. Dit budget met zijn drie pijlers is cruciaal om de mobiliteit te herdenken. Maar tegelijk hoort daar een zekere reglementaire complexiteit bij. Net om daarop in te spelen zijn we vijf jaar geleden al begonnen met de ontwikkeling van een hele reeks technologische tools die het beheer van het mobiliteitsbudget vergemakkelijken. Bijvoorbeeld om onze klanten in staat te stellen heel eenvoudig de gecombineerde keuze voor een elektrische wagen en een fiets te beheren binnen dat budget. Vanuit die innovatielogica, die gericht is op een aangename gebruikerservaring, integreren onze apps heel concreet alle facetten van de nieuwe professionele mobiliteit, toegankelijk via een smartphone. Gebruik van openbaar vervoer, deelmobiliteit, taxi's en zelfs parking, ook al behoort dat niet tot het mobiliteitsbudget: alles is op één plaats terug te vinden.”
Dit vergemakkelijkt ook het beheer van transacties. “Mobiliteitsaankopen voor een klein bedrag, zoals een busticket, worden onmiddellijk verrekend en gevalideerd. Er is geen manuele controle meer nodig. Volgens die logica moet er niets voorgeschoten of terugbetaald worden ... en hoeven dus ook geen tickets en andere aankoopbewijzen bewaard of beheerd te worden. Kortom: onze apps vereenvoudigen het mobiliteitsbudget door alle componenten op een gebruiksvriendelijke manier aan te reiken: auto, fiets, scooter, multimodaliteit, openbaar vervoer, gedeelde mobiliteit ..."
Technologie als strategische accelerator
Het innovatietraject dat Arval België uitstippelt, illustreert perfect waarom technologie een belangrijke accelerator is om nieuwe mobiliteitsstrategieën te implementeren. En uiteraard zal wat vandaag bestaat snel evolueren naar een steeds rijkere gebruikerservaring. Philippe Kahn: "Er bestaan al heel wat innoverende tools. Maar we moeten rekening houden met de Belgische complexiteit. Een van de uitdagingen is om alle betrokken actoren onder dezelfde koepel samen te brengen en het resultaat van die samenwerking in eenzelfde 'magische' app te gieten. Wat vandaag in België bestaat, heeft nog vaak een lokale draagwijdte. Zo’n beperking bestaat bijvoorbeeld niet in Nederland dankzij de OV-kaart. Ook de stedenbouwkundige realiteit van ons land is een uitdaging. Want de invoering van mobiliteitshubs buiten de grote stedelijke centra waar alle verplaatsingsmiddelen toegankelijk zijn, is niet zo gemakkelijk."
Eén ding staat vast: de transitie naar een nieuwe bedrijfsmobiliteit staat op de rails. En de nieuwe Arval Mobility App is een waardevolle tool voor onze bedrijven. "Technologische innovatie maakt het mogelijk om de reglementaire complexiteit voor werkgevers te verminderen en multimodaliteit concreet en gebruiksvriendelijk te maken voor hun werknemers", besluit Philippe Kahn.
Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.
Arval Belgium N.V. is een dochtermaatschappij van BNP Paribas Fortis N.V.
22.06.2023
Maritiem transport: focus op de impact van decarbonisatie en energietransitie
Eind mei brachten BNP Paribas Fortis en de Universiteit Antwerpen een groep experts samen om de vele uitdagingen rond de decarbonisatie van de maritieme transportsector te bespreken. Wat moet je onthouden?

De leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens werd twaalf jaar geleden opgericht en is verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij voert uitgebreid onderzoek naar concrete en innoverende manieren om een steeds veerkrachtiger – en duurzamer – maritiem ecosysteem te creëren.
Na het succes van de eerste twee grote evenementen in 2017 en 2019 besliste de leerstoel om dit jaar opnieuw een samenkomst te organiseren. Zo kwamen op 25 mei 2023 een reeks specialisten en actoren uit de haven- en maritieme sector samen in de gebouwen van BNP Paribas Fortis in Antwerpen. Daar bespraken ze de impact van decarbonisatie op het maritieme ecosysteem.
