Wat betekenen deze termen, die vaak door elkaar worden gebruikt, in de praktijk?
Leasing is een contract waarin de verhuurder in ruil voor huurgeld afstand doet van het recht om een goed te gebruiken gedurende een overeengekomen periode. De verhuurder blijft de hele looptijd van het contract de wettelijke eigenaar van de activa. De eigendom van de activa kan aan het einde van het contract al dan niet aan de huurder worden overgedragen. Contracten die vanaf het begin voorzien in de onmiddellijke overdracht van de wettelijke eigendom van de activa aan de klant worden niet als leasingcontracten beschouwd.
Wettelijk kader
Leasing kwam in België op de markt in november 1961. Maar het duurde nog zes jaar voordat leasing een wettelijk statuut kreeg via het Koninklijk Besluit nr. 55 van 10 november 1967.
Dit Koninklijk Besluit is vandaag nog altijd van toepassing. Het geeft leasing de wettelijke benaming "financieringshuur", bepaalt de criteria waaraan de verrichtingen moeten voldoen en voorziet in het principe van een erkenning door de Federale Overheidsdienst Economie voor de beoefening van die activiteit.
Het KB maakt een onderscheid tussen roerende en onroerende leasing.
1. Roerende leasing
- moet betrekking hebben op kapitaalgoederen die uitsluitend voor beroepsdoeleinden worden gebruikt
- de huurder kiest zelf het materieel
- de looptijd van het leasingcontract stemt overeen met de vermoedelijke economische levensduur
- de huurprijs moet zo worden vastgesteld dat het bedrag van de investering over de huurtijd wordt afgeschreven
- de huurder kan eigenaar van het goed worden door de aankoopoptie uit te oefenen
2. Onroerende leasing
- dient betrekking te hebben op bebouwde onroerende goederen (alleen voor een terrein is dus geen onroerende leasing mogelijk)
- het leasingcontract moet een vaste looptijd hebben en kan niet worden opgezegd
- het genot van de gebouwen en van de grond waarop ze zijn opgericht moet door de verhuurder aan de huurder worden toegestaan
- de huurder kan eigenaar van het goed worden door de aankoopoptie uit te oefenen
Commercieel kader
Er zijn twee leasingformules op de markt:
- Financiële lease: dit is de oudste en eenvoudigste formule, omdat er weinig diensten aan verbonden zijn. De formule biedt als voordeel dat de betaling over een bepaalde looptijd kan worden gespreid. Hoewel de verhuurder tijdens de hele looptijd van het contract de wettelijke eigenaar van de activa blijft, profiteert de huurder in de praktijk van de activa alsof hij er de eigenaar van is: hij draagt de risico's en geniet de voordelen die uit de eigendom van de activa voortvloeien.
- Operationele lease: daaraan zijn vaak allerlei extra diensten verbonden. Naast de administratieve en financiële functies zorgt de verhuurder ook voor de support en het technische beheer van de activa.
Hier draagt de huurder niet de risico's en geniet hij niet de voordelen van de eigendom.
Boekhoudkundig kader
Toen leasing op de Belgische markt verscheen, werden de verrichtingen niet in de jaarrekening van de huurder opgenomen. Hij behandelde die leasingverrichtingen als huurcontracten en boekte de periodieke huurgelden als algemene kosten.
Op die manier nam de onderneming de uit de leasing ontstane verplichtingen niet in haar jaarrekening op en waren haar verbintenissen onderschat.
Op verzoek van onder meer de toenmalige Commissie voor het Bank- en Financiewezen (tegenwoordig de FSMA) werd het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1976 uitgevaardigd. Dat wijzigde de boekhoudkundige principes van de leasingverrichtingen. Het bepaalt immers dat de boekhoudkundige verwerking van leaseverrichtingen moet uitgaan van de economische eigendom van het goed (en niet uitsluitend van de wettelijke eigendomsrechten).
Hierdoor is de huurder verplicht om de leaseverrichtingen in zijn balans op te nemen. Dat is echter niet het geval voor leasing van roerende goederen met ankoopopties van meer dan 15% en van bepaalde onroerende goederen.
