Article

20.07.2017

Een nieuwe rol voor de indirecte aankoper

Een softwarebedrijf werkt in een witboek een originele theorie uit waarbij de indirecte aankoper een business partner wordt. Een woordje uitleg...

Kimoce ontwikkelt softwareoplossingen voor indirecte aankopen (zoals onderhoud, energie, uitzendkrachten, kantoormateriaal, enz.). Niet verwonderlijk dus dat het bedrijf de stuwende kracht is achter een sensibiliseringscampagne waarin het de rol van de indirecte aankoper wil herdefiniëren.

Een functie in volle verandering

De campagne wordt ondersteund door de publicatie van een witboek met een opmerkelijke titel:

“De cost killers onder de indirecte aankopers zijn dood. Leve de business partners.”

De publicatie bundelt de visies van tal van professionals uit zowel privé- als openbare bedrijven en de academische wereld. Wat staat er te lezen?

Eerst en vooral dat de functie van indirecte aankoper een grondige transformatie heeft ondergaan, zowel qua actieradius, uitdagingen als besparingsmogelijkheden. De aankoper wordt met andere woorden een echte “business partner”, zeker nu we een logica van kostenbeperking stilaan zien evolueren naar waardecreatie.

“Op enkele jaren tijd hebben indirecte aankopen een strategisch belang verworven voor de groei van bedrijven omdat ze 15 tot 75% van het aankoopvolume en 10 tot 30% van de omzet uitmaken”, merkt Patrick Hett, algemeen directeur van Kimoce, op. “Hoewel de doelstelling om de kosten te drukken nog nooit zo zwaar doorwoog, gaat de verantwoordelijke voor de indirecte aankopen - naast de merkbare besparingen op de resultatenrekeningen - nieuwe projecten uitwerken die zin geven en waarde creëren voor het bedrijf, waardoor hij dus een volwaardige business partner wordt. “

Het witboek staat in het bijzonder stil bij de rol van de indirecte aankoper, want die moet volgens het softwarebedrijf een akkoord zien te vinden met een groot aantal leveranciers. Die rol is complexer geworden en administratief een stuk zwaarder. Ook binnen het bedrijf moet de indirecte aankoper, in tegenstelling tot de directe aankoper, voortaan rekening houden met meer betrokken partijen.

“Sinds de jaren 90 zijn productieaankopen sterk geoptimaliseerd, terwijl indirecte aankopen nauwelijks aandacht hebben gekregen,” gaat Patrick Hett verder in een interview met Décisions Achats. “Niet alle organisaties hebben een afdeling indirecte aankopen of beschikken over middelen die zijn afgestemd op dit type van aankoop. De indirecte aankopen zijn dus het zwarte schaap van de aankopen.“

 

Article

08.08.2019

Welk type digitale onderneming bent u?

De trein van de digitalisering wacht niet. Elk bedrijf moet nu mee aan boord springen voor het te laat is... Digitalisering gaat niet enkel over technologische wijzigingen maar heeft ook te maken met een mentaliteitswijziging. Ontdek hier in welke categorie u zich het meest thuis voelt.

Om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden is een digitale transformatie onontkoombaar voor ieder bedrijf. Daarover bestaat geen twijfel...Maar de weg doorheen deze digitale transitie bevat veel onbekende factoren. Die kunnen bovendien tal van vormen aannemen, afhankelijk van allerlei factoren: omvang van het bedrijf, sector, maturiteitsgraad, marktpositie enzovoort. Dus hoe pakt u die digitalisering best aan? Volgens PwC is het niet de bedoeling om allemaal de nieuwe Amazon of Google te worden. Maar elk bedrijf moet wel de wil hebben om te veranderen, elk op zijn eigen niveau, zodat het zijn ontwikkelingspotentieel optimaal kan benutten.

Het uur is gekomen

In een wereldwijde enquête bij ruim 2000 bedrijven haalt PwC enkele elementen aan die het verschil maken tussen ‘digitale leaders’ en de rest...

