Article

23.08.2016

Een nieuw tijdperk van maatschappelijk verantwoorde uitgiftes is aangebroken

De afgelopen twee jaar steeg het aantal uitgiftes van groene bedrijfsobligaties gestaag. Stephanie Sfakianos, Head of Sustainable Capital Markets bij BNP Paribas, licht toe.

Beleggers vragen meer en meer activa die niet alleen tegemoetkomen aan de financiële standaarddoelstellingen, maar ook een antwoord bieden op bepaalde milieuproblemen zoals de klimaatverandering. Als reactie daarop hebben de Europese Investeringsbank en de Wereldbank in 2007 de eerste groene obligaties uitgebracht.

Groene obligaties, met dezelfde financieringskenmerken en prijsstelling als traditionele obligaties, geven een nieuwe dimensie aan de mix aangezien de opbrengsten expliciet bestemd zijn voor milieuprojecten zoals energie-efficiëntie, het stimuleren van de kringloopeconomie en duurzame landbouw.

Belangrijke doorbraak

Sindsdien is de markt blijven groeien omdat duurzaamheid steeds belangrijker wordt op de maatschappelijke en regelgevende agenda. Een belangrijk keerpunt kwam er in 2013 toen bedrijven de unieke voordelen begonnen te zien die gepaard gaan met de uitgifte van deze instrumenten. Tegen het einde van dat jaar was de markt dan ook goed voor meer dan 11 miljard USD, driemaal zo veel als in 2012. 

De afgelopen twee jaar zijn uitgiften door bedrijven echt doorgebroken. Tal van nieuwe types emittenten zijn op de markt gekomen, en de toename van groene uitgiften in de regio Azië & Stille Oceaan heeft de geografische voetafdruk van groene obligaties vergroot, vooral in China en India. Tot dusver zijn voor meer dan 90 miljard USD aan groene obligaties uitgegeven en is het duidelijk dat de populariteit van dit impactvol instrument alleen maar gaat toenemen. 

Succesfactoren

Groene obligaties trekken ook een gediversifieerde beleggersbasis aan, aangezien ze een goed instrument zijn voor het groeiende aantal maatschappelijk verantwoorde beleggers. Deze vraag wordt ondersteund door de toename van regelgevende maatregelen wereldwijd om duurzaam gedrag te stimuleren, niet in het minst nu beleggers hun beleid op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur openbaar moeten maken. Zo heeft Frankrijk voor institutionele beleggers, als onderdeel van een nieuwe energietransitiewet, de verplichte rapportering van koolstof ingevoerd.

De druk op beleggers om milieu-initiatieven te steunen, wordt eveneens uitgeoefend door initiatieven als de door de Verenigde Naties gesteunde Principes voor Verantwoord Beleggen (Principles for Responsible Investment of PRI) en tal van industriegroepen die meer bepaald ontkoling aanmoedigen. Zo is er ook het PRI Montreal Carbon Pledge-initiatief waarbij 120 institutionele beleggers hebben beloofd om de CO2-voetafdruk van hun portefeuilles te meten en openbaar te maken.

Extra momentum

Eind 2015 versterkte het momentum van duurzame kapitaalmarkten nog in het kader van de Conference of Parties in Parijs (COP21) waar een cruciaal akkoord werd ondertekend tussen 195 landen om de temperatuurstijging te beperken tot ruim onder 2 °C ten opzichte van pre-industriële niveaus. Daarnaast spoort dit akkoord landen aan om de temperatuurstijging tot 1,5 °C trachten te beperken ten opzichte van pre-industriële niveaus. Er is ook 100 miljard USD financiering beloofd aan ontwikkelingslanden vanaf 2020 voor matigings- en aanpassingsprojecten.

Het historische akkoord van Parijs zal wellicht een extra impuls geven aan de groene-obligatiemarkt aangezien in de komende jaren zeer veel groene infrastructuurprojecten moeten worden gefinancierd. Dit financieringsinstrument is uniek omdat emittenten zo hun financieringsinstrumenten kunnen afstemmen op hun duurzame bedrijfsstrategie.

Article

01.12.2023

Welke steun voor uw bedrijf?

De drie gewesten van ons land voorzien in een reeks subsidies voor bedrijven en zelfstandigen die investeren. Onze experten scheppen klaarheid en helpen u bij de indiening en opvolging van uw dossier.

De modaliteiten, bedragen en voorwaarden van investeringssteun verschillen sterk van gewest tot gewest. Welke regelgeving van toepassing is, hangt af van de ligging van de exploitatiezetel waar de investeringen worden gedaan. De maatschappelijke zetel heeft daar geen invloed op en kan in eender welk land gelegen zijn. Bovendien blijft een subsidieaanvraag een vrij zwaar administratief proces. Daarom zorgen onze experts voor alle stappen, van het indienen van de premieaanvraag tot het bekomen ervan.