08.11.2017
Leasing: de checklist
U hebt de stap naar leasing nog niet gezet? Doe de test. Het duurt maar enkele minuten en kan u later heel wat tijd en geld besparen!
Stel uzelf de juiste vragen
- Hebt u momenteel meerdere ‘klassieke’ financieringen lopen?
- Hebt u plannen op korte termijn waarvoor u uw liquide middelen moet aanspreken?
- Wilt u uw materieel (wagens, computers, enz.) regelmatig vernieuwen en houdt u zich liever niet bezig met de verkoop ervan?
- Wilt u de btw van uw aankoop gespreid betalen?
- Wilt u bijkomende fiscale voordelen genieten?
Kies de leasing die bij u past
- Bent u op zoek naar een oplossing die niet op uw balans weegt?
- Plant u het materieel te kopen nadat het leasingcontract is afgelopen?
- Wilt u verlost worden van alle administratieve formaliteiten (bestelling, follow-up, onderhoud, enz.)?
- Zoekt u een ‘all-in formule’ (verzekering, bijstand, enz.)?
- Wilt u maandelijks/driemaandelijks hetzelfde bedrag betalen, of verkiest u een verhoogde eerste betaling?
- Voor hoeveel voertuigen (voor professioneel of persoonlijk gebruik) of computers wilt u een leasing aangaan?
Het antwoord op deze vragen geeft uw relatiebeheerder een beter inzicht in uw behoeften, zodat hij of zij samen met u een geschikte leasingformule kan vinden. Aarzel niet om contact op te nemen!
08.11.2017
Leasing: Op de balans? Of niet? En wat met de btw?
Het is niet altijd eenvoudig de weg te vinden in het doolhof van de leasingregelgeving. Een toelichting door onze specialisten.
Kan een onderneming beslissen om de leasing niet in haar balans op te nemen?
Philippe Tilkin, Marketing & Solutions Manager bij BNP Paribas Leasing Solutions:
“Dat hangt af van de gekozen formule. Bij een leasing voor kapitaalgoederen (auto, IT, enz.) zijn er twee mogelijkheden. Ofwel is de aankoopoptie lager dan of gelijk aan 15% van het bedrag van de investering, en dan moet de huurder de lease op zijn balans afschrijven (on-balance leasing). Ofwel is de aankoopoptie hoger dan 15% van het bedrag van de investering, en dan kan hij de lease als algemene kosten in zijn resultatenrekening opnemen. Zo verlaagt hij zijn belastbare winst en dus het belastingbedrag dat hij aan de fiscus verschuldigd is. De verrichting staat dan op de balans van de verhuurder en niet op die van de huurder (off-balance leasing of buiten balans).
Ook voor de leasing van een gebouw zijn er twee mogelijkheden. Ofwel wordt het kapitaal volledig terugbetaald tijdens de looptijd van de leasing (full pay out) en wordt de verrichting dus op de balans geboekt (activering en afschrijving door de leasenemer, schuld op het passief). Ofwel is er geen full pay out (doorgaans bij contracten met een residuele waarde van 10% op het gebouw, verhoogd met de waarde van het terrein als dat in de leasing is opgenomen) en dan wordt de verrichting niet geboekt op de balans (de huurgelden worden beschouwd als kosten).
Ik zeg wel ‘in de zin van de huidige wetgeving’, want de internationale boekhoudregels lijken aan belang te winnen. Het zou dus kunnen dat in de toekomst elke leaseverbintenis op de balans van de huurder moet verschijnen. Maar er is nog niets beslist. En ik deel de mening van de heer Tanguy van de Werve, algemeen directeur van Leaseurope (beroepsvereniging die de Europese leasesector vertegenwoordigt). Volgens hem zou het zeer riskant zijn om te raken aan het huidige boekhoudmodel van leasing, zeker in een context waarin de Europese politieke gezagsdragers de toegang tot productieactiva willen bevorderen om de groei te boosten.”