  • Eerste vaststelling is dat er heel wat bedrijven zeggen dat ze bezig zijn met digitalisering, maar dat het water tussen (goede) voornemens en realiteit vaak nog te diep blijkt. Het is dus belangrijk de realiteit onder ogen te zien en te investeren in echte verandering.
  • Disruptieve technologieën zijn alomtegenwoordig, zoveel is zeker. Vormen ze een bedreiging, of een kans? Beide! Maar het is vooral essentieel voor het succes en het voortbestaan van een bedrijf dat het zich bewust is van de gevaren.
  • Een ander belangrijk punt zijn de technologische vaardigheden van vooral managers, die immers een bepalende rol spelen bij de begeleiding van loontrekkenden doorheen de transformatie. Opleiding heeft dus een grote strategische hefboomfunctie.

Wat zijn uw digitale ambities?

Op basis van de verzamelde gegevens ziet PwC vier afzonderlijke manieren om de digitalisering en zijn gevolgen aan te vatten. In welke groep zit u?

  1. Efficiëntiezoekers. Hun bedoeling? Beter en sneller worden, dankzij de technologische vooruitgang. Maar dat alleen volstaat niet... Deze ‘efficiëntiejagers’ focussen op de technische aspecten en de resultaten die daaruit voortvloeien, maar hebben het moeilijk om de digitale transformatie binnen het bedrijf te verankeren, om hun werknemers erbij de betrekken en de interne zuilen te doorbreken. Ze krijgen af te rekenen met tal van uitdagingen. Zo moeten ze erin slagen de digitalisering tot pijler van de globale bedrijfsstrategie te maken, innovatie op alle vlakken stimuleren en voluit gaan voor digitaal leiderschap. Opgelet ook met een overmatig vertrouwen in de technologie: deze bedrijven mogen niet de fout maken op hun lauweren te rusten.
  2. Veranderingsgezinden geven blijk van de juiste mentaliteit: ze geloven in een diepgaande verandering van het bedrijf en het bijbehorende businessmodel en voegen de daad bij het woord. Ze geloven rotsvast in open innovatie en transparante besluitvorming en slagen er op die manier in om de digitale transitie in het hart van het bedrijf te integreren. Toch blijven de resultaten soms nog achter, omdat hun investeringen nog te weinig doorwegen op hun successen. Hoe dat komt? Voornamelijk door een gebrek aan digitale vaardigheden (creatieve strategie, gegevensanalyse, agile beheer enz.), zowel bij de leidinggevenden als bij de werknemers.
  3. Verkenners zijn de pioniers onder de bedrijven. Als rasechte durvers trekken ze de kar van de innovatie in hun sector. Zelfs zonder de vereiste digitale vaardigheden in leidinggevende functies, wat uiteraard gevolgen heeft voor de rest van het bedrijf. Maar digitalisering maakt volwaardig deel uit van de globale ondernemingsstrategie en dient als drijvende kracht voor verandering, zowel op cultureel, operationeel als strategisch vlak. Deze bedrijven kunnen de voordelen van een digitale transformatie vaak optimaal benutten op voorwaarde dat ze inzien dat de eerste zijn niet altijd volstaat...
  4. Vernieuwers zorgen zelf mee voor innovatie, vaak gestimuleerd door leidinggevenden die in grote mate zelf betrokken zijn bij de digitale transformatie. De digitale inspanningen, met name op het vlak van tools en interne werkingsmethoden, maken deze bedrijven heel aantrekkelijk in de ogen van werkzoekenden én van de talenten die er al werken. Toch hebben ze het soms moeilijk om deze dimensie volledig te integreren in de globale ondernemingsstrategie. Goede voornemens zijn belangrijk, maar ze moeten ook omgezet worden in acties...
Article

30.07.2019

Kmo’s: drijvende kracht achter de werkgelegenheid, maar (nog) niet achter de lonen ...

