Article

21.11.2018

De grote uitdaging voor de banken: openheid en samenwerking

Net als alle andere sectoren, krijgt ook de banksector te maken met de steeds snellere technologische vooruitgang en de daarbij horende nieuwe uitdagingen. Innoveren is vandaag dan ook meer dan ooit een van hun grootste bekommernissen ...

Nieuwe trends, technologische vooruitgang en veranderende klantenbehoeften: ook in de banksector staat de tijd niet stil. Consumenten gaan niet meer op zoek naar de 'beste' bank, maar willen een goed uitgewerkte en doeltreffende klantervaring. Tegelijkertijd krijgen de banken meer dan ooit concurrentie van nieuwkomers zoals de techreuzen (Google, Apple, Facebook of Amazon), de pure players die hun diensten enkel online aanbieden of de flexibele en extreem innovatieve fintechbedrijven. Daarnaast moeten de banken rekening houden met grote veranderingen op het vlak van regelgeving. De traditionele spelers hebben het dan ook goed begrepen: ze moeten sneller innoveren, met name via open innovation.                             

De grote uitdaging bij innovatie? Openheid!

Voor banken die willen blijven concurreren, is open innovation dus een must geworden. Die vaststelling lijkt ook te worden bevestigd door het World Retail-rapport (editie 2018) dat werd gepubliceerd door Capgemini en de European Financial Management Association (EFMA). Ondanks de strenge eisen op het vlak van regelgeving en veiligheid wordt de sector steeds toegankelijker en almaar meer multibancair. En dat onder meer dankzij de opmars van open banking, dat ruimte laat voor meer concurrentie en de komst van challengers.

Naast de risico's en gevaren, biedt deze evolutie de traditionele spelers ook nieuwe mogelijkheden. Alleen maar aan de verwachtingen voldoen, volstaat vandaag echter niet meer. Banken moeten innoveren, en wel snel en vaak. Dat verplicht hen bovendien om uit hun isolement te komen wanneer het gaat om onderzoek en ontwikkeling, om zo een nieuwe cultuur van creativiteit uit te bouwen. Innovatie is overal, zowel intern als buiten het bedrijf, aldus Henry Chesbrough, professor aan de Universiteit van Californië en 'vader' van de open innovation. Voor de banken moet open innovation dan ook een echte houding worden ...

360° collaboratieve visie

Innovatie is overal, maar om open innovation efficiënt aan te pakken en deze organisatorische evolutie duurzaam te integreren (vergeleken met een cultuur met een afgezonderd R&D-departement), steunen we op drie belangrijke pijlers:

  • 'Disruptors' als partners. Start-ups en scale-ups hebben enorme troeven op het vlak van flexibiliteit en creativiteit. Banken moeten die dan ook 'benutten' door hen interessante voorwaarden te bieden voor hun verdere ontwikkeling. Incubatoren, acceleratoren, participatie ... Er bestaan mogelijkheden genoeg om de zo cruciale samenwerking tussen de traditionele actoren en de fintechs tot stand te brengen. Ook Capgemini benadrukt deze win-winsamenwerking in zijn World Fintech Report 2018.                    
  • Ondernemingszin centraal in de organisatie. Steeds meer banken organiseren interne programma's waarbij hun personeel wordt aangemoedigd om ideeën te uiten en met elkaar te delen. De idee daarachter is dat creativiteit op alle niveaus van de organisatie kan ontstaan. De uitdaging is dan om die interne rijkdom ook concreet vorm te geven en in de praktijk te brengen.
  • Steunen op 'vertrouwen'. Een ander cruciaal punt bij open innovation is de deelname aan een open community. Concreet wil dat zeggen dat bedrijven hun mensen samenbrengen en aanmoedigen (via hackathons, wedstrijden enz.), maar ook dat ze hun oplossingen delen met anderen. Een uitdaging die benadrukt hoe belangrijk 'vertrouwen' is in een collaboratief proces. En op die manier wordt concurrentie omgezet in samenwerking (coopetition in het Engels).

