Article

17.05.2019

Hergebruik: de toekomst voor de bouwsector?

Wat als afval nu eens goud waard was? Steeds meer bouwbedrijven zetten er dan ook op in. De circulaire economie geeft immers een tweede leven aan materialen die afkomstig zijn van bouwwerven.

Voor heel wat sectoren en bedrijven wordt het concept van de circulaire economie een vanzelfsprekendheid. Een bewustwording die steunt op wat we zowat overal horen: het klassieke lineaire model van ontginnen, produceren, consumeren en weggooien is niet meer verenigbaar met de klimaatuitdagingen waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd. Dat paradigma moeten we overstijgen via een 'circulaire' aanpak: een meer duurzame en verantwoorde economie op het vlak van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en productie, maar ook door beter om te gaan met afgedankte producten. De circulaire economie wordt vaak samengevat als een afvalbeheerstrategie die bestaat uit drie r'en:

  • Reduce: de hoeveelheid aan de bron verminderen;
  • Reuse: producten of een deel ervan (die normaal afval zouden zijn) hergebruiken;
  • Recycle: de grondstoffen recycleren.

Hergebruik?

Wanneer afval niet kan worden vermeden, is hergebruik essentieel om de materialen van renovatie- en afbraakwerven een tweede leven te geven, zelfs nog voor er aan recyclage of terugwinning van energie wordt gedacht (overeenkomstig de ladder van Lansink die werd ingevoerd door een Europese richtlijn). Bovendien worden heel wat bouwelementen weggegooid om redenen die niet noodzakelijk iets te maken hebben met hun werking. Merk op dat hergebruik niet altijd betekent dat afvalstoffen gewoon opnieuw worden gebruikt. In sommige gevallen wordt het afval immers niet opnieuw gebruikt waarvoor het materiaal oorspronkelijk diende. Hoe dan ook zal de bouwsector van de toekomst hier steeds meer op inzetten ...

'Prioritaire' sector

De bouwsector is de koploper van de sectoren die de grootste hoeveelheid afval 'produceren', goed voor bijna 40% van de totale afvalhoeveelheid in Europa. En diezelfde vaststelling geldt ook voor België alleen. In het Brussels Gewest bijvoorbeeld zien we een soortgelijk aandeel en wordt de afvalstroom geraamd op 650.000 ton per jaar. De bewustwording van de verschillende spelers – architecten, ingenieurs, aannemers, bouwheren enz. – is dus van cruciaal belang voor een gunstige impact op ons klimaat ... En niet alleen bij afbraak- of renovatiewerven, maar ook bij de bouw van nieuwe gebouwen. Via ecodesign kunnen we immers gebouwen optrekken waarvan de verschillende onderdelen aan het einde van hun leven makkelijker gedemonteerd en hergebruikt kunnen worden.

Hergebruik: tal van voordelen

Materialen van werven hergebruiken kan op verschillende manieren naargelang het type werken (afbraak, renovatie, verbouwing of bouw). In al deze gevallen zien we een dubbele meerwaarde voor het milieu: minder afval (en dus ook minder transport, opslag en verwerking) én het behoud van de natuurlijke hulpbronnen. Via deze aanpak kunnen de verschillende spelers hun milieudoelstellingen ook echt omzetten in concrete opportuniteiten: lagere kosten en minder verplaatsingen, waardecreatie door nieuwe grondstoffen te genereren, opkomst van innovatieve businessmodellen én een boost voor de werkgelegenheid.

Steeds meer initiatieven

In de hele Belgische bouwsector krioelt het vandaag van formele en informele netwerken rond hergebruik. Aan initiatieven geen gebrek: van gidsen, tools, sensibilisering en begeleiding, tot websites om materialen uit te wisselen of samenwerkingsplatformen. Ook het Brussels Gewest is zeer actief via zijn dienst Leefmilieu Brussel, de website reuse.brussels, de cluster ecobuild en het platform van de actoren voor hergebruik. Daarnaast werd nog een beroepsopleiding tot 'valorist' georganiseerd en is er ook nog het project BRIC, een pedagogische tool om alle betrokken partijen te sensibiliseren en te informeren. Tot slot steken ook Vlaanderen en Wallonië de handen uit de mouwen om bouwbedrijven te helpen de stap te zetten naar de circulaire economie.

