Article

18.11.2020

Samen naar een koolstofarme economie: onze bank werkte mee aan de Europese CO2 Value Day

Op 10 november vond de vierde ‘CO2 Value Day’ online plaats. Tijdens het evenement, dat we als partner mee hielpen opzetten, werd de vooruitgang in de ontwikkeling van de CCU-industrie geëvalueerd.

Bij BNP Paribas Fortis zijn we blij dat we dit evenement logistiek mee mogelijk konden maken, want het onderwerp CCU (Carbon Capture & Utilisation) ligt ons nauw aan het hart vanuit onze eigen inspanningen voor een koolstofarme economie.

Over CCU en CO2 Value Europe

‘Carbon Capture & Utilisation’ (koolstofafvang en -gebruik) omvat alle industriële processen die gericht zijn op het afvangen van CO2 - uit industriële bronnen of rechtstreeks uit de lucht - en het omzetten van die koolstofdioxide in bruikbare producten. Koolstof is vandaag dus niet uitsluitend nog een afvalstof, maar kan hergebruikt worden als grondstof voor heel wat toepassingen, bv. bouwmaterialen, de aanmaak van brandstoffen en in de chemische industrie.

CO2 Value Europe, een Europese organisatie die opgericht werd in 2017, wil de ontwikkeling en marktintroductie van deze duurzame industriële oplossingen bevorderen, om zo bij te dragen aan de vermindering van de wereldwijde CO2-uitstoot en aan de diversificatie van de grondstoffenbasis, weg van fossiele olie en gas. De organisatie verenigt meer dan 50 bedrijven uit diverse sectoren in heel Europa, waaronder 12 multinationals. Als enige financiële partner ondersteunen wij CO2 Value Europe door de organisatie toegang te geven tot onze expertise en ons netwerk.

Het evenement

De CO2 Value Day is voor alle leden van CO2 Value Europe telkens een unieke gelegenheid om de gemeenschappelijke vooruitgang in de ontwikkeling van de CCU-industrie te evalueren. Het evenement was dit jaar opnieuw een mix van plenaire presentaties, keynotespeeches en interactieve workshops.

Na een verwelkoming en een introductie door Stefanie Kesting, voorzitster van CO2 Value Europe, nam Sebastien Soleille het woord. Als Global Head of Energy Transition & Environment bij onze bank had hij het over de rol van banken bij het ondersteunen van duurzame ontwikkeling. Een verantwoordelijkheid die we bij BNP Paribas Fortis niet licht opnemen: met ons Sustainable Business Competence Centre helpen we al jaren bedrijven bij hun duurzame transitie. We focussen daarbij op 4 pijlers: decarbonisering, circulaire economie, menselijk kapitaal en slimme steden.

Daarna sprak Vincent Basuyau, Policy Officer bij DG GROW over CCU in de huidige EU-beleidscontext. Daarbij ging het vooral over het ‘Innovation Fund’, dat door Europa opgericht werd om te investeren in innovatieve projecten die industriële activiteiten in Europa koolstofvrij maken.

Ook de plannen voor 2021 werden uit de doeken gedaan. CO2 Value Europe zal het komende jaar vooral focussen op de verdere ontwikkeling en de markttoepassingen van CCU-technologieën. Het doel is om de vele verschillende spelers die betrokken zijn bij CO2-gebruik in Europa te coördineren, hun inspanningen in de waardeketen te integreren en de ambassadeur te worden van de CO2-gebruiksgemeenschap richting beleidsmakers en financiers. Want een gunstig wettelijk en marktkader is een vereiste om CCU-oplossingen commercieel te kunnen inzetten.