Strategieën om innovatie te ondersteunen

Capgemini en de EFMA vermelden in hun rapport ook de voornaamste strategieën die door banken worden toegepast om te innoveren en hun digitale transformatie in de praktijk te brengen. De resultaten bevestigen nog eens hoe belangrijk het is om daarbij de principes van open innovation in het achterhoofd te houden.

Helemaal bovenaan staan meer flexibiliteit en de capaciteit om sneller te innoveren, wat concreet wijst op een intensievere samenwerking met de fintechs. Daarna volgen de ontwikkeling van incubatoren en acceleratoren, investeringen in nieuwe technologieën, de vernieuwing van de interne structuren en de uitbouw van digitale businessprocessen. Tot slot zorgen de banken ook nog voor een open IT-architectuur en maken ze komaf met silodenken.

Article

28.11.2018

De rol van intellectuele eigendom bij open innovation

Bedrijven die zich in het avontuur van open innovation willen storten, zijn genoodzaakt om ook even stil te staan bij de kwestie rond intellectuele eigendom. Een duidelijk kader dringt zich op zodat iedere betrokkene ten volle van de samenwerking kan profiteren ...

Van de 2.155 Europese octrooiaanvragen (waarvan 16% van Solvay) die in 2017 werden ingediend door Belgische bedrijven, werden er door het Europees Octrooibureau 1.215 verleend. Dat zijn er heel wat meer dan tien jaar geleden ... En die sterke stijging zien we ook wereldwijd. In het tijdperk van open innovation doet de intellectuele eigendom onvermijdelijk vragen rijzen. Decennialang deden bedrijven immers elk voor zich aan onderzoek en ontwikkeling, maar vandaag komt daar steeds meer verandering in. Er wordt namelijk almaar meer samengewerkt met externe of interne spelers. 'Exclusiviteit' en 'delen' lijken maar moeilijk met elkaar te verzoenen. En toch is een combinatie van de twee broodnodig ...

Facilitator van innovatie

Intellectuele eigendom werd lange tijd gezien als een manier om de concurrentie vast te zetten en zeker te zijn van een bevoorrechte positie op de markt. Die defensieve aanpak lijkt vandaag verleden tijd. Innovatie is immers overal ... Disruptieve start-ups zorgen voor drastische veranderingen op het vlak van innovatie en verplichten bedrijven tot een open aanpak. Maar cocreatie vinden we soms ook binnen het bedrijf, bij de klanten of zelfs bij de concurrentie. Het is dus lang geen privilege meer voor de R&D-departementen van grote groepen. In die context draait intellectuele eigendom dus stilaan niet meer alleen rond exclusiviteit, maar krijgt het zelfs de belangrijke rol van facilitator in het innovatieproces. En inderdaad, ook de European IPR Helpdesk, een contactpunt van de Europese Commissie voor vragen rond intellectuele eigendom, bevestigt dat "de intellectuele eigendom een voordeel wordt in plaats van een barrière".

Nood aan een duidelijk kader

Een van de voornaamste troeven van de intellectuele eigendom is dat het de samenwerking en het innovatieproces helpt te verduidelijken. Iedere partner weet wat de andere kan aanbrengen, welke middelen worden gedeeld en gebruikt, hoe het zit met de governance enz. Er worden dus regels vastgelegd om misvattingen te vermijden: wie doet wat, wie brengt wat aan en wie heeft de controle en de eigendom? Via zo'n duidelijk kader komt een echte samenwerking tot stand, waarbij de overdracht van technologieën en het delen van kennis tussen verschillende entiteiten wordt bevorderd. Vertrouwen is immers een van de sleutelfactoren in het succes van open innovation. Dat vertrouwen staat centraal en moet worden bewaard en zelfs versterkt via een optimaal beheer van de intellectuele eigendomsrechten. Voor de kleinere spelers is dit bovendien een enorme uitdaging, want met een minimum aan good practices inzake intellectuele eigendom kunnen zij hun geloofwaardigheid verhogen en meer technologische of financiële partners aantrekken.