Uitgebreid steunpakket in Vlaanderen

Vlaanderen kent verschillende soorten subsidies toe. De belangrijkste voorbeelden daarvan zijn de strategische transformatiesteun, de ecologiepremie, de strategische ecologiesteun, de kmo-portefeuille en de groeisubsidie.

Elke vorm van steun is gericht op verschillende soorten investeringen of bedrijven. Ook het subsidieniveau varieert sterk en gaat van 8% voor een strategische investering in een groot bedrijf tot wel 50% voor consultancykosten van een kmo.

Onze experten bekijken de verschillende subsidiemogelijkheden samen met u. Vervolgens brengen ze u in contact met een specialist van VLAIO, het Agentschap Innoveren & Ondernemen in Vlaanderen, die de fakkel van ons overneemt en u verder begeleidt bij uw aanvraag.

Klassieke en ecologische steunmaatregelen in Wallonië

In Wallonië zijn de investeringssubsidies voorbehouden voor bedrijven die actief zijn in een beperkt aantal sectoren. Activiteiten die niet in aanmerking komen, zijn bijvoorbeeld de detailhandel, de transportsector of de vrije beroepen.

De modaliteiten verschillen bovendien naargelang de grootte van het bedrijf. Kleine bedrijven moeten een bedrag van minstens 25.000 euro investeren. Voor grote bedrijven gelden hogere drempels en zij moeten investeren in een ontwikkelingsgebied.

Concrete voorbeelden van investeringen voor professioneel gebruik die in aanmerking komen, zijn onder meer de aankoop of de bouw van vastgoed, de aankoop van een terrein of de aankoop van nieuw bedrijfsmateriaal.

De basispremie varieert van 4% tot 6%. Verhogingen zijn mogelijk wanneer banen worden gecreëerd, bij een innovatieve aanpak, bij diversifiëring in het buitenland enz. Voor projecten die het gebruik van duurzame energie en de bescherming van het leefmilieu bevorderen, kunt u een hogere premie krijgen tot 20%.

Merk op dat u de aanvraag moet indienen voor u een definitieve verbintenis aangaat. Investeringen waarvoor u al een offerte hebt ondertekend, kunnen dus niet meer worden gesubsidieerd.

Onze experten begeleiden uw bedrijf met plezier bij alle stappen.

De overvloedigste subsidies in Brussel

De Brusselse premie voor (im)materiële investeringen of werken kan worden toegekend in de meeste sectoren. In totaal komt ongeveer 80% van de economische activiteiten in de hoofdstad in aanmerking voor subsidies. De twee grootste uitzonderingen zijn het onderwijs en de vastgoedsector.

Om een subsidie te kunnen ontvangen, moet het investeringsproject ten minste 10.000 euro bedragen voor een beginnende ondernemer en minstens 15.000 euro in de andere gevallen, naargelang de grootte van het bedrijf. De investering moet bovendien bestemd zijn om een bestaande activiteit verder te ontwikkelen of te verbeteren. Een activiteit eenvoudigweg vervangen door een andere is niet toegestaan.

De subsidie kan oplopen tot 30% van het investeringsbedrag, met een gemiddelde van 12,5%. Het subsidieniveau hangt af van een reeks criteria, zoals starter zijn of het aantal werknemers met meer dan 30% verhogen.

In de loop van 2024 zal de hervorming van de steunmaatregelen de premies voor duurzame projecten en projecten in het kader van de circulaire economie nog verder versterken.

Ook in Brussel moet u de aanvraag indienen voor u een definitieve verbintenis aangaat. Investeringen waarvoor u al een offerte hebt ondertekend, kunnen dus niet meer worden gesubsidieerd.

En ook hier kunt u rekenen op de begeleiding door onze experten tijdens elke stap van het proces.

Article

06.09.2023

Nieuwe mobiliteit: de troef van technologie

Is technologie een troef voor bedrijven om gemakkelijker naar een duurzamere mobiliteit te gaan? Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert, geeft antwoord.

Onze samenleving ondergaat een duurzame transitie. Om daaraan bij te dragen moeten bedrijven hun mobiliteit heroverwegen. Sinds 1 juli 2023 voelen we de eerste gevolgen van het uitdoven van de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfsvoertuigen met een verbrandingsmotor tegen 2026. Tegelijk maakt het federale mobiliteitsbudget deze (r)evolutie een pak concreter en werkbaarder. Eén ding is zeker: technologische tools, vooral applicaties, spelen een sleutelrol. Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert bij Arval BNP Paribas Group, legt uit waarom.