Tijd voor actie!

Al die inspanningen worden uiteraard ook in de praktijk gebracht op concrete werven. Een mooi voorbeeld is Warandeberg, het bouwproject van de nieuwe hoofdzetel van BNP Paribas Fortis (100.000 m²). Op deze werf zal 98,2% van het afval afkomstig van de afbraak worden hergebruikt en/of gerecycleerd. Deze werf werd dan ook als voorbeeld opgenomen in het recente rapport over de circulaire economie van Eurochambres (pagina 26-28), de Vereniging van Europese Kamers van Koophandel en Industrie.

Benieuwd naar dit gigantische project of een van de tientallen andere? Neem dan zeker een kijkje achter de schermen tijdens 'Open Wervendag' op 19 mei 2019!

Article

16.12.2024

“De digitale kloof blijft hardnekkig”

“Niet alleen ouderen, maar ook jongeren en werkenden missen digitale vaardigheden”, zegt Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll.

Ondanks de groeiende digitalisering blijven veel mensen achter. In België loopt 40% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar het risico op digitale uitsluiting. Hoewel ouderen vaak als de meest kwetsbare groep worden gezien, blijkt dat ook jongeren het digitaal moeilijk hebben. Bij jongeren tussen 16 en 24 jaar heeft bijna een derde zwakke digitale vaardigheden, met een piek van 52% bij jongeren met een laag diploma.

Dat zijn best verrassende cijfers. Jongeren groeien toch op met digitale tools?

“Mensen denken vaak dat jongeren ‘digital natives’ zijn omdat ze handig zijn met sociale media. Maar een TikTok-filmpje maken of scrollen op Instagram betekent nog niet dat je online kan bankieren of een sollicitatieformulier kan invullen.”

Ook armoede speelt een grote rol bij de digitale kloof.

“Absoluut. Voor 25% van mensen in armoede is een smartphone het enige digitale toestel dat ze hebben. Hoewel dat een basisvorm van toegang biedt, is een smartphone vaak ongeschikt voor belangrijke taken zoals het opstellen van een cv of het indienen van een belastingaangifte. Zonder een computer of stabiel internet blijven veel digitale deuren gesloten.”

Wat zijn nog meer redenen voor die digitale kloof?

“Vaak missen mensen de nodige digitale skills. Ze hebben nooit basisvaardigheden geleerd zoals een zoekmachine gebruiken, een bijlage toevoegen aan een e-mail of een app downloaden. Zonder die kennis wordt de digitale wereld ontoegankelijk. En dan is er nog digitale stress. Angst om fouten te maken, gehackt te worden of privacy te verliezen houdt velen tegen. Zelfs als de vaardigheden er zijn, kiezen sommigen er bewust voor om geen gebruik te maken van digitale diensten. Technologie roept bij hen wantrouwen en onrust op en dat zorgt voor een belangrijke barrière.”

Welke rol kunnen bedrijven spelen om die kloof te dichten?

“Bedrijven kunnen een sleutelrol spelen op verschillende vlakken. Het is niet alleen een sociaal probleem, maar ook een economische uitdaging. Minder digitale mensen zijn vandaag zowel klanten als potentiële werknemers. Daar als bedrijf bewust van zijn, is de belangrijkste eerste stap. Maar ook werknemers ondersteunen is nodig. De medewerkers van de groendienst in Gent kregen bijvoorbeeld een opleiding om hun belastingaangifte online in te vullen. Dergelijke initiatieven geven mensen praktische vaardigheden én zelfvertrouwen. En tot slot moeten bedrijven een digitale check doen. Meten is weten. Het is niet omdat iemand dagelijks met een laptop werkt, dat die persoon digitaal vaardig is.”

Wat doet BNP Paribas Fortis concreet om digitale inclusie te bevorderen?

“Er lopen verschillende initiatieven. In 2020 hebben we DigitAll opgericht, een platform om kennis en ‘best practices’ te delen rond digitale inclusie. Vandaag brengen we meer dan 130 organisaties samen. DigitAll ontwikkelde bijvoorbeeld een checklist waarmee bedrijven kunnen testen hoe toegankelijk hun apps en websites zijn. Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken. Sinds 2021 ondersteunt de bank ook een leerstoel aan de VUB die de link tussen digitale inclusie en mensenrechten onderzoekt.”