Ontwikkeling van een echte strategie

Zo'n aanpak is evenwel niet eenvoudig en bedrijven kunnen hiervoor een beroep doen op tal van tools. Innovatieprocessen moeten immers steunen op een strategie en dat geldt dus ook voor het beheer van de intellectuele eigendomsrechten. En terecht, want bedrijven die de stap zetten, mogen in de eerste plaats de risico's niet zomaar naast zich neerleggen. Een andere uitdaging is de bescherming van de eigen partners en samenwerkingen en het optimale gebruik van de resultaten van dat partnership. De intellectuele eigendomsrechten zijn tot slot essentieel en moeten dan ook doeltreffend worden beheerd door het bedrijf in kwestie. Om die reden is een grondige denkoefening zeker aangewezen om zo de meest geschikte beschermingsmethodes te bepalen voor de samenwerking, de partner of het project. Die aanpak moet bovendien in lijn liggen met de innovatiestrategie, zodat ze ten volle haar nut kan bewijzen. Zo stelde Microsoft bijvoorbeeld een reeks sleutelprincipes op om zijn cocreatieproject met zijn klanten goed te omkaderen.  

Article

02.03.2018

Open innovatie doet uw onderneming draaien

Openheid is de boodschap! Of toch bij open innovatie. Bedrijven staan voor grote veranderingen, met name op het vlak van technologie. Hierdoor zijn ze verplicht hun creatieprocessen uit te breiden, zowel intern als naar de buitenwereld toe. Dat kan door start-ups te integreren, samen te werken met partners, maar ook (en vooral) door de werknemers te betrekken bij het bedenken van nieuwe ideeën!

Een inclusieve aanpak

Wanneer we het de laatste jaren hebben over creativiteit, innovatie of samenwerking in bedrijven, komt het concept 'open innovatie' steeds ter sprake. Maar wat is het precies? Open innovatie zouden we ook verdeelde, gedeelde of collaboratieve innovatie kunnen noemen. Het idee is echter steeds hetzelfde. Bedrijven moeten nieuwe middelen gebruiken in hun creatieprocessen. Die kunnen ze intern vinden, bij hun eigen medewerkers, of extern, dankzij klanten, partnerships met start-ups, leveranciers of zelfs concurrenten. Met andere woorden: terwijl innovatie vroeger beperkt bleef tot de dienst onderzoek en ontwikkeling (R&D), hebben 'moderne' bedrijven er alle belang bij om breder te gaan. Alleen zo kunnen ze de uitdagingen aangaan van een wereld die op technologisch vlak niet stilstaat.

Oorsprong en definitie

De term open innovatie ontstond in 2003 aan de Universiteit van Berkeley in een werk van professor Henry Chesbrough (directeur van het Center for Open Innovation in Berkeley). Professor Chesbrough bedacht het concept als een “manier van innoveren gebaseerd op het delen en samenwerken tussen bedrijven, in een sfeer van uitwisseling, openheid en vertrouwen”. Een nieuw paradigma dus waarbij 'open innovatie' lijnrecht tegenover 'gesloten innovatie' komt te staan. Bij die laatste aanpak kan de knowhow van een bedrijf immers slechts één weg volgen: van ingang tot uitgang. Bij open innovatie daarentegen kunnen zowel het ontstaan van nieuwe ideeën als het op de markt brengen ervan in verschillende fases van het proces voorkomen. De rijkdom ontstaat dus precies uit die openheid ten opzichte van zowel externe als interne spelers binnen het bedrijf: het ontstaan van nieuwe ideeën, meer innoverende projecten en een betere doorsijpeling van de inventiviteit.

Openheid is de boodschap!

Cocreatie, collectieve intelligentie, open data, crowdsourcing, extra- of intrapreneurschip, enz. Al deze concepten gaan hand in hand met open innovatie. Het gaat immers om een echte cultuurverandering die ervoor zorgt dat het bedrijf zijn creatieprocessen minder stereotiep, meer agile, flexibeler en met meer oog voor de evolutie van zijn omgeving uitwerkt. Kwestie van niet op een dag wakker te worden en vast te stellen dat uw businessmodel (of aanbod) achterhaald is!