1 juli 2023: een sleutelmoment

"In de weken na het scharniermoment van 1 juli 2023 zagen we de behoeften van onze professionele klanten al veranderen", legt Philippe Kahn uit. "Sommige bedrijven hadden al concrete stappen gezet naar een duurzame transitie. Maar in heel wat bedrijven rijzen nu pas veel concrete vragen en bezorgdheden van medewerkers die beantwoord moeten worden. Hoe kan ik een elektrische auto gebruiken als ik in de stad woon en er geen oplaadpunten beschikbaar zijn? Heb ik zin om elke twee dagen op zoek te gaan naar een betrouwbare plek om op te laden? En ben ik bereid om mijn mobiliteit fundamenteel te herzien? Voor werkgevers is het een prioriteit om op al die vragen een bevredigend antwoord te geven.”

Naast het beheer van een elektrische bedrijfswagen van a tot z, inclusief opladen, beginnen almaar meer ondernemingen hun globale mobiliteitsbeleid te herzien. Ze analyseren alle bestaande alternatieven, met name de multimodale. “En dat is uitstekend nieuws”, gaat Philippe Kahn verder. “Want het is een verplichte passage voor hun toekomst. Ik denk dat de vraag naar zo’n oplossingen steeds groter zal worden. Om daar vlot op in te spelen, zijn technologie en vooral apps een belangrijke troef."

Anticiperen om beter te dienen

Ondernemingen beginnen er meer en meer over na te denken, maar voor Arval BNP Paribas Fortis en Philippe Kahn is het al jaren een prioriteit. "We anticiperen al meer dan vijf jaar op de veranderingen die aan de gang zijn, met als doel een veel bredere mobiliteitsvisie en expertise te hebben dan alleen leasing. Vandaag hebben we trouwens een volledige afdeling die zich daar uitsluitend mee bezighoudt. Dankzij die expertise kunnen we tegemoetkomen aan en zelfs vooruitlopen op de behoeften van bedrijven. Die zitten vaak met vragen en voelen zich soms wat verloren in deze mobiliteitsrevolutie."

Een vereenvoudigde en vlottere ervaring dankzij technologie

Maar waarom en hoe speelt technologie een belangrijke rol in deze transitie naar een duurzamere mobiliteit van bedrijven? "Het maakt de ervaring van deze nieuwe mobiliteit eenvoudiger en gebruiksvriendelijker. De laatste marktontwikkelingen liggen in die lijn", antwoordt Philippe Kahn. "Dat geldt ook voor de nieuwe mobiliteitsapps die we onze zakelijke klanten voortaan aanbieden. Voor werkgevers vergemakkelijken ze het beheer van het mobiliteitsbudget dat de federale overheid invoerde. Dit budget met zijn drie pijlers is cruciaal om de mobiliteit te herdenken. Maar tegelijk hoort daar een zekere reglementaire complexiteit bij. Net om daarop in te spelen zijn we vijf jaar geleden al begonnen met de ontwikkeling van een hele reeks technologische tools die het beheer van het mobiliteitsbudget vergemakkelijken. Bijvoorbeeld om onze klanten in staat te stellen heel eenvoudig de gecombineerde keuze voor een elektrische wagen en een fiets te beheren binnen dat budget. Vanuit die innovatielogica, die gericht is op een aangename gebruikerservaring, integreren onze apps heel concreet alle facetten van de nieuwe professionele mobiliteit, toegankelijk via een smartphone. Gebruik van openbaar vervoer, deelmobiliteit, taxi's en zelfs parking, ook al behoort dat niet tot het mobiliteitsbudget: alles is op één plaats terug te vinden.”

Dit vergemakkelijkt ook het beheer van transacties. “Mobiliteitsaankopen voor een klein bedrag, zoals een busticket, worden onmiddellijk verrekend en gevalideerd. Er is geen manuele controle meer nodig. Volgens die logica moet er niets voorgeschoten of terugbetaald worden ... en hoeven dus ook geen tickets en andere aankoopbewijzen bewaard of beheerd te worden. Kortom: onze apps vereenvoudigen het mobiliteitsbudget door alle componenten op een gebruiksvriendelijke manier aan te reiken: auto, fiets, scooter, multimodaliteit, openbaar vervoer, gedeelde mobiliteit ..."