CO2 Value Europe wil de verdere ontwikkeling van CCU-technologieën stimuleren door:

  • oplossingen te bieden om de netto CO2-uitstoot van moeilijk te decarboniseren sectoren te verkleinen, zoals de energie-intensieve procesindustrieën (bv. cement en kalk, chemicaliën, staal en andere metalen) of de transportsector;
  • negatieve emissies te creëren bij het afzonderen van CO2 in bouwmaterialen die ontstaan door de carbonatatie van mineraal afval;
  • een alternatieve grondstof aan te bieden voor de productie van chemische bouwstenen en ter vervanging van fossiele olie en gas;
  • de opslag en het transport van hernieuwbare energie te vergemakkelijken, waardoor de transitie van energiesystemen in de EU wordt versneld;

Er was ook tijd voor twee break-outsessies: tijdens de eerste werd er gesproken over de ontwikkeling van een strategie om een regelgevend kader te creëren dat CCU-technologieën ondersteunt.

De tweede sessie ging over projecten en financiering. Daarin vertelde o.a. Aymeric Olibet, Sustainable Business Advisor bij BNP Paribas Fortis, over de oplossingen die we met ons Sustainable Business Competence Centre aan bedrijven bieden. Daarnaast had hij het ook over het financieren van duurzame projecten via green bonds en green loans, en over blended finance, een mix van publieke en privéfinanciering.

Tot slot konden de deelnemers tijdens online speedmeetings in contact komen met andere deelnemers.

Article

20.08.2020

Bomen: kampioenen in koolstofcaptatie

Nieuwe bossen om de gevolgen van de klimaatopwarming tegen te gaan. Dat is de ambitie die WeForest samen met zijn partners succesvol wist waar te maken. Wij spraken met Marie-Noëlle Keijzer, CEO en medeoprichtster.

WeForest is al tien jaar lang actief in de strijd tegen de ontbossing. Hoe ziet u de evolutie van de houding van bedrijven ten opzichte van de klimaatuitdagingen?

Marie-Noëlle Keijzer: "In het begin moest ik bij de CEO's gaan aankloppen om te proberen hen te overtuigen en ons model te verkopen: projecten die bedrijven makkelijker toegang bieden tot herbebossing ten voordele van het klimaat. Vandaag is er gelukkig een pak meer enthousiasme: wij krijgen ontzettend veel aanvragen van bedrijven en zelfs van organisaties zoals de onze. Dat is een goed teken! Het betekent dat steeds meer spelers zich bewust beginnen te worden van de klimaatdreiging. Maar er is nog niets gewonnen ... We moeten inspanningen blijven leveren."

 

Een echte verandering van paradigma?

MNK: "Goedschiks of kwaadschiks, er is wel degelijk een globale beweging in die richting. Tal van bedrijven zijn bijvoorbeeld 'verplicht' om zich te engageren, omdat ze onder druk worden gezet door hun stakeholders (investeerders, klanten enz.). Sommige groepen eisen koolstofneutraliteit bij hun leveranciers of een echt duurzaam engagement bij hun verschillende partners. En dan is er ook nog de steeds grotere verplichting om een niet-financiële reporting op te stellen ... We zien bovendien dat bedrijven die al verder staan in hun milieuaanpak, ook de schade uit het verleden willen herstellen. Dat is bemoedigend."

 

Wat heeft WeForest de bedrijven te bieden?

MNK: "De koolstofcompensatie is een mainstreamconcept. Maar we bieden meer dan dat ... CO2 op zich zegt niet veel. Koolstofkredieten kopen is abstract en simplistisch. Kunnen bijdragen aan het herstel van de natuur in een bepaald geografisch gebied is daarentegen een reëel project, een sterk engagement. Op die manier kan het bedrijf zijn partners een echt verhaal vertellen. Het kan communiceren over zijn investering in onze planeet, bijvoorbeeld door klanten de mogelijkheid te bieden 'een boom te planten bij de aankoop van een bepaald product'. Er zit echt iets concreets achter die aanpak."

 

Uw aanpak gaat dus verder dan herbebossing alleen ...