Hoe belangrijk zijn tools in dit verhaal?

“Gebruiksvriendelijke tools zijn een must. Zo werken wij samen met Emporia, een fabrikant van gebruiksvriendelijke smartphones voor minder digitaal vaardige gebruikers. Bij klanten die zo’n smartphone aankopen, installeren we vooraf onze app.”

Digitale stress kwam al aan bod, hoe vang je dat op?

“Via bewustwordingscampagnes. We willen dat onze klanten onze tools met vertrouwen gebruiken. De bank heeft ook oog voor digitaal minder vaardige klanten. Dankzij ons partnership met bpost kunnen alle klanten terecht in het postkantoor van hun dorp voor alle basisbankverrichtingen.”

Bedrijven hebben er dus alle belang bij om digitale inclusie te bevorderen?

“Zo is dat. Digitale inclusie vraagt een blijvende inspanning, ook van overheden en onderwijsinstellingen. Niemand mag achterblijven. Bedrijven die nu actie ondernemen, werken niet alleen mee aan een betere samenleving, maar ook aan hun eigen toekomst in een wereld die steeds digitaler wordt.”

“Zonder gedegen digitale vaardigheden blijven veel digitale deuren gesloten.”
“Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken.”
“Beperkte digitale vaardigheden blijven een barrière voor het dichten van de digitale kloof.”

Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll

Hoe zet u de eisen van de energietransitie om in strategische kansen? “Door pragmatisch en zorgvuldig te werk te gaan”, vertelt onze partner Climact.

“Wij bieden bedrijven begeleiding en advies op weg naar maturiteit op het vlak van de uitdagingen rond de klimaatopwarming. En dat houdt in dat we met een aantal eisen aan de slag moeten, zoals de duurzaamheidsrapportering die de Europese CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) oplegt”, vertelt Jerome Meessen, Associate Partner bij Climact. “Wij zien erop toe dat bedrijven daar zelf ook toegevoegde waarde uithalen. De meest tastbare voordelen voor hen zijn een vermindering van hun energiekosten en/of de verbeterde veerkracht van hun leveranciers en klanten in het licht van de klimaattransitie. Daarin gaan we zorgvuldig en pragmatisch te werk. Zorgvuldig, want we baseren ons op cijfers en passen erkende methodes toe, zoals het Greenhouse Gas Protocol voor de berekening van de koolstofvoetafdruk, zonder in greenwashing te vervallen. En pragmatisch, want we houden altijd rekening met de realiteit van het bedrijf in kwestie.”

Een traject in 5 stappen

Maar hoe begeleidt Climact bedrijven en overheidsorganisaties concreet?

Jerome Meessen: “Om te beginnen, helpen we hen duidelijk zicht te krijgen op de uitdagingen van de klimaatverandering waar ze nu of in de toekomst mee te maken krijgen. Dat doen we door de kansen en risico’s in kaart te brengen, zoals de gevolgen van een hoge koolstofprijs of het risico op een overstroming in een productievestiging. Op basis daarvan evalueren we hun huidige impact, om te komen tot de koolstofbalans van hun activiteiten. De volgende stap is de toekomstvisie: samen met de bedrijven bepalen we duurzaamheidsdoelstellingen, waarbij we ons baseren op de internationale standaarden van de Science Based Targets. Vervolgens helpen we hen om een concreet transitieplan op te stellen en in de praktijk te brengen, bijvoorbeeld door hen te helpen de inhoud en de specifieke kenmerken van een contract voor de aankoop van groene energie te bepalen. Tot slot begeleiden we bedrijven ook bij de communicatie over hun inspanningen, in lijn met de CSRD-vereisten.”  

CSRD: administratieve rompslomp of strategische kans?

De CSRD is dit jaar in werking getreden, met een reeks rapporteringsregels die voor heel wat ondernemingen verplicht zijn. “Het doel van de richtlijn is te zorgen voor maximale transparantie over de stand van zaken rond de duurzaamheidstransitie van bedrijven”, legt Jerome Meessen uit. “De rapportering heeft betrekking op factoren in verband met ecologie, samenleving en goed bestuur (Environmental, Social, Governance – ESG). Zo’n rapport biedt daarmee ook aan externe spelers, met name de entiteiten die overwegen het bedrijf financiering te verstrekken, een objectief beeld van de al afgelegde weg, de klimaatambities en de blootstelling aan de risico’s van de klimaatverandering.”