Technologie als strategische accelerator

Het innovatietraject dat Arval België uitstippelt, illustreert perfect waarom technologie een belangrijke accelerator is om nieuwe mobiliteitsstrategieën te implementeren. En uiteraard zal wat vandaag bestaat snel evolueren naar een steeds rijkere gebruikerservaring. Philippe Kahn: "Er bestaan al heel wat innoverende tools. Maar we moeten rekening houden met de Belgische complexiteit. Een van de uitdagingen is om alle betrokken actoren onder dezelfde koepel samen te brengen en het resultaat van die samenwerking in eenzelfde 'magische' app te gieten. Wat vandaag in België bestaat, heeft nog vaak een lokale draagwijdte. Zo’n beperking bestaat bijvoorbeeld niet in Nederland dankzij de OV-kaart. Ook de stedenbouwkundige realiteit van ons land is een uitdaging. Want de invoering van mobiliteitshubs buiten de grote stedelijke centra waar alle verplaatsingsmiddelen toegankelijk zijn, is niet zo gemakkelijk."

Eén ding staat vast: de transitie naar een nieuwe bedrijfsmobiliteit staat op de rails. En de nieuwe Arval Mobility App is een waardevolle tool voor onze bedrijven. "Technologische innovatie maakt het mogelijk om de reglementaire complexiteit voor werkgevers te verminderen en multimodaliteit concreet en gebruiksvriendelijk te maken voor hun werknemers", besluit Philippe Kahn.

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Arval Belgium N.V. is een dochtermaatschappij van BNP Paribas Fortis N.V.

Article

22.06.2023

Maritiem transport: focus op de impact van decarbonisatie en energietransitie

Eind mei brachten BNP Paribas Fortis en de Universiteit Antwerpen een groep experts samen om de vele uitdagingen rond de decarbonisatie van de maritieme transportsector te bespreken. Wat moet je onthouden?

De leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens werd twaalf jaar geleden opgericht en is verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij voert uitgebreid onderzoek naar concrete en innoverende manieren om een steeds veerkrachtiger – en duurzamer – maritiem ecosysteem te creëren.

Na het succes van de eerste twee grote evenementen in 2017 en 2019 besliste de leerstoel om dit jaar opnieuw een samenkomst te organiseren. Zo kwamen op 25 mei 2023 een reeks specialisten en actoren uit de haven- en maritieme sector samen in de gebouwen van BNP Paribas Fortis in Antwerpen. Daar bespraken ze de impact van decarbonisatie op het maritieme ecosysteem.

Dit zijn hun voornaamste conclusies ...

1 – We moeten een versnelling hoger schakelen

Maritiem transport is momenteel de meest koolstofzuinige vorm van commercieel vervoer, op basis van de CO₂-uitstoot per ton en per kilometer. Maar het kan beter.

Tot dusver gaven de spelers in de sector de voorkeur aan snelle winsten. Bijvoorbeeld door de schroeven van schepen te wijzigen en hun snelheid aan te passen. Maar op 25 mei kwamen de experts overeen dat het nu tijd is om te experimenteren met nieuwe brandstoffen en technologieën en te evolueren naar (bijna) emissievrije brandstoffen. Het tempo van de verandering versnelt, maar er is nog geen mirakeloplossing. De kosten (en risico's) zijn enorm.

2 – Eén en slechts één internationale regelgeving graag!

Het reglementaire kader is complex en evolueert voortdurend.

Tegen 2030 verbindt de International Maritime Organization (IMO), die afhankelijk is van de VN, zich ertoe de koolstofproductie van alle schepen met 40% te verminderen ten opzichte van 2008. En met 70% tegen 2050.

De Europese Unie verbindt zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen in het maritiem vervoer tegen 2030 met minstens 55% te verminderen, in vergelijking met 1990. Tegen 2024 zal een emissiehandelssysteem (ETS) van toepassing zijn op alle schepen van meer dan 5.000 bruto ton van en naar de havens van de EU.

Kortom: de dingen bewegen in de goede richting. Maar volgens de spelers in de sector zijn er heel wat regionale en supraregionale programma's die parallel blijven lopen. En dat brengt een administratieve en financiële overlast met zich mee.

Op 25 mei bereikten alle stakeholders een akkoord over twee punten: ten eerste is een uniek internationaal beleid noodzakelijk, aangezien het om een wereldwijde sector gaat. En ten tweede moeten spelers die de regels niet naleven, worden bestraft.

3 – De transitie naar koolstofneutraliteit 

De investering die nodig is voor de bouw van nieuwe, groenere schepen wordt geschat op 5.000 miljard dollar tegen 2050. De kosten voor de modernisering van de bestaande vloot zijn nog niet bekend, maar zullen niet min zijn ... Bovendien zal de investering om de haveninfrastructuur te vernieuwen gigantisch zijn.

