Article

18.12.2017

Start-ups ondernemen actie om de smart city ademruimte te geven

Adem eens in... en weer uit. De lucht die we in onze longen krijgen, is soms vervuild. Sensio AIR, Clarity, Flow en andere start-ups doen er dan ook alles aan om de luchtkwaliteit en dus ook de volksgezondheid te verbeteren. Ze doen dat zij aan zij met de smart city.

Luchtkwaliteit is een major issue voor de volksgezondheid. Elk jaar sterven er wereldwijd 6,5 miljoen mensen door luchtvervuiling, zo blijkt uit een onderzoek dat op 20 oktober 2017 in het medische tijdschrift The Lancet verscheen. Volgens een OESO-rapport bedragen de medische kosten door vervuiling in 2015 alleen al 21 miljard dollar en kan het prijskaartje nog flink stijgen. De luchtkwaliteit is niet alleen een probleem in landen waarvan we weten dat er veel vervuiling is, zoals China. In de Deense hoofdstad Kopenhagen bijvoorbeeld wordt het aantal sterfgevallen door vervuiling op 500 geraamd. Om dat probleem te verhelpen, besloot de stad om de luchtkwaliteit in real time te gaan meten. Over gegevens beschikken en vaststellingen doen, is één ding. Maar actie ondernemen, is natuurlijk wat anders. Hoe pakken de smart cities het probleem dan aan? Hoe kunnen ze samenwerken met start-ups die in dat domein actief zijn? Steden kunnen verbintenissen aangaan en een beleid uitwerken om de toestand op termijn te verbeteren. Maar wat kunnen de inwoners intussen zelf doen? Start-ups, waarvan sommige aanwezig waren op TechCrunch Disrupt 2017 of op de laatste DemoDay van de versneller HAX in San Francisco, komen met oplossingen voor de dag.

Start-ups helpen burgers om zich tegen luchtvervuiling te beschermen

Volgens de Amerikaanse stichting Astma