Tegen 2020 mikken we op 20 miljoen euro omzet
Het nietsdoen beu Steeds complexer Een vertrouwd gezicht Campus vol innovatie Prefab stookplaats Winst en het wij-gevoel Cash is king Erkenning voor de ploegBelcotec uit Geel, gespecialiseerd in verwarming, ventilatie en koeling, startte op in 2012 en draaide in 2018 al bijna 20 miljoen euro omzet. Die indrukwekkende groeispurt leverde het bedrijf de Trends Gazelle 2018 op voor de regio Antwerpen in de categorie middelgrote ondernemingen. Hoe verklaart CEO Jan Vangeel dit succesverhaal?
Belcotec verhuisde in mei 2017 naar de Willisbuilding. De nieuwbouw is een indrukwekkend staaltje van wat vandaag mogelijk is met verwarming, koeling en sanitair en is genoemd naar Willis Carrier, de uitvinder van de moderne airco. Daarmee is Belcotec de eerste onderneming die op de Innovatiecampus in Geel neerstrijkt. De komende jaren krijgt het daar het gezelschap van bedrijven die dezelfde ambitie delen: inzetten op technologische innovatie. Fossiele brandstoffen komen daar niet meer aan te pas, vertelt CEO Jan Vangeel. “Het lag voor de hand dat we met ons eigen gebouw een statement wilden maken. Koelen en verwarmen gebeurt via een laagenergieplafond en we ventileren met warmterecuperatie. Onze energie halen we uit de grond met KWO - koude-warmteopslag - gekoppeld aan warmtepompen. De CO2-uitstoot is nul. Elektriciteit wekken we op met zonnepanelen.”
"De enige rem op verdere groei is de krapte op de arbeidsmarkt." Jan Vangeel, CEO Belcotec
Het nietsdoen beu
Jan Vangeel praat over verwarming en koeling alsof hij er al een leven lang mee bezig is. Niets is minder waar. Jan zat zeventien jaar in het management van Agfa-Gevaert, de Belgische multinational die IT- en beeldvormingssystemen ontwikkelt. Op zijn veertigste besliste hij dat het tijd was voor iets nieuws.
Jan Vangeel: “Een midlifecrisis zeker? (lacht). Ik had bij Agfa-Gevaert alles gedaan wat ik ooit in zo’n internationale omgeving had willen doen. Ik ben in 2008 vertrokken, zonder een welomlijnd idee van mijn toekomst. Maar na een paar maanden was ik het nietsdoen beu. Ik wilde graag in een kmo werken. Via via kon ik aan de slag als operationele manager van een HVAC-bedrijf (Heating, Ventilation and Air Conditioning). Toen dat bedrijf snel daarna verkocht werd, ben ik in 2012 aan mijn eigen verhaal begonnen. In dezelfde sector, want die kende ik intussen al. Het resultaat was Belcotec.”
Steeds complexer
Een wit blad papier, de balans op nul, geen referenties: de start van Belcotec had een hoog calimero-gehalte. Met een handvol eigen personeel en enkele onderaannemers draaide de nieuwkomer in 2012 toch meer dan 1 miljoen euro omzet. Wat volgde, was een serie indrukwekkende groeispurten, met als voorlopig hoogtepunt de 20 miljoen omzet van vorig jaar. Het leverde Belcotec de Trends Gazelle 2018 voor de regio Antwerpen op in de categorie middelgrote ondernemingen.
Jan Vangeel: “Onze actieradius ligt in een straal van 100 kilometer rond Geel: van Antwerpen en Brussel in het westen tot Limburg in het oosten. We realiseren systemen van 300.000 tot 4 à 5 miljoen euro, meestal in nieuwbouwprojecten. Die projecten worden steeds complexer. Zo werken we mee aan het Niras-project in Dessel voor de bovengrondse opslag van laagradioactief afval.”
Een vertrouwd gezicht
Zo snel groeien is niet voor iedereen weggelegd. Wat is het geheim? Belcotec heeft een mix van troeven. Zo wordt er heel planmatig en structureel gewerkt.
Jan Vangeel; “In 2014 waren we twee jaar bezig en hebben we beslist: tegen 2020 mikken we op 20 miljoen euro omzet. Dat wilde zeggen: in 2015 grond zoeken, in 2016 bouwen en in 2017 verhuizen. Een ander sterk punt is onze wendbaarheid. Van onze vijf grootste concurrenten maken er vier deel uit van een multinational. Wij zijn helemaal onafhankelijk. De overhead is beperkt, we kunnen flexibel op vragen ingaan en we staan dicht bij onze klanten, die we zo veel mogelijk zorgen uit handen nemen. Als er een probleem opduikt, staan wij als directiezelf klaar. Ook grote bouwbedrijven zien graag een vertrouwd gezicht.”