4 – Grote onzekerheid over de beste brandstof en/of technologie

Wat wordt de brandstof of technologie van de toekomst? De meningen lopen uiteen.

Veel brandstofsoorten met een lage uitstoot zullen waarschijnlijk enige tijd naast elkaar blijven bestaan. Elektriciteit zal alleen worden gebruikt op kustschepen, veerboten en bepaalde trailers. Grote schepen zullen vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruiken, of methanol, ammoniak en misschien zelfs biobrandstoffen.

Het transport over lange afstanden zal in eerste instantie afhangen van de zware brandstof, eventueel met koolstofafvang en -opslag. Waterstof heeft potentieel, maar de dichtheid, opslag en manipulatie ervan roepen vragen op. Ook wind, zonne-energie en kernenergie blijven niet achter.

Maar het echte probleem vandaag is dat als het aantal schepen dat met schonere brandstoffen kan werken, effectief toeneemt, die brandstoffen nog niet voldoende internationaal beschikbaar zijn. Het aanbod ligt met andere woorden beduidend lager dan de vraag.

5 – Banken spelen een sleutelrol

Banken spelen een sleutelrol in de financiering van de energietransitie. In 2019 hebben elf financiële instellingen – voornamelijk Europese instellingen, waaronder de groep BNP Paribas – de Poseidon-principes ingevoerd, die de overgang naar koolstofarme shipping ondersteunen. Dankzij dat wereldwijde kader kan de koolstofintensiteit van bankleningen voor de maritieme sector worden gemeten en is die voor iedereen bekend. Vandaag zijn er 24 ondertekenaars, waaronder Japanse financiële instellingen. En dat is goed nieuws.

Graag meer info?

De presentaties, video's en foto's van het evenement van 25 mei 2023 zijn beschikbaar op deze pagina.

Article

02.05.2023

Hoever staan we op de weg naar duurzame mobiliteit?

BNP Paribas Fortis liet een onderzoek uitvoeren over mobiliteit. Daaruit blijkt dat dit een belangrijke uitdaging blijft de komende jaren. De bank is vastberaden om haar rol op te nemen.

Uit een onderzoek over mobiliteit uitgevoerd in november 2022 bij 2000 mensen, representatief voor de Belgische bevolking, blijkt dat de overstap naar elektrisch rijden hapert. Bijna 80% rijdt vandaag nog op diesel of benzine en meer dan een derde daarvan is niet van plan zijn of haar wagen op korte termijn in te ruilen voor een milieuvriendelijker exemplaar. Toch wil bijna 50% tegen 2029 elektrisch rijden. Maar dan moeten er wel wat hindernissen weggewerkt worden. Ook de bank moet volgens twee derde van de respondenten een proactieve rol opnemen bij de transitie naar een duurzame mobiliteit.

  • Nog maar 10% van de wagens in het straatbeeld is vandaag elektrisch, hybride of rijdt op waterstof. De gebruikers ervan zijn wel zeer tevreden. Openbare laadpalen zijn een knelpunt. De meeste gebruikers hebben een eigen laadpaal. Het klimaat blijft het belangrijkste argument om over te stappen.
  • Veranderen van mobiliteitsgewoontes is niet zo eenvoudig. De switch naar elektrificatie verloopt traag en er zijn meer incentives nodig zoals fiscale maatregelen, maar vooral een verplichting van de overheid. De prijzen moeten ook omlaag, net als de praktische nadelen van rij- en oplaadtijden.
  • Als gevolg daarvan is ook het enthousiasme over nieuwe mobiliteitsinitiatieven eerder gematigd. Al heeft een app die mobiliteit combineert, vooral in grote steden, veel slaagkansen.
  • Mobiliteit en werk zijn sterk verbonden. 1 op de 3 besteedt er minstens een uur per dag aan. Telewerken is slechts een oplossing voor 50%. De andere helft van de respondenten heeft de mogelijkheid niet om af en toe thuis te werken.
  • Niet iedereen is al vertrouwd met deelauto’s, -fietsen en laadpalen. Er moet nog meer bewustzijn gecreëerd worden rond nieuwe mobiliteit.

Mobiliteitspartner

BNP Paribas Fortis wil absoluut blijven bijdragen aan een meer duurzame mobiliteit en een mobiliteitspartner zijn voor zowel professionele als particuliere klanten. Dat doen we door u goed te informeren over alle voordelen van een milieuvriendelijke overstap. Maar ook door u ondersteuning te bieden via financiering, verzekering en leasing. En tot slot willen we via innovatieve diensten een globaal antwoord bieden op de mobiliteitsbehoeften van morgen.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top