Hoewel kmo’s een van de drijvende krachten vormen wat de werkgelegenheid in België betreft, volgt het salarisniveau meestal niet. Zo zouden de lonen er 20% lager liggen dan in grote bedrijven ...

De voorbije tien jaar is het aantal kmo’s blijven groeien in België. Dat blijkt ook uit het rapport van Graydon in samenwerking met de UCM en UNIZO: tussen 2008 en 2017 zou hun aantal met 23,2% gestegen zijn. Dat betekent dat er eind 2017 meer dan een miljoen kmo’s actief waren. Aangezien ze 99% van het nationale economische weefsel vertegenwoordigen, zijn ze van cruciaal belang voor onze economie, zeker als het gaat om het creëren van banen ...

De evolutie van de werkgelegenheid? Gestaag

Er wordt al jarenlang een stijging genoteerd. Dat werd in het eerste kwartaal van 2019 nog maar eens bevestigd met een stijging van 0,9% van de banen die gecreëerd worden in bedrijven met minder dan 100 werknemers. In dit positieve kader zijn het de allerkleinste kmo’s (minder dan 20 werknemers) die het nog beter doen. Een vaststelling die volledig in lijn ligt met het recentste rapport van de OESO over het onderwerp op Europees niveau (“Perspectieven van de OESO op de kmo’s en het ondernemerschap). Het percentage jobcreatie zou er immers hoger liggen dan in grotere ondernemingen. Een gunstige situatie die evenwel de obstakels niet mag verdoezelen die de ontwikkeling van kmo’s remmen, onder andere de moeilijkheid om financiering te vinden, nieuwe markten te veroveren of partnerschappen aan te knopen. Om nog maar te zwijgen over de problemen om bekwaam personeel aan te werven en op te leiden. Die struikelblokken beïnvloeden uiteraard hun productiviteit, maar ook hun looncompetitiviteit ...

“Slabakkende” lonen

20%: zoveel bedraagt het verschil volgens het rapport van de OESO tussen de verloningen aangeboden door de kmo’s en die van grote bedrijven op Europees niveau. Een trend die zich ook in België doorzet. Verschillende factoren kunnen die situatie verklaren: de moeilijkheden die verbonden zijn aan hun grootte, meer bepaald om toegang te krijgen tot strategische hulpmiddelen (competentie, financieringen, ...). Heel wat kmo’s zijn bovendien ook nog “jong”. 24,3% is minder dan vijf jaar oud en 44,1% minder dan tien jaar. Omdat ze afhankelijker zijn van het economische ecosysteem en van de “overheidsacties”, moeten ze ook een evenwicht zien te vinden tussen hun financiële stabiliteit (die aan het verbeteren is) en een vaak nog stagnerende rentabiliteit. Een context die een stijging van de lonen niet meteen in de hand werkt ...

Er bestaan oplossingen!

Ondanks dit alles vatten tal van kmo’s de koe bij de hoorns om het dagelijkse leven van hun werknemers te verbeteren en om de beste krachten aan te trekken en te behouden. En dat moet ook nu er een heuse “talentenoorlog” woedt. Zelfs als een loonsverhoging niet altijd mogelijk is, bestaan er alternatieven om bekwame profielen te overtuigen, meer bepaald met een dynamische werkcontext die de werknemer motiveert, maar ook met extralegale voordelen of flexibele verloningsmodellen: resultaatgebonden bonusplannen, aanvullend pensioen of een hospitalisatieverzekering. En dan hebben we het nog niet over het stijgende succes van de “winstpremie”. Het is dan ook geen toeval dat een kwart van de Belgische kmo’s deze mechanismes wil invoeren in de loop van 2019. Stuk voor stuk systemen die eenvoudig geïmplementeerd kunnen worden en zowel voor de werknemer als de werkgever fiscaal voordelig zijn. Maar dat is niet altijd genoeg ...