Het is dus helemaal geen toeval dat grote bedrijven, met een eerder 'starre' structuur en een rechtlijnige organisatie, er vandaag voor kiezen om te werken met innoverende start-ups. De bedoeling? Zorgen voor een nieuwe dynamiek van innovatie binnen het bedrijf, die meer 'start-up oriented', interactiever en agile is. Deze aanpak mag dan wel vooral voor grote bedrijven bestemd zijn, toch mogen ook kmo's deze innovatiemethode niet naast zich neerleggen. Het is immers een goede manier om hun vitaliteit en reactiviteit veilig te stellen...

Een echte cultuurverandering

Open innovatie beperkt zich echter niet tot de integratie van start-ups. Het gaat immers ook (en zelfs vooral) om een transformatie op het vlak van management, waarbij het volledige interne potentieel van een organisatie wordt gemobiliseerd. Deze cultuurverandering impliceert dus dat de interne organisatie van het bedrijf danig door elkaar wordt geschud. Silodenken en (slechte) gewoontes worden verleden tijd, talenten en ideeën krijgen de bovenhand. Omdat ze zo dicht bij het hele gebeuren staan, zijn de werknemers doorgaans dan ook zeer goed geplaatst om eventuele blokkeringen te begrijpen, verbeterpistes voor te stellen en aan te voelen waar nieuwe opportuniteiten schuilen. Daarbij is dus niet alleen de bewustwording van het management van belang, maar spelen ook de hr-afdelingen een cruciale rol. Zij kunnen de volledige structuur immers warm maken voor open innovatie en bepaalde voorwaarden creëren rond het veranderingsproces. Dat kan onder meer via de invoering van een win-winsituatie waarbij iedereen, zowel werknemers als managers dus, voordelen en toegevoegde waarde kan halen uit de nieuwe aanpak.

De belangrijkste schakels: de werknemers!

Om die bottom-upstroom te creëren, volstaan mooie woorden en theoretische concepten echter niet. Het bedrijf moet concreet aan de slag om alle werknemers bewust te maken van de voordelen van collaboratieve innovatie. Én aantonen dat het ook echt luistert naar de interne medewerkers. Dat alles komt het best tot uiting in een geruststellend, maar stimulerend en dynamisch klimaat waarbij de rol van de werknemer naar waarde wordt geschat en de organisatie openstaat voor zijn ideeën. De hr-afdeling moet bovendien uitkijken naar gemotiveerde vrijwilligers die de transformatie kunnen doortrekken en vrijwaren. Het creëren van een gunstige context (op het vlak van materieel, tijd, geografie, enz.) blijkt eveneens doorslaggevend te zijn, net als een soepele omkadering (met coaching, uitwisselingen met deskundigen, onafhankelijkheid, enz.). Open innovatie bij werknemers krijgt bovendien vaak concreet vorm via onder meer ideeënwedstrijden, hackathons, interne innovatieprijzen of uitwisselingen tussen bedrijven. 

Article

06.11.2018

Open Innovation: een open blik zorgt voor meerdere gezichten

Open Innovation vraagt om een heuse mentaliteitsverandering en werpt zich steeds meer op als de ideale oplossing om het razendsnelle tempo van de technologische – en soms bijhorende regelgevende – evoluties te volgen. Geen trend meer dus, maar een echte must!

Open Innovation is een nieuwe manier om aan onderzoek en ontwikkeling te doen binnen (of zelfs buiten) bedrijven. Het concept werd bedacht door Henry Chesbrough, professor en directeur van het Center for Open Innovation aan de Universiteit van Berkeley. Hij wil op die manier reageren op het feit dat elk bedrijf tegenwoordig voor zichzelf innoveert en daarbij zijn eigen vondsten wil beschermen.

Verandering van mindset

Zijn allereerste artikel dat in 2003 werd gepubliceerd, kreeg de titel 'Open Innovation: The New Imperative for Creating and Profiting from Technology'. Chesbrough voorspelt daarin een verandering van paradigma, waar iedereen het vandaag over eens is: met de 'Uberisering' van de economie, waarin de technologische evolutie steeds sneller gaat en uitgebreider wordt, moeten bedrijven snel innoveren of het risico nemen om die evolutie te ondergaan. Om dat doel te bereiken, volstaat een afzonderlijk en geïsoleerd R&D-departement niet meer. Integendeel zelfs: we moeten de grenzen van de kennis en de creativiteit verleggen, aandacht hebben voor ideeën van buitenaf en de meerwaarde van mensen buiten de eigen organisatie mee opnemen.