En wat doet ze met de btw?
P. Tilkin: “Via leasing kunnen btw-plichtige ondernemingen de btw voorfinancieren en vervolgens spreiden over de hele looptijd van het contract. Bovendien kunnen zij de btw op de huurgelden en op de interesten in die huurgelden terugvorderen. En als de onderhouds- en herstellingskosten ten laste zijn van de huurder, dan is daar ook terugvorderbare btw op verschuldigd.”
Marc Melis, Commercieel Directeur bij Arval: “Wat voertuigen betreft, is één van de voordelen van operationele leasing dat de klant slechts een deel van de btw betaalt, berekend op het verschil tussen de initiële investering en de residuele waarde van het voertuig aan het eind van het contract. De btw-plichtige bedrijven kunnen een deel van de btw recupereren die is betaald op hun maandelijkse huurgelden. Die recuperatie verloopt via de btw-administratie, die sinds januari 2013 diverse methodes heeft ingevoerd om de recuperatie te bepalen in functie van de verhouding tussen het beroeps- en privégebruik (met een maximum van 50%).”
P. Tilkin: “Voor onroerende leasing moeten we een onderscheid maken tussen recente of op te richten gebouwen waarop btw van toepassing is – en dus terugvorderbaar, in zoverre de leasenemer een belastingplichtige met recht op aftrek is – en oude gebouwen die niet onder het btw-stelsel vallen. Er moet dan geen btw worden betaald op de huurgelden.”
04.09.2024
Arval: mobiliteit in werk én leven
Veel medewerkers zien mobiliteit tegenwoordig als een nood die ze in samenwerking met hun werkgever aanpakken. Ze verplaatsen zich allang niet meer alleen met Koning Auto, maar maken almaar vaker gebruik van een mengeling van mobiliteitsoplossingen. Die zijn zowel privé, openbaar als gemengd. Belgische ondernemingen zijn daarom meer en meer op zoek naar knowhow over dé perfecte mobiliteitsmix, die is aangepast aan hun eigen professionele noden én aan de behoeften van hun personeel. De mobiliteitsspecialisten van Arval tonen hoe mobiliteit evolueert en hoe zij daarmee omgaan. Want daarvoor is niet alleen kennis nodig, maar ook een pakket aan begeleiding, waarmee ze werkgevers op dat vlak ondersteunen.
Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert, vat de visie en missie van Arval gebald samen: “Life is a journey made of journeys. Dat betekent dat wij ons bij Arval voortdurend afvragen hoe we kleine, middelgrote en grote ondernemingen kunnen ondersteunen en ontzorgen bij alle mobiliteitsvragen die ze zich stellen. In ons DNA als ondersteuner zitten twee belangrijke aspecten die waarde toevoegen: het persoonlijke en duurzame mobiliteit*. Van eenmanszaak tot groot bedrijf: Arval biedt zijn corporate knowhow aan en zorgt voor een one-stop-shop-oplossing.”
* Duurzame mobiliteit: mobiliteit met een lagere uitstoot van broeikasgassen, die elektrificatie, zachte mobiliteit en/of openbaar vervoer stimuleert.
Duurzame mobiliteit als vanzelfsprekende sleutel
Veel ondernemingen trekken vandaag voluit de kaart van de duurzame mobiliteit, of evolueren in die richting. Dat houdt niet alleen de keuze in voor elektrische auto’s, maar ook met een open blik kijken naar nieuwe mobiliteitsoplossingen. Arval speelt daarin zijn eigen rol: alle klanten worden geïnformeerd en begeleid in hun streven naar duurzame mobiliteit. Nieuwe mobiliteitsoplossingen als Arval Bike Lease, Arval Car Sharing en de toekomstige budgetbeheertool vormen voor veel ondernemingen de sleutel tot een sluitend mobiliteitsverhaal.