Overheidsacties ...

Zoals het rapport van de OESO benadrukt, moet de overheid tegen een achtergrond van extreme concurrentie en technologische veranderingen ook in actie treden om de groei van de kmo’s te blijven steunen. Hoe dan? Door de factoren te beïnvloeden die de groei stimuleren en door bepaalde struikelblokken op te heffen op het vlak van rekrutering, financiering en innovatie. De uitdaging bestaat er ook in de versnelling van de verspreiding van innovatie te bevorderen en ervoor te waken dat de kmo’s het ritme van de digitale transformatie kunnen volgen. De staat heeft er bovendien alle belang bij om een klimaat te creëren dat de werkgelegenheid en de permanente opleiding van het personeel aanmoedigt. Dat kan bijvoorbeeld door het opheffen van de administratieve verplichtingen of door de belastingdruk naar beneden te halen. Kwestie van de kmo’s dat noodzakelijke duwtje in de rug te geven, dat hen kan helpen om een betere rentabiliteit te verzekeren en de lonen te boosten ...

Article

25.07.2019

Medewerkers opleiden: dé uitdaging van de vierde industriële revolutie

Nu robots steeds vaker de plaats innemen van nieuwe jobs, lijkt één ding zeker: met de technologische vooruitgang zal de arbeidsmarkt een grondige verandering ondergaan. De uitdaging voor bedrijven? Opleidingen!

Die boodschap is de belangrijkste conclusie van een studie van het World Economic Forum over de toekomst van de werkgelegenheid, uitgevoerd bij bedrijfsleiders en hr-specialisten uit de hele wereld die maar liefst 15 miljoen werknemers vertegenwoordigen. Het WEF is gevestigd in Genève en is u vooral bekend om zijn jaarvergadering in Davos. Maar wat was nu precies het uitgangspunt van de analyse? De vierde industriële revolutie zal de arbeidsmarkt grondig veranderen: miljoenen banen zullen verdwijnen, maar tegelijk duiken er nieuwe opportuniteiten op voor nieuwe jobs en competenties. Die overgang zal echter niet van een leien dakje lopen en grote inspanningen vergen van onder meer de bedrijven. Want om gekwalificeerde en bekwame vakmensen te kunnen inzetten, zijn opleidingen broodnodig.

Veranderingen van formaat

Uit de studie wordt een reeks conclusies getrokken. Wij zetten de voornaamste even op een rijtje:

  • De belangrijkste conclusie: 54% van de werknemers wereldwijd zal zijn competenties moeten bijschaven als antwoord op de automatisering van het werk en de ontwikkeling van artificiële intelligentie. Van die werknemers zal 20% gedurende minstens zes maanden een opleiding moeten volgen, terwijl bijna één op tien meer dan een jaar lang weer naar de ‘schoolbanken’ moet ...
  • Een algemeen bekende vaststelling (bijna 50%): de automatisering zal tegen 2022 zorgen voor een daling van het aantal voltijdse werknemers. Bovendien verwacht 38% van de respondenten dat het zijn werknemers zal moeten inzetten voor taken met een grotere toegevoegde waarde. Tegelijkertijd denkt een kwart van de bedrijven dat daardoor nieuwe functies kunnen worden gecreëerd.
  • In diezelfde context verwachten heel wat respondenten dat ze steeds meer een beroep zullen moeten doen op externe specialisten en dat de arbeidsmarkt in het algemeen flexibeler, grenzelozer en gedecentraliseerder zal worden.
  • Robots zullen steeds vaker worden ingezet in bedrijven om specifieke taken uit te voeren, zoals administratie.
  • Bepaalde functies dreigen te verdwijnen: ambachten, middle management, financieel beheer enz. Daarentegen zullen de meer 'menselijke' rollen wel nodig blijven. Denk bijvoorbeeld aan commerciële functies, trainers, klantendienstmedewerkers, innovatiemanagers enz.
  • En dat is niet voor niets. Want hoewel de technologische competenties (design, programmeren enz.) steeds meer naar waarde worden geschat, zullen de competenties met een 'menselijke' dimensie ook belangrijk blijven of zelfs nog belangrijker worden. Voorbeelden van zo'n competenties zijn creativiteit, kritisch denken, onderhandelen, oog voor detail, veerkracht, complexe problemen oplossen, emotionele intelligentie, leadership en ga zo maar door.