Samenwerking troef

Open Innovation betekent dat we nieuwe ideeën, businessmodellen of toegangen tot markten benutten die zowel binnen als buiten het bedrijf ontstaan. Op die manier kunnen we het innovatieproces versnellen. Met andere woorden: we staan ervoor open om tegelijk in- en outside the box te denken. Daarbij focussen we op waardecreatie in plaats van op de eigendom van de innovatie. Door de creativiteit intern te stimuleren en te werken met externe partners, slaan we nieuwe wegen in. De grote bedrijven in sterk veranderende sectoren hebben dat goed begrepen. Zij willen natuurlijk blijven concurreren en knopen daarom relaties aan met start-ups. Start-ups zijn immers een pak soepeler en sneller en beschikken over de nodige flexibiliteit om het over een andere boeg te gooien. Hun kleinere omvang kan echter wel een belemmering zijn om tot een verkoopbare oplossing te komen, met name door hun beperkte financiële en structurele middelen. Op die manier zorgt Open Innovation voor een perfect huwelijk tussen corporate en start-up. Een huwelijk dat uiteraard verschillende vormen kan aannemen ...

Een strategie met meerdere gezichten

De laatste jaren zien we steeds meer ‘Open Innovation-strategieën’. En die hebben betrekking op de meerderheid van de sectoren. Grote bedrijven zijn zich ervan bewust dat er niet één enkele oplossing bestaat en kiezen dus voor een gediversifieerd Open Innovation-beleid dat opgebouwd is rond verschillende instrumenten:

  • Via Open Innovation-platformen is het mogelijk om een probleem voor te leggen aan 'de community' om zo oplossingen uit allerlei hoeken te bekomen (werknemers, leveranciers, betrokken partijen, enz.).
  • Hackathons en andere uitdagingen zijn een uitstekende manier om uw netwerk te stimuleren, een gezonde wedijver te creëren binnen uw eigen omgeving en om innovatieve talenten of ideeën op te sporen.
  • 'Antennes' voor Open Innovatie in grote technologiehubs, zoals Silicon Valley. Hun doel is eenvoudig: een pionier zijn op het vlak van vooruitgang.
  • Incubatoren en acceleratoren van start-ups krijgen vaak de voorkeur van grote bedrijven. De bedoeling is niet alleen de optimale omstandigheden creëren voor de ontwikkeling van de start-up, maar ook om letterlijk dichter bij de innovatie te staan.
  • De 'community' speelt bij Open Innovation een cruciale rol. Ze zorgt er immers voor dat partnerships worden versterkt, dat iedereen op de hoogte blijft van wat er leeft en waar de innovatie precies te vinden is. Alle manieren zijn goed: evenementen organiseren, eraan deelnemen of relaties aankopen met allerlei soorten spelers (sectoren, incubatoren, scholen en universiteiten, onderzoekscentra en noem maar op).
  • Corporate venture-fondsen als financieel duwtje in de rug.
  • Start-ups of scale-ups opkopen om hun technologieën te kunnen integreren in de eigen organisatie. Deze aanpak is eerder voorbehouden voor Amerikaanse corporates.
Article

22.06.2023

Maritiem transport: focus op de impact van decarbonisatie en energietransitie

Eind mei brachten BNP Paribas Fortis en de Universiteit Antwerpen een groep experts samen om de vele uitdagingen rond de decarbonisatie van de maritieme transportsector te bespreken. Wat moet je onthouden?

De leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens werd twaalf jaar geleden opgericht en is verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij voert uitgebreid onderzoek naar concrete en innoverende manieren om een steeds veerkrachtiger – en duurzamer – maritiem ecosysteem te creëren.

Na het succes van de eerste twee grote evenementen in 2017 en 2019 besliste de leerstoel om dit jaar opnieuw een samenkomst te organiseren. Zo kwamen op 25 mei 2023 een reeks specialisten en actoren uit de haven- en maritieme sector samen in de gebouwen van BNP Paribas Fortis in Antwerpen. Daar bespraken ze de impact van decarbonisatie op het maritieme ecosysteem.