“Dat rapport opstellen is een aanzienlijke administratieve last voor bedrijven”, horen we van Jérémy Robinet, coördinator van het partnerschap met BNP Paribas Fortis. “Je moet een gedetailleerde methodologie en precieze normen volgen, formulieren invullen, indicatoren aanleveren … Maar het is ook een prima aanleiding om een solide en gefundeerde transitiestrategie uit te werken die het bedrijf ten goede komt, ook qua reputatie. Met onze begeleiding winnen bedrijven tijd. Ze hebben de zekerheid dat hun rapport beantwoordt aan de reglementaire eisen, en hun ESG-aanpak krijgt waarde en zin.”  

Climact, partner van BNP Paribas Fortis

Climact is een van de partners die BNP Paribas Fortis uitkoos om klanten te begeleiden los van de zuiver financiële kant van de zaak. “Op initiatief van de Relationship Manager van de bank gaan wij praten met bedrijven die vooruitgang willen boeken in hun energie- en duurzaamheidstransitie, specifiek op het vlak van hun decarbonisatiestrategie en om hun koolstofbalans op te stellen”, legt Jérémy Robinet uit.

Gilles Roumain, Sustainability Program Officer bij BNP Paribas Fortis en verantwoordelijk voor het partnerschap met Climact: “Via de samenwerking met Climact kunnen we onze klanten oplossingen aanreiken voor de decarbonisatie van hun activiteiten, en tegelijk onze eigen expertise op het gebied van decarbonisatie vergroten. Door hen die begeleiding aan te bieden, verkleinen we bovendien onze eigen koolstofvoetafdruk.”

“De bedrijven die de bank met ons in contact brengt, komen uit alle sectoren”, vertelt Jérémy Robinet nog. “Ze hebben een bepaalde minimale omvang, bijvoorbeeld een omzet van minstens 25 miljoen of een complexe toeleveringsketen. Het partnerschap heeft al geleid tot een 15-tal samenwerkingen, waaronder die met garagedeurfabrikant RE Panels.

We hebben hen in eerste instantie begeleid bij het opstellen van een koolstofbalans in overeenstemming met de Europese CSRD-verplichtingen. Daarop onderkende de directie het strategische belang van dat werk en vroeg ze ons om meer specifieke analyses uit te voeren, per product en productievestiging. Op die manier kon het bedrijf bepaalde ‘best practices’ op het spoor komen. RE Panels was opgetogen over onze aanpak. Voor elke doelstelling in de optimalisering van de koolstofvoetafdruk berekenden we de kosten, de winst en de nodige investering. Ze waren ook blij met de strikte afstemming op de internationale normen, want die is essentieel om greenwashing te voorkomen.”

Article

12.06.2024

We moeten allemaal samen vooruit

De bank verminderde haar CO2-uitstoot per voltijds equivalent met 55% sinds 2019. En dat vraagt volgens Sandra Wilikens, Chief Human Resources Officer, een betrokkenheid van iedereen.

Tussen 2019 en 2022 is de bank erin geslaagd haar CO2-uitstoot met liefst 55% terug te schroeven. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

“Voornamelijk door in te zetten op de energie-efficiëntie van onze gebouwen, die goed zijn voor ongeveer 80% van onze onmiddellijke uitstoot. Daarnaast hebben we ons vastgoed geoptimaliseerd en de beroepsverplaatsingen fors verminderd. We kiezen voor een gestructureerde aanpak waarbij alle departementen betrokken zijn. Sinds 2012 brengt ons Green Bank Platform driemaandelijks de verschillende contactpersonen van elke afdeling samen om er hun actieplan voor te stellen met eigen initiatieven. Daar wordt telkens een stand van zaken opgemaakt van een reeks KPI’s op het vlak van energie- en papierverbruik, beroepsverplaatsingen, elektrificatie van het wagenpark, afvalbeheer… Want meten is weten.”

De doelstelling was om tegen eind 2025 een reductie van de uitstoot te bereiken van 42,5% ten opzichte van 2012. Dat doel is inmiddels behaald. Wat zijn de verdere plannen?