Menselijk kapitaal: meer dan ooit aan de actiefzijde

Door de transformatie van de arbeidsmarkt zal het voltallige personeel in de bedrijven opgeleid en geherkwalificeerd moeten worden. Opleiding en herkwalificatie zijn volgens het rapport van het World Economic Forum dan ook twee belangrijke hefbomen om het fenomeen te begrijpen. De analyse toont bovendien aan dat de werkgevers die al voor die weg hebben gekozen, nu al de vruchten plukken van hun inspanningen. Zij kunnen nu immers rekenen op gekwalificeerde profielen met een hoge toegevoegde waarde.

Die uitdaging vereist echter een strategische aanpak. Bedrijven moeten namelijk in staat zijn om de technologische vooruitgang te rijmen met de vaardigheden van hun werknemers. Want alleen zo kunnen ze de mogelijkheden van hun personeel zo goed mogelijk benutten. Bovendien is binnen de bedrijven ook een verschuiving nodig zodat menselijk kapitaal nog meer wordt gezien als activa in plaats van als passiva. Die bewustwording is onontbeerlijk om in een positieve spiraal terecht te komen...

Profiteren van een positieve spiraal

De technologische innovatie vereist uiteraard nieuwe competenties, maar fungeert ook als motor voor de groei. Die groei zorgt dan weer voor nieuwe banen en verhoogt de waarde van de bestaande functies. Voortdurend nieuwe expertise opbouwen is bovendien positief voor het ontstaan van nieuw intern talent en houdt medewerkers gemotiveerd om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan. Kortom, zorg vooral dat u in die positieve spiraal terechtkomt. Want ook het omgekeerde is mogelijk: een gebrek aan competenties – niet alleen bij de werknemers maar ook bij de hogere kaderleden – blokkeert de vooruitgang en dus ook de groei van het bedrijf.

Zowel voor regeringen, bedrijven als werknemers komt het moment om tot actie over te gaan steeds dichterbij. Het World Economic Forum benadrukt dan ook dat wie nu niets doet, het risico loopt dat de competentieverschillen en de ongelijkheid tussen de werknemers alleen nog maar zullen toenemen.

Article

23.07.2019

“Vrije tijd”: de keuze van uw werknemers

Het cafetariaplan blijft in de smaak vallen bij de werknemers. In 2018 waren ze zelfs met dubbel zoveel om hun loonpakket zelf samen te stellen. De populairste optie? Extra verlof.

Bedrijven maken steeds meer gebruik van de mogelijkheden van de “flexibele verloning”. Het bewijs? Het toenemende succes van het cafetariaplan. Volgens een recente studie van HR-specialist SD Worx hebben meer dan 19.000 werknemers in de loop van 2018 voor dit systeem gekozen. Dat is een verdubbeling (+ 47%) in vergelijking met 2017 en een verdriedubbeling ten opzichte van 2015. Even ter herinnering: het cafetariaplan is een verloningsmodel dat het voor werknemers mogelijk maakt om een deel van hun salaris in te ruilen voor een extralegaal voordeel. Op het menu? Flexibiliteit, omdat elke werknemer zijn of haar salarispakket “vrij” kan samenstellen, rekening houdend met zijn of haar noden en persoonlijke voorkeuren. Voor bedrijven gaat het om een cruciaal punt in hun streven naar een inventief en dynamisch salarisbeleid, dat hun aantrekkelijkheid op de arbeidsmarkt kan verhogen.