Dit zijn hun voornaamste conclusies ...

1 – We moeten een versnelling hoger schakelen

Maritiem transport is momenteel de meest koolstofzuinige vorm van commercieel vervoer, op basis van de CO₂-uitstoot per ton en per kilometer. Maar het kan beter.

Tot dusver gaven de spelers in de sector de voorkeur aan snelle winsten. Bijvoorbeeld door de schroeven van schepen te wijzigen en hun snelheid aan te passen. Maar op 25 mei kwamen de experts overeen dat het nu tijd is om te experimenteren met nieuwe brandstoffen en technologieën en te evolueren naar (bijna) emissievrije brandstoffen. Het tempo van de verandering versnelt, maar er is nog geen mirakeloplossing. De kosten (en risico's) zijn enorm.

2 – Eén en slechts één internationale regelgeving graag!

Het reglementaire kader is complex en evolueert voortdurend.

Tegen 2030 verbindt de International Maritime Organization (IMO), die afhankelijk is van de VN, zich ertoe de koolstofproductie van alle schepen met 40% te verminderen ten opzichte van 2008. En met 70% tegen 2050.

De Europese Unie verbindt zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen in het maritiem vervoer tegen 2030 met minstens 55% te verminderen, in vergelijking met 1990. Tegen 2024 zal een emissiehandelssysteem (ETS) van toepassing zijn op alle schepen van meer dan 5.000 bruto ton van en naar de havens van de EU.

Kortom: de dingen bewegen in de goede richting. Maar volgens de spelers in de sector zijn er heel wat regionale en supraregionale programma's die parallel blijven lopen. En dat brengt een administratieve en financiële overlast met zich mee.

Op 25 mei bereikten alle stakeholders een akkoord over twee punten: ten eerste is een uniek internationaal beleid noodzakelijk, aangezien het om een wereldwijde sector gaat. En ten tweede moeten spelers die de regels niet naleven, worden bestraft.

3 – De transitie naar koolstofneutraliteit 

De investering die nodig is voor de bouw van nieuwe, groenere schepen wordt geschat op 5.000 miljard dollar tegen 2050. De kosten voor de modernisering van de bestaande vloot zijn nog niet bekend, maar zullen niet min zijn ... Bovendien zal de investering om de haveninfrastructuur te vernieuwen gigantisch zijn.

4 – Grote onzekerheid over de beste brandstof en/of technologie

Wat wordt de brandstof of technologie van de toekomst? De meningen lopen uiteen.

Veel brandstofsoorten met een lage uitstoot zullen waarschijnlijk enige tijd naast elkaar blijven bestaan. Elektriciteit zal alleen worden gebruikt op kustschepen, veerboten en bepaalde trailers. Grote schepen zullen vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruiken, of methanol, ammoniak en misschien zelfs biobrandstoffen.

Het transport over lange afstanden zal in eerste instantie afhangen van de zware brandstof, eventueel met koolstofafvang en -opslag. Waterstof heeft potentieel, maar de dichtheid, opslag en manipulatie ervan roepen vragen op. Ook wind, zonne-energie en kernenergie blijven niet achter.

Maar het echte probleem vandaag is dat als het aantal schepen dat met schonere brandstoffen kan werken, effectief toeneemt, die brandstoffen nog niet voldoende internationaal beschikbaar zijn. Het aanbod ligt met andere woorden beduidend lager dan de vraag.

5 – Banken spelen een sleutelrol

Banken spelen een sleutelrol in de financiering van de energietransitie. In 2019 hebben elf financiële instellingen – voornamelijk Europese instellingen, waaronder de groep BNP Paribas – de Poseidon-principes ingevoerd, die de overgang naar koolstofarme shipping ondersteunen. Dankzij dat wereldwijde kader kan de koolstofintensiteit van bankleningen voor de maritieme sector worden gemeten en is die voor iedereen bekend. Vandaag zijn er 24 ondertekenaars, waaronder Japanse financiële instellingen. En dat is goed nieuws.

Graag meer info?

De presentaties, video's en foto's van het evenement van 25 mei 2023 zijn beschikbaar op deze pagina.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top