Troef in de ‘war for talent’
Al die mogelijkheden worden bovendien niet alleen gezien als pure verplaatsingsmogelijkheden, maar passen in een hr-concept dat ondernemingen inzetten in de ‘war for talent’. Philippe Kahn heeft met Arval steeds vaker te maken met ondernemingen die echt inspelen op mobiliteitsvragen. Ze zien het als een kans om de band met hun medewerkers te versterken of om nieuwe krachten aan te trekken.
Kahn: “Heel wat ondernemingen denken na in functie van mobiliteit over bijvoorbeeld hun locatie. Ze kiezen dan eerder voor de nabijheid van een mobiliteitshub, zoals een groot station als Brussel-Centraal of Antwerpen-Berchem. Daar kunnen ze de volledige mix van mobiliteitsmogelijkheden aan hun personeelsleden aanbieden. Zo kunnen die met de fiets of deelstep naar het werk komen, verplaatsingen maken met poolwagens of met de trein, gebruikmaken van bussen en deelauto’s … En dat betalen ze allemaal met het mobiliteitsbudget dat ze van hun werkgever krijgen.”
Toegevoegde waarde: zakelijk én persoonlijk
De budgetbeheertool waarmee ondernemingen het overzicht bewaren van alle mobiliteitsoplossingen die hun medewerkers gebruiken én van de bijbehorende kosten, is maar één facet van de toegevoegde waarde die ondernemingen krijgen aangeboden. Ook consulting rond mobiliteit maakt onlosmakelijk deel uit van wat Arval voor ondernemingen doet.
Philippe Kahn: “Als een onderneming met zowat 100 medewerkers van plan is te verhuizen naar het centrum van Antwerpen, zitten wij met hen rond de tafel om te bekijken welke nieuwe mobiliteitsoplossingen ze nodig hebben én hoeveel het hen allemaal zal kosten. Op die manier maken we echt deel uit van het team en kijken we samen naar de effecten van alle mogelijke mobiliteitsoplossingen op hun toekomst. Dat is maatwerk, waarin we onze expertise ten dienste stellen van onze klanten.”
Die expertise doet ondernemingen vaak een stap vooruitzetten in hun bedrijfsvoering, maar ook richting personeel. Kahn: “De tijd van het Excel-bestand waarmee het gebruik van de poolwagen werd bijgehouden, is voorbij. Apps op telefoon of computer maken alles makkelijker en vlotter. Ze houden de locatie van poolwagens tussen de verschillende vestigingen bij én doen de grens tussen pool- en deelauto’s vervagen. Zo maken medewerkers tijdens het weekend – weliswaar tegen betaling – privé gebruik van de auto die ze tijdens de week voor professionele verplaatsingen gebruiken. Ook de typische ondersteuning bij het leasen van een elektrische fiets maakt deel uit van dat verhaal. Arval ontzorgt werkgevers op dat vlak en geeft hen extra troeven in handen om hun medewerkers ook privé te ondersteunen in hun mobiliteit. Het wordt een verhaal waarin ondernemingen, via hun mobiliteitsdossier, echt deel gaan uitmaken van het dagelijks leven van hun medewerkers.”
Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.
12.06.2024
We moeten allemaal samen vooruit
De bank verminderde haar CO2-uitstoot per voltijds equivalent met 55% sinds 2019. En dat vraagt volgens Sandra Wilikens, Chief Human Resources Officer, een betrokkenheid van iedereen.
Tussen 2019 en 2022 is de bank erin geslaagd haar CO2-uitstoot met liefst 55% terug te schroeven. Hoe hebben jullie dat aangepakt?
“Voornamelijk door in te zetten op de energie-efficiëntie van onze gebouwen, die goed zijn voor ongeveer 80% van onze onmiddellijke uitstoot. Daarnaast hebben we ons vastgoed geoptimaliseerd en de beroepsverplaatsingen fors verminderd. We kiezen voor een gestructureerde aanpak waarbij alle departementen betrokken zijn. Sinds 2012 brengt ons Green Bank Platform driemaandelijks de verschillende contactpersonen van elke afdeling samen om er hun actieplan voor te stellen met eigen initiatieven. Daar wordt telkens een stand van zaken opgemaakt van een reeks KPI’s op het vlak van energie- en papierverbruik, beroepsverplaatsingen, elektrificatie van het wagenpark, afvalbeheer… Want meten is weten.”