Soep of een slaatje? Net als in de kantine

De laatste jaren evolueert de wereld van de human resources duidelijk in de richting van een individualisering van de werkomstandigheden. De flexibele verloning - met haar waaier aan extralegale voordelen - ligt volledig in lijn met deze benadering. Zo kan elke werknemer een deel van zijn of haar “salaris” inruilen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven, een andere vorm van mobiliteit, meer familiale of sociale bescherming of een comfortabeler einde van zijn of haar loopbaan. Nog steeds volgens SD Worx, beschikken de werknemers gemiddeld over een budget van 6.000 euro, een bedrag dat niet veranderd is ten opzichte van 2017. Ook al ligt flexibiliteit aan de basis van dit systeem, niet alles kan ... De keuze moet budgettair gezien neutraal blijven voor de werkgever en hangt ook af van het “voorstel” van het bedrijf alsook van de activiteitensector. Maar ondanks dit “kader” is de à la carte formule wel aanlokkelijk ...

Een “win-winmodel” ...

Eerst en vooral voor de bedrijven! Zij hebben immers het belang van dit instrument om medewerkers aan te trekken, te motiveren en te behouden maar al te goed begrepen. Zeker nu er een heuse “talentenoorlog” woedt. Meer dan de helft van de kmo-directeurs zou er bijvoorbeeld over nadenken om de situatie van hun werknemers te verbeteren door opslag, een flexibele verloning of extralegale voordelen. Ook de cijfers van het sociaal secretariaat Securex bevestigen dat de werknemers vragende partij zijn om hun loonpakket te kunnen aanpassen. Zo zou drie vierde van de ondervraagden wel een cafetariaplan willen. Meer nog, 38% van de werknemers is bereid een lager brutoloon te aanvaarden in ruil voor een ander voordeel. Het is een duidelijk signaal dat dit model daadwerkelijk een positief effect heeft op de tevredenheid van de werknemers wat hun verloning betreft. Securex benadrukt ook dat 17% daarvan al deze mogelijkheid geniet. Een percentage dat oploopt tot 25% voor werknemers onder de 30 jaar ten opzichte van amper 12% voor de 50-plussers. Waar dat verschil vandaan komt? Van de moeilijkheid om “van nul te herbeginnen om het salaris van de oudere werknemers samen te stellen”.

Verlof komt op de eerste plaats!

De enquête van SD Worx toont aan dat het klassement door de jaren heen vrijwel ongewijzigd blijft. “Vakantie” (welk type ook) is het meest begeerde voordeel, aangezien bijna zes op tien werknemers voor extra verlof kiezen wanneer ze hun salarispakket samenstellen. Ook Securex deed een gelijkaardige vaststelling, met 41% van de werknemers. De twee andere podiumplaatsen worden ingenomen door (aanvullend) “pensioensparen” en de onwrikbare “wagen” (één werknemer op drie). Er zou echter een verschuiving aan de gang zijn naar kleinere of milieuvriendelijkere wagens ... De fiets komt pas op de 11e plaats in het klassement. Nochtans wordt het stalen ros als een van de meest interessante voordelen beschouwd door de zaakvoerders van kmo’s.

En de andere voordelen?

Na de top 3 komen “extra kinderbijslag” en “warrants en aandelenopties”. Die laatste oplossing is nochtans het interessantste wat het fiscale voordeel betreft, in tegenstelling tot de “verlofdagen” die geen sociale of fiscale vrijstelling opleveren. In de top 10 valt ook de aanwezigheid van multimedia op (smartphones, tablets, ...) met 15%, de hospitalisatieverzekering voor gezinsleden (11%), de tankkaart (10%), het openbaar vervoer (9%) en de aanvullende gezondheidsverzekering (8%). De minst populaire keuzes in 2018 waren autodelen, een abonnement voor een sportclub, opleidingen, de deelfiets en de bijdragen voor een eigen auto.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top