“Het is niet de bedoeling om tot 2025 op onze lauweren te rusten. Want er is geen tijd te verliezen als we tegen 2050 koolstofneutraal willen zijn. Onze nieuwe zetel aan de Warandeberg in Brussel is een mooi voorbeeld van energie-efficiëntie, maar er kan nog veel verbeterd worden in de rest van ons vastgoedpark. We gaan de energie-efficiëntie van de verschillende regionale kantoren verbeteren, zonnepanelen installeren op meer dan 80 locaties en ledverlichting wordt de standaard in al onze gebouwen. Die inspanningen moeten toelaten om onze CO2-uitstoot met nog eens 7% te verminderen.”

Hoever staan jullie met de elektrificatie van het wagenpark?

“We doen veel inspanningen om ons wagenpark te elektrificeren en ik durf zeggen dat we op de goede weg zijn. Eind 2022 bestond de vloot van geleasete bedrijfswagens voor bijna 30% uit geëlektrificeerde wagens – 100% elektrisch en plug-in hybrides. In het derde kwartaal van 2023 waren die wagens goed voor 95% van de nieuwe bestellingen. De nieuwe fiscaliteit speelt uiteraard een grote rol in deze evolutie. Maar voor werkgevers is daarmee de kous niet af. Ze krijgen te maken met een complex fiscaal kader, onder andere voor de terugbetaling van de elektriciteitskosten. Ook voor een deel van onze medewerkers zijn er nog hindernissen omdat ze bijvoorbeeld moeilijk toegang hebben tot een laadpaal. Ik ben van plan om dit jaar een rondetafelgesprek over mobiliteit te organiseren. Het is de bedoeling om overheden, operatoren, start-ups en bedrijven samen te brengen. Want we moeten vooruit, en we moeten het allemaal samen doen.”

Hoe zorgen jullie voor voldoende engagement bij het personeel?

“Veel communiceren. Het is belangrijk om uit te leggen wat je doet en waarom je het doet. Enkel zo kan je mensen warm maken om mee te werken. Binnen de bank kunnen we daarvoor rekenen op een netwerk van ruim 200 EcoCoaches. Het duurzaamheidscompartiment van de cao 90 werkt ook stimulerend. Hierbij bepalen we elk jaar zes concrete doelstellingen. Verwezenlijken we er minstens drie, dan krijgen alle medewerkers een premie aan het einde van het jaar. Tot nu toe is dat al altijd gelukt. Er zijn nog andere incentives mogelijk. Met ons ‘Green Fuel Consumer Plan’ belonen we medewerkers die een bedrijfswagen hebben maar die weinig gebruiken. En we lanceren heel wat acties om zachte mobiliteit – wandelen, fietsen en openbaar vervoer – te bevorderen. De keuze om onze zetels in de steden te vestigen is ook positief. Eind 2022 gebruikte 79% van het personeel dat in Brussel werkt het openbaar vervoer om naar kantoor te komen. Buiten de steden is dat 60%.”

Zijn er tot slot nog gebieden die volgens u dringend aangepakt moeten worden?

“Digitale vervuiling wordt vaak onderschat. Om een idee te geven: honderd mails sturen zorgt voor evenveel vervuiling als twintig kilometer met de auto rijden. Daarom organiseren we elk jaar een interne campagne om onze medewerkers te sensibiliseren en hen tips te geven voor een kleinere digitale voetafdruk. Regelmatig je mailbox opkuisen, links versturen in plaats van bestanden, verouderde bestanden verwijderen: het zijn allemaal kleine dingen. Als al onze 11.000 collega’s daar een gewoonte van maken, kunnen we een grote impact maken. Elke inspanning telt!”

Klantenbinding via abonnementen om slimmer te kopen, uit een dal klimmen dankzij nieuwe ideeën … Emna Everard vond de juiste aanpak om haar Brusselse start-up op het goede spoor te zetten.

Emna Everard komt uit een familie van diëtisten en weet dus wat gezond eten is. “Toen ik twaalf was, ontcijferde ik al de etiketten op verpakkingen. Mijn droom was om op een dag een supermarkt te openen waar je blindelings je boodschappen zou kunnen doen”, vertelt ze.