De doelstelling was om tegen eind 2025 een reductie van de uitstoot te bereiken van 42,5% ten opzichte van 2012. Dat doel is inmiddels behaald. Wat zijn de verdere plannen?
“Het is niet de bedoeling om tot 2025 op onze lauweren te rusten. Want er is geen tijd te verliezen als we tegen 2050 koolstofneutraal willen zijn. Onze nieuwe zetel aan de Warandeberg in Brussel is een mooi voorbeeld van energie-efficiëntie, maar er kan nog veel verbeterd worden in de rest van ons vastgoedpark. We gaan de energie-efficiëntie van de verschillende regionale kantoren verbeteren, zonnepanelen installeren op meer dan 80 locaties en ledverlichting wordt de standaard in al onze gebouwen. Die inspanningen moeten toelaten om onze CO2-uitstoot met nog eens 7% te verminderen.”
Hoever staan jullie met de elektrificatie van het wagenpark?
“We doen veel inspanningen om ons wagenpark te elektrificeren en ik durf zeggen dat we op de goede weg zijn. Eind 2022 bestond de vloot van geleasete bedrijfswagens voor bijna 30% uit geëlektrificeerde wagens – 100% elektrisch en plug-in hybrides. In het derde kwartaal van 2023 waren die wagens goed voor 95% van de nieuwe bestellingen. De nieuwe fiscaliteit speelt uiteraard een grote rol in deze evolutie. Maar voor werkgevers is daarmee de kous niet af. Ze krijgen te maken met een complex fiscaal kader, onder andere voor de terugbetaling van de elektriciteitskosten. Ook voor een deel van onze medewerkers zijn er nog hindernissen omdat ze bijvoorbeeld moeilijk toegang hebben tot een laadpaal. Ik ben van plan om dit jaar een rondetafelgesprek over mobiliteit te organiseren. Het is de bedoeling om overheden, operatoren, start-ups en bedrijven samen te brengen. Want we moeten vooruit, en we moeten het allemaal samen doen.”
Hoe zorgen jullie voor voldoende engagement bij het personeel?
“Veel communiceren. Het is belangrijk om uit te leggen wat je doet en waarom je het doet. Enkel zo kan je mensen warm maken om mee te werken. Binnen de bank kunnen we daarvoor rekenen op een netwerk van ruim 200 EcoCoaches. Het duurzaamheidscompartiment van de cao 90 werkt ook stimulerend. Hierbij bepalen we elk jaar zes concrete doelstellingen. Verwezenlijken we er minstens drie, dan krijgen alle medewerkers een premie aan het einde van het jaar. Tot nu toe is dat al altijd gelukt. Er zijn nog andere incentives mogelijk. Met ons ‘Green Fuel Consumer Plan’ belonen we medewerkers die een bedrijfswagen hebben maar die weinig gebruiken. En we lanceren heel wat acties om zachte mobiliteit – wandelen, fietsen en openbaar vervoer – te bevorderen. De keuze om onze zetels in de steden te vestigen is ook positief. Eind 2022 gebruikte 79% van het personeel dat in Brussel werkt het openbaar vervoer om naar kantoor te komen. Buiten de steden is dat 60%.”
Zijn er tot slot nog gebieden die volgens u dringend aangepakt moeten worden?
“Digitale vervuiling wordt vaak onderschat. Om een idee te geven: honderd mails sturen zorgt voor evenveel vervuiling als twintig kilometer met de auto rijden. Daarom organiseren we elk jaar een interne campagne om onze medewerkers te sensibiliseren en hen tips te geven voor een kleinere digitale voetafdruk. Regelmatig je mailbox opkuisen, links versturen in plaats van bestanden, verouderde bestanden verwijderen: het zijn allemaal kleine dingen. Als al onze 11.000 collega’s daar een gewoonte van maken, kunnen we een grote impact maken. Elke inspanning telt!”