Campus vol innovatie
Dat Belcotec zijn Willisbuilding op de Innovatiecampus in Geel bouwde, is een bewuste keuze. De campus wordt een zone voor hoogtechnologische bedrijven, die nauw samenwerken met de KU Leuven en de Thomas More hogeschool.
Jan Vangeel: “Dat gaat in twee richtingen. Studenten kunnen bijvoorbeeld bij ons stage lopen, terwijl wij af en toe gastcolleges geven. We doen ook samen praktijkgericht onderzoek. Zo werken we momenteel samen aan een project rond duurzaam koelen.”
“De universiteit en de hogeschool zijn partners in onze zoektocht naar innovatie.”Jan Vangeel, CEO Belcotec
Prefab stookplaats
Belcotec besteedt ook veel aandacht aan R&D en wil in de sector een voorloper zijn in innovatieve technieken. Het is sterk in 3D BIM-software, wat staat voor Bouw Informatie Model. Jan Vangeel: “We hebben drie softwareprogrammeurs die niets anders doen dan gebouwbeheerssystemen programmeren. Verwarming, koeling, ventilatie en sanitair vormen een belangrijk onderdeel van elk bouwproject. Tegenwoordig werken we steeds vaker vanuit een conceptnota die we bestuderen en zelf vertalen naar installaties die aan de eisen van de klant voldoen.” De 3D-software zal ook voor tijdswinst zorgen. Hij vormt immers de basis voor een prefab-aanpak. Klassiek worden stookplaatsen en andere grote technische ruimtes op de werf zelf in elkaar gestoken. Belcotec zal die installaties steeds vaker op voorhand in eigen huis bouwen, om ze dan snel en ongehinderd in de nieuwbouw te plaatsen.
Winst en het wij-gevoel
Jan Vangeel omschrijft Belcotec als een ‘mensenbedrijf’, waar de medewerkers het verschil maken. De grote uitdaging? Die mensen vinden. Tot nu toe rekruteerde het bedrijf gemiddeld één nieuwe medewerker per maand.
Jan Vangeel: “In de nasleep van de crisis van 2008 raakten we tamelijk vlot aan personeel. Dat is intussen een stuk moeilijker geworden. Dat kan een rem op onze groei zetten. Er is werk genoeg, maar we moeten het kunnen bolwerken. De elastiek mag niet breken. Bedienden rekruteren, dat lukt nog behoorlijk. Arbeiders vinden is een probleem, zeker als het om werfleiders gaat.“
“De enige rem op verdere groei is de krapte op de arbeidsmarkt.”Jan Vangeel, CEO Belcotec
De start, de snelle groei, de verhuis naar een indrukwekkende nieuwbouw en nu ook de titel van Trends Gazelle: de wind zit in de rug en daar is iedereen trots op.
Jan Vangeel: “Dat wij-gevoel zwengelen we bewust aan. Op de laatste werkdag voor de zomer- en de kerstvakantie komen alle bedienden en arbeiders hier samen voor een event. We rapporteren over de cijfers en organiseren workshops. Na de middag wordt er plezier gemaakt en gegeten. Het zorgt ervoor dat de mensen zich gewaardeerd voelen en dat de sfeer goed is.”
Cash is king
Wie snel groeit, verbrandt veel cash. Wat is de rol van de bank in dit verhaal?
Jan Vangeel: “De bank moet een partner zijn waarmee we transparant en in vertrouwen kunnen praten. Ze begrijpt ons, kent onze ambities en staat klaar om in actie te schieten als dat nodig is. Concreet? We hebben nooit veel financiering nodig gehad. Eigenlijk waren we vanaf het eerste jaar al cashpositief en zelffinancierend. Elke medewerker is ervan doordrongen: cash is king! (lacht). We hebben de bank wel vaak nodig voor bankgaranties, die we aan onze opdrachtgevers moeten verlenen, voor het geval er iets fout loopt tijdens het bouwproces. Daarnaast hebben we ook bij de bank aangeklopt voor de financiering van onze nieuwbouw. Dat ging zonder problemen. Het is plezierig ondernemen als het financieel goed gaat.”
Erkenning voor de ploeg
De bekroning tot Trends Gazelle 2018 is een erkenning voor de hele ploeg, vindt de CEO. Nochtans moet je op de website van Belcotec ver doorklikken om een verwijzing naar de prijs te vinden.
Jan Vangeel: “We willen wel ‘stoefen’, maar we kunnen de vraag nu al niet aan. Vorig jaar kregen we zevenhonderd prijsaanvragen binnen, voor 2019 zijn dat er al negenhonderd. We hebben nog geen euro aan reclame besteed. Dat gaan we nu wel doen om ons zusterbedrijf Clevr meer naambekendheid te geven. Tegelijk beseffen we heel goed dat succes en waardering relatief zijn. We zullen het in de toekomst telkens weer moeten waarmaken.”