MNK: "Klopt. Onze projecten zijn niet beperkt tot het aanplanten van bomen. Je kunt trouwens beter een oud bos beschermen dan een nieuw aan te leggen. Daarom leggen wij de nadruk op het behoud en het herstel van de bossen. Onze aanpak is duurzaam en continu. Je moet bomen niet alleen doen groeien, maar ook verzorgen en beschermen. Anders zouden ze bijvoorbeeld gekapt worden voor de behoeften van de lokale bevolking. Wij werken dus met hen (bijvoorbeeld de boeren) samen om hen bewust te maken en hen alternatieven aan te reiken. En net dat maakt ons werk zo complex: onze projecten zijn duurzaam in alle opzichten (milieu, sociaal-economisch enz.)."

 

Hoe verloopt dat op het terrein?

MNK: "Wij hebben niet meer ons hele leven voor ons. Ons doel is dus een snelle, duurzame en efficiënte impact. Daarom werken we samen met partners ter plaatse. Dat zijn ngo's die al een boomkwekerij hebben bijvoorbeeld, of initiatieven die samenwerken met de lokale bevolking. Wij helpen hen te groeien, zich verder te ontwikkelen en zich sneller te verbeteren. Wij spelen echt de rol van projectcoördinator: wij organiseren coachings, opleidingen, bewustmakingsacties enz. De bedoeling is onze expertise te delen om samen vooruit te gaan!"

 

En wat betekent dat concreet voor de partnerbedrijven?

MNK: "Neem nu het voorbeeld van een multinational die duizenden tonnen CO2 per jaar produceert. De bedoeling van dat bedrijf zou kunnen zijn om dat uitstootvolume te compenseren om tegen 2030 koolstofneutraal te zijn. Op basis van een reeks parameters en berekeningen stellen wij dan een project op maat voor waarmee dat bedrijf op termijn koolstofkredieten kan genereren. Dat alles wordt gecertificeerd zodat het bedrijf alle garanties heeft. Temeer omdat het bedrijf ook het herbebossingsproject voorfinanciert. Het engageert zich dus echt op lange termijn. Die 20 of 30 jaar heb je ook echt wel nodig om een mooi en divers bos te zien groeien. De projecten zijn uiteraard zeer gevarieerd en sommige bedrijven kopen liever onmiddellijk kredieten om meteen neutraal te zijn ... Maar wij geven de voorkeur aan samenwerkingen op lange termijn!" 

 

Welke soorten bedrijven engageren zich zoal?

MNK: "Bedrijven van allerlei omvang en uit alle sectoren: van internetgiganten tot oliebedrijven, en van banken tot jonge en zeer geëngageerde start-ups. Wij waken echter ook over de globale samenhang van hun intenties om opportunistische keuzes te vermijden. Gewoon betalen om bomen te planten, volstaat niet: het engagement moet passen in een bredere strategie en de toepassing van andere duurzame maatregelen. We herinneren hen er altijd eerst aan dat koolstof schadelijk is! Ze moeten dus in de eerste plaats hun koolstofvoetafdruk meten en de uitstoot van broeikasgassen vermijden. Vervolgens moeten ze hun niet te reduceren uitstoot zo veel mogelijk terugdringen ... en pas daarna de uitgestoten CO2 compenseren."

 

Kunt u ons wat meer vertellen over de concrete impact van uw verschillende acties?

MNK: "Eind vorig jaar hadden we bijna 25 miljoen bomen geplant op een totaaloppervlak van 23.000 hectare bos. Een boom heeft iets magisch. Het is de beste technologie ter wereld om koolstof op te vangen. Maar het gaat niet alleen om gewoon bomen planten: we dragen bij aan het herstel van de biodiversiteit en de transformatie van de landschappen. Een globale ambitie voor het milieu én voor de lokale bevolkingsgroepen. Het ene kan bovendien niet zonder het andere: we gaan op zoek naar ecologische integriteit om het menselijke welzijn te verbeteren en zo de bescherming van de bossen op lange termijn te garanderen. Daarom evalueren we onze impact op volledige gebieden. In tien jaar tijd werkten we al aan meer dan 180.000 hectare en we mikken op 250.000 hectare tegen 2021."

 

De huidige pandemie heeft zware gevolgen voor de planeet. Hoe ziet u de toekomst in dat opzicht?