Dit zijn hun voornaamste conclusies ...
1 – We moeten een versnelling hoger schakelen
Maritiem transport is momenteel de meest koolstofzuinige vorm van commercieel vervoer, op basis van de CO₂-uitstoot per ton en per kilometer. Maar het kan beter.
Tot dusver gaven de spelers in de sector de voorkeur aan snelle winsten. Bijvoorbeeld door de schroeven van schepen te wijzigen en hun snelheid aan te passen. Maar op 25 mei kwamen de experts overeen dat het nu tijd is om te experimenteren met nieuwe brandstoffen en technologieën en te evolueren naar (bijna) emissievrije brandstoffen. Het tempo van de verandering versnelt, maar er is nog geen mirakeloplossing. De kosten (en risico's) zijn enorm.
2 – Eén en slechts één internationale regelgeving graag!
Het reglementaire kader is complex en evolueert voortdurend.
Tegen 2030 verbindt de International Maritime Organization (IMO), die afhankelijk is van de VN, zich ertoe de koolstofproductie van alle schepen met 40% te verminderen ten opzichte van 2008. En met 70% tegen 2050.
De Europese Unie verbindt zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen in het maritiem vervoer tegen 2030 met minstens 55% te verminderen, in vergelijking met 1990. Tegen 2024 zal een emissiehandelssysteem (ETS) van toepassing zijn op alle schepen van meer dan 5.000 bruto ton van en naar de havens van de EU.
Kortom: de dingen bewegen in de goede richting. Maar volgens de spelers in de sector zijn er heel wat regionale en supraregionale programma's die parallel blijven lopen. En dat brengt een administratieve en financiële overlast met zich mee.
Op 25 mei bereikten alle stakeholders een akkoord over twee punten: ten eerste is een uniek internationaal beleid noodzakelijk, aangezien het om een wereldwijde sector gaat. En ten tweede moeten spelers die de regels niet naleven, worden bestraft.
3 – De transitie naar koolstofneutraliteit
De investering die nodig is voor de bouw van nieuwe, groenere schepen wordt geschat op 5.000 miljard dollar tegen 2050. De kosten voor de modernisering van de bestaande vloot zijn nog niet bekend, maar zullen niet min zijn ... Bovendien zal de investering om de haveninfrastructuur te vernieuwen gigantisch zijn.
4 – Grote onzekerheid over de beste brandstof en/of technologie
Wat wordt de brandstof of technologie van de toekomst? De meningen lopen uiteen.
Veel brandstofsoorten met een lage uitstoot zullen waarschijnlijk enige tijd naast elkaar blijven bestaan. Elektriciteit zal alleen worden gebruikt op kustschepen, veerboten en bepaalde trailers. Grote schepen zullen vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruiken, of methanol, ammoniak en misschien zelfs biobrandstoffen.
Het transport over lange afstanden zal in eerste instantie afhangen van de zware brandstof, eventueel met koolstofafvang en -opslag. Waterstof heeft potentieel, maar de dichtheid, opslag en manipulatie ervan roepen vragen op. Ook wind, zonne-energie en kernenergie blijven niet achter.
Maar het echte probleem vandaag is dat als het aantal schepen dat met schonere brandstoffen kan werken, effectief toeneemt, die brandstoffen nog niet voldoende internationaal beschikbaar zijn. Het aanbod ligt met andere woorden beduidend lager dan de vraag.
5 – Banken spelen een sleutelrol
Banken spelen een sleutelrol in de financiering van de energietransitie. In 2019 hebben elf financiële instellingen – voornamelijk Europese instellingen, waaronder de groep BNP Paribas – de Poseidon-principes ingevoerd, die de overgang naar koolstofarme shipping ondersteunen. Dankzij dat wereldwijde kader kan de koolstofintensiteit van bankleningen voor de maritieme sector worden gemeten en is die voor iedereen bekend. Vandaag zijn er 24 ondertekenaars, waaronder Japanse financiële instellingen. En dat is goed nieuws.
Graag meer info?
De presentaties, video's en foto's van het evenement van 25 mei 2023 zijn beschikbaar op deze pagina.