En omdat ondernemen Emna Everard in het bloed zit, is dat precies wat ze deed. In 2016, kort voor het einde van haar hogere studies, lanceerde ze online de ‘gezondste supermarkt’ onder de naam Kazidomi. Ze stelt hoge eisen aan de samenstelling en de smaak van de producten. Het principe is dat Kazidomi de producten met de grootste zorg uitkiest, zodat de klanten in het volste vertrouwen gezonde, voornamelijk biologische producten kunnen kopen, met focus op plantaardige opties.

Klantenbinding

Zes maanden na de lancering versnelt de groei van Kazidomi dankzij de lancering van het getrouwheidsprogramma. Met een abonnement van 59 euro krijgen klanten kortingen van 20 tot 50 procent op alle online verkrijgbare voedings-, cosmetica- en onderhoudsproducten. Dat levert rendement op én besparing.

In 2017 volgt een eerste financieringsronde van 50.000 euro. Kazidomi groeit, breidt de voorraad uit en levert marketinginspanningen. Emna Everard neemt de eerste twee medewerkers in dienst. De omzet stijgt snel, en ontploft helemaal tijdens de coronacrisis. “Consumenten hadden plots tijd om na te denken over hun gezondheid en welzijn en deden een groot deel van hun aankopen online”, legt Everard uit.

Op zoek naar nieuwe wegen

Na de coronacrisis volgde een keerpunt. “Kazidomi moest een nieuwe weg inslaan. We wilden financieel stabiel zijn en niet afhankelijk van externe middelen”, zegt Everard. Samen met haar teams dacht ze na over de kostenstructuur, de operationele efficiëntie en de marketing. Groei is niet langer het hoofddoel, wel het voortbestaan en de financiële gezondheid van het bedrijf, dankzij een slimme reorganisatie.

Later krijgt Kazidomi de groei weer op gang dankzij twee overnames die zorgen voor krachtige synergieën: Smart Fooding in augustus 2022 en Bébé au Naturel enkele maanden later, een bedrijf gespecialiseerd in gezonde producten voor baby’s en hun ouders. “Via Bébé au Naturel konden we het volume geleverde pakketten verdubbelen”, zegt Everard. “Dat heeft ons geholpen om een beter tarief te bedingen bij de transporteurs en de kosten te verlagen.”

Een bank die luistert en snel reageert

Als bankier van de Brusselse start-up kende BNP Paribas Fortis het bedrijf bij de lancering drie kredieten toe, tussen 2016 en 2019. Die steun was op zich vanzelfsprekend, aangezien het engagement van Kazidomi op het vlak van ESG-doelstellingen (Environmental, Social en Governance) perfect aansluit bij de strategie van de bank. “We konden deelnemen aan het Innovation Hub-programma van BNP Paribas Fortis, en onze relatiebeheerder – die de wereld van de start-ups heel goed kende – was meteen enthousiast en luisterde heel goed. Hij geloofde in ons project, volgde het van dichtbij op en adviseerde ons om een reeks events bij te wonen om daar contact te leggen met andere spelers met trajecten en profielen die voor ons interessant konden zijn”, vertelt Everard, die in 2019 Ondernemer van het Jaar was.

En dat was nog niet alles. “In december 2022 konden we mede dankzij BNP Paribas Fortis Bébé au Naturel overnemen. Start-ups zoals Kazidomi hebben een bank nodig die snel reageert. Als er een kans opduikt, om een ander bedrijf over te nemen bijvoorbeeld, is er geen tijd te verliezen. Dossier analyseren, geld beschikbaar maken … BNP Paribas Fortis reageerde altijd meteen en enthousiast en is ons gevolgd in 99 procent van wat we vroegen”, vertelt de CEO opgetogen.

Kazidomi bestaat nu acht jaar en levert 4.000 producten over heel Europa. De Belgische start-up realiseert 90 procent van zijn verkoop via de website en 10 procent via externe kanalen, zoals Delhaize.

Intussen lanceerde Kazidomi ook het eigen merk Kazidomi, met 200 eigen producten. “Door rechtstreeks met de producenten samen te werken, kunnen we de beste producten leveren tegen de beste prijs.”

https://www.kazidomi.com/nl

Kazidomi is klaar om de wereld te veranderen. Ontdek nog meer boeiende verhalen van ondernemers.

Discover More

Contact
Top