MNK: "Eerst en vooral denk ik dat het coronavirus een rechtstreeks gevolg is van de milieusituatie. Het verlies van biodiversiteit en het vernietigen van de bossen liggen aan de basis van tal van onregelmatigheden. Denk bijvoorbeeld maar aan wilde diersoorten die allerlei ziektes dragen waartegen wij niet immuun zijn. Er wordt ook een economische recessie aangekondigd ... Waarschijnlijk zal die ook de milieu-initiatieven afremmen. Wij hebben echter geen keuze en blijven ons inzetten om in te spelen op de klimaatdreiging. Het ecologische bewustzijn is er: dat moeten we vasthouden om de uitdaging aan te gaan en de wereld te veranderen."

 

Onze experten van het Sustainable Business Competence Centre
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
Article

02.05.2019

CO2 neutraal worden, het kan nog

De klimaatexperts delen dezelfde mening: de uitstoot van CO2 moet zo snel mogelijk verminderen. Een opvang van CO2 figureert tussen de mogelijke oplossingen, maar staat nog in de kinderschoenen. Wij hebben een rol te spelen!

CO2 is niet alleen een reststof die in de atmosfeer wordt gelost na verbranding van fossiele brandstoffen, het kan ook dienen als grondstof. Het capteren, opslaan of hergebruiken van CO2 biedt dan ook heel wat kansen voor de strijd tegen de klimaatopwarming.

“Kennisdelen is een belangrijk deel van de opdracht van het SBCC”, vertelt initiatiefnemer Aymeric Olibet van het Sustainable Business Competence Centre. “We moeten meer dan ooit met onze klanten praten over de klimaatrisico’s, de energietransitie en duurzaamheid in het algemeen. Het delen van kennis en best practices en het samenbrengen van de diverse experts speelt daarin een sleutelrol”.

Nog 10 jaar

Dat het hoog tijd is om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen, werd overvloedig geïllustreerd door Xavier Pouria, klimaatwetenschapper bij ECORES. Zijn boodschap is heel duidelijk: “we hebben nog 10 jaar om deCO2-uitstoot drastisch naar beneden te krijgen, willen we de temperatuurstijging op aarde beperken tot 1,5 graden Celsius. En dat is nodig om te vermijden dat het ecosysteem op aarde ongecontroleerd wijzigt waardoor steeds meer oogsten mislukken, de visvangst verder daalt, extreme weersituaties frequenter voorvallen, met de bijhorende gevolgen op sociaal en geopolitiek vlak”.

Streven naar een volledige zero emissie van CO2 tegen 2050 is volgens hem de enige duurzame oplossing voor de klimaatproblematiek. En dat kan op drie manieren: het  globaal energieverbruik verlagen, een transitie naar carbon neutrale energieproductie stimuleren en het uit de lucht halen en stockeren van CO2 in materialen, in biomassa (energie) of in de natuur (bomen of onder de grond).

CO2-industrie in opmars

Damien Dallemagne van CO2 Value toonde aan dat er zich stilaan een industrie ontwikkelt rond het opslaan en gebruiken van CO2. Zo wordt vandaag CO2 al gebruikt als grondstof voor beton of bouwstenen. Jan Theulen van Heidelberg Cement schetste hoe zijn onderneming CO2 uit de cementfabrieken recupereert en opnieuw gebruikt in de productie van cement.

Stanislas Vandenberg van TOTAL legde de plannen van de energiereus uit om CO2 op te slaan in oude gaswinningssites in Noorwegen en de UK. En Daniel Marenne van ENGIE illustreerde hoe CO2 kan worden gerecycleerd om brandstof te produceren of gebruikt als basisgrondstof voor de chemische sector.

Christoph Beuttler van Climeworks presenteerde zijn technologie om CO2 direct uit de lucht te halen en te verkopen aan industriële klanten uit de landbouw- en voedingssector of de automobielindustrie. Volgens hem wordt CO2 opgevangen in de industrie, in de toekomst mogelijk een schaarse grondstof en hebben we er alle belang bij om het rechtstreeks uit de lucht te halen.

Carbon offset voor bedrijven

Sebastien Nunes, CEO van ClimateSeed kwam tot slot hun initiatief voorstellen. ClimateSeed is een platform dat bedrijven en lokale autoriteiten die hun CO2-uitstoot willen compenseren samenbrengt met projectontwikkelaars die duurzame projecten implementeren om CO2-uitstoot te vermijden of te capteren. Deze online marktplaats is een initiatief van de Groep BNP Paribas om de vrijwillige handel in emissierechten transparanter en sneller te maken.

Alle experts waren het eens over één ding:  Carbon Capturing & Storage is noodzakelijk om de objectieven te halen, maar de industriële verwerking van CO staat nog in zijn kinderschoenen.

Hoe kunnen wij als bedrijf bijdragen aan de eliminatie van koolstof en het creëren van een markt voor CO2-producten? Laten we erover praten! Ontdek ook de voordelen van ons Sustainable Business Competence Centre.

Article

20.12.2024

Arval: uw mobiliteit in 2025

Corporate Sales Director Laurent Mélignon van Arval, marktleider in full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen, kijkt in de toekomst. Wat brengt 2025 voor de sector en uw mobiliteit?

Arval is een onderdeel van de Commercial, Personal Banking & Services-afdeling binnen de BNP Paribas-groep. Het speelt als marktleider een sleutelrol in het aanbieden van full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen. Vanuit die positie zit Laurent Mélignon, Corporate Sales Director van Arval, op de geknipte stoel om te kijken wat 2025 zal brengen.

Arval leidt een sector waarin heel wat in beweging is: de manier waarop ondernemingen en privépersonen over mobiliteit denken en ermee omgaan, is allang niet meer klassiek te noemen. Mélignon ziet daar verschillende oorzaken voor: “In ons land is, ten eerste, de fiscaliteit de motor van veel veranderingsprocessen. Die fiscaliteit is gelinkt aan loonkost: veel ondernemingen zien bedrijfswagens als een fiscaalvriendelijk alternatief om de verloning te maximaliseren die ze aan hun personeel gunnen. Het personeel, op zijn beurt, ervaart het als een manier om met échte, tastbare zaken vergoed te worden, zonder dat de fiscus hen daarvoor extra viseert. In die geest evolueert het fiscale kader ook in het komende jaar volop mee met de evolutie van onze maatschappij. Het federale mobiliteitsbudget en de fietsvergoeding, bijvoorbeeld, of een heel aantal opties als het cafetariaplan of het flex-incomeplan: het zijn maar enkele mogelijkheden waarmee ondernemingen hun loonpakket kunnen inzetten om medewerkers te motiveren.”

Maar de Corporate Sales Director van Arval ziet nog meer motoren van verandering rond mobiliteit. Mélignon: “Ook onze hele mobiliteitscultuur is aan het veranderen – een trend die zich in 2025 zéker zal doorzetten. De jonge generatie is veel minder gehecht aan de status waarvoor de firmawagen jarenlang heeft gestaan. Ze springen met evenveel plezier op de fiets, de bus of in de deelauto – afhankelijk, natuurlijk, van waar de onderneming is gevestigd. Tot slot zijn er ook nog macro-economische elementen die de verandering aandrijven. Dan heb ik het over het toenemende verkeersinfarct waarmee veel steden kampen, maar ook over het groeiende bewustzijn van heel veel mensen en economische spelers binnen de energietransitie. Stilaan worden we ons allemaal bewust van de nood aan groene verandering en andere mobiliteitskeuzes. Daar is allang geen twijfel meer over.”

Flexibele complexiteit

De mobiliteitsmix zal in de toekomst alleen nog maar sterker worden. Mélignon: “Daar zit een groot deel van onze missie: het zijn en blijven van een one-stop-shop, die aan ondernemingen de mogelijkheid biedt om in termen van flexibele verloning te denken. Een nieuwe werknemer, bijvoorbeeld een vrijgezel zonder gezin, heeft andere mobiliteitsnoden dan zijn of haar collega, een vrouw of man met twee kinderen en een eigen huis op het platteland of in de stad. Nu die nood almaar sterker en meer ingeburgerd wordt, vormt Arval de ideale partner om ondernemingen te voorzien van kennis en ontzorging ter zake. Wij maken het mogelijk voor werkgevers om flexibiliteit aan te bieden, door de bijgaande complexiteit voor onze rekening te nemen.”

Positieve mindset

Mélignon ziet in 2025 de omslag naar elektrische mobiliteit op volle kracht verdergaan: “Als ik kijk naar de ondernemingen, zie ik dat 80% van alle nieuwe bestellingen elektrisch is. In vergelijking met de particuliere markt, is dat enorm: daar raken we niet eens aan 20%. De elektrificatie van de Belgische vloot wordt dus voornamelijk door de ondernemingen voortgestuwd. Ik zie dat er op dit moment al aankondigingen en initiatieven zijn om het federale mobiliteitsbudget nog licht aan te passen en te verfijnen. Het zou dus kunnen dat we de komende maanden meer en meer mensen zien die hun bedrijfswagen laten staan en in dat bijgestuurde budget stappen. Ook daar wil Arval klaarstaan met een positieve mindset en heel wat knowhow, in onze rol van ‘full mobility provider’.”

Kantelpunt

Het langverwachte kantelpunt naar elektrische mobiliteit, waar de markt al zo lang op zit te wachten, zal volgens Mélignon ook gevolgen hebben voor ondernemingen. Mélignon: “We mogen in 2025 inderdaad een pak meer betaalbare modellen verwachten. Elektrisch rijden zal niet langer enkel voor de ‘happy few’ zijn. Dat is goed voor de particuliere markt, maar ook ondernemingen krijgen daardoor meer mogelijkheden. Bovendien verwacht ik dat wagens met verbrandingsmotor in prijs zullen stijgen. We krijgen die feedback vaak uit de hoek van de constructeurs. Die moeten, als gevolg van de CAFE-normen (Corporate Average Fuel Economy) die hun CO2-uitstoot reguleren, binnenkort enorme boetes betalen als ze die normen niet halen. Het is dus in hun voordeel om de markt richting elektrisch te sturen. Zij zullen hun productiecapaciteit daaraan ook aanpassen: productie na bestelling, in plaats van grote voorraden aan te leggen, wordt vanaf volgend jaar de norm in de sector.”

Toekomstscenario

Tot slot: als leasingmaatschappij ziet Arval de markt in de nabije toekomst ook opengaan richting kleinere en middelgrote ondernemingen, en richting particuliere klanten. Mélignon: “De verandering van de markt zal er volgens ons voor zorgen dat veel ondernemingen, die nu nog kiezen voor de aankoop of financiële leasing van firmawagens, zullen opteren voor operationele leasing. Daarbij zullen ze het risico rond bijvoorbeeld restwaarde aan ons uitbesteden. We vervullen daar onze rol van marktleider ten volle: wij zien dat als een scenario voor de nabije toekomst, waarop we ons nu al volop aan het voorbereiden zijn.”

Article

16.12.2024

“De digitale kloof blijft hardnekkig”

“Niet alleen ouderen, maar ook jongeren en werkenden missen digitale vaardigheden”, zegt Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll.

Ondanks de groeiende digitalisering blijven veel mensen achter. In België loopt 40% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar het risico op digitale uitsluiting. Hoewel ouderen vaak als de meest kwetsbare groep worden gezien, blijkt dat ook jongeren het digitaal moeilijk hebben. Bij jongeren tussen 16 en 24 jaar heeft bijna een derde zwakke digitale vaardigheden, met een piek van 52% bij jongeren met een laag diploma.

Dat zijn best verrassende cijfers. Jongeren groeien toch op met digitale tools?

“Mensen denken vaak dat jongeren ‘digital natives’ zijn omdat ze handig zijn met sociale media. Maar een TikTok-filmpje maken of scrollen op Instagram betekent nog niet dat je online kan bankieren of een sollicitatieformulier kan invullen.”

Ook armoede speelt een grote rol bij de digitale kloof.

“Absoluut. Voor 25% van mensen in armoede is een smartphone het enige digitale toestel dat ze hebben. Hoewel dat een basisvorm van toegang biedt, is een smartphone vaak ongeschikt voor belangrijke taken zoals het opstellen van een cv of het indienen van een belastingaangifte. Zonder een computer of stabiel internet blijven veel digitale deuren gesloten.”

Wat zijn nog meer redenen voor die digitale kloof?

“Vaak missen mensen de nodige digitale skills. Ze hebben nooit basisvaardigheden geleerd zoals een zoekmachine gebruiken, een bijlage toevoegen aan een e-mail of een app downloaden. Zonder die kennis wordt de digitale wereld ontoegankelijk. En dan is er nog digitale stress. Angst om fouten te maken, gehackt te worden of privacy te verliezen houdt velen tegen. Zelfs als de vaardigheden er zijn, kiezen sommigen er bewust voor om geen gebruik te maken van digitale diensten. Technologie roept bij hen wantrouwen en onrust op en dat zorgt voor een belangrijke barrière.”

Welke rol kunnen bedrijven spelen om die kloof te dichten?

“Bedrijven kunnen een sleutelrol spelen op verschillende vlakken. Het is niet alleen een sociaal probleem, maar ook een economische uitdaging. Minder digitale mensen zijn vandaag zowel klanten als potentiële werknemers. Daar als bedrijf bewust van zijn, is de belangrijkste eerste stap. Maar ook werknemers ondersteunen is nodig. De medewerkers van de groendienst in Gent kregen bijvoorbeeld een opleiding om hun belastingaangifte online in te vullen. Dergelijke initiatieven geven mensen praktische vaardigheden én zelfvertrouwen. En tot slot moeten bedrijven een digitale check doen. Meten is weten. Het is niet omdat iemand dagelijks met een laptop werkt, dat die persoon digitaal vaardig is.”

Wat doet BNP Paribas Fortis concreet om digitale inclusie te bevorderen?

“Er lopen verschillende initiatieven. In 2020 hebben we DigitAll opgericht, een platform om kennis en ‘best practices’ te delen rond digitale inclusie. Vandaag brengen we meer dan 130 organisaties samen. DigitAll ontwikkelde bijvoorbeeld een checklist waarmee bedrijven kunnen testen hoe toegankelijk hun apps en websites zijn. Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken. Sinds 2021 ondersteunt de bank ook een leerstoel aan de VUB die de link tussen digitale inclusie en mensenrechten onderzoekt.”

Hoe belangrijk zijn tools in dit verhaal?

“Gebruiksvriendelijke tools zijn een must. Zo werken wij samen met Emporia, een fabrikant van gebruiksvriendelijke smartphones voor minder digitaal vaardige gebruikers. Bij klanten die zo’n smartphone aankopen, installeren we vooraf onze app.”

Digitale stress kwam al aan bod, hoe vang je dat op?

“Via bewustwordingscampagnes. We willen dat onze klanten onze tools met vertrouwen gebruiken. De bank heeft ook oog voor digitaal minder vaardige klanten. Dankzij ons partnership met bpost kunnen alle klanten terecht in het postkantoor van hun dorp voor alle basisbankverrichtingen.”

Bedrijven hebben er dus alle belang bij om digitale inclusie te bevorderen?

“Zo is dat. Digitale inclusie vraagt een blijvende inspanning, ook van overheden en onderwijsinstellingen. Niemand mag achterblijven. Bedrijven die nu actie ondernemen, werken niet alleen mee aan een betere samenleving, maar ook aan hun eigen toekomst in een wereld die steeds digitaler wordt.”

“Zonder gedegen digitale vaardigheden blijven veel digitale deuren gesloten.”
“Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken.”
“Beperkte digitale vaardigheden blijven een barrière voor het dichten van de digitale kloof.”

Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll

Discover More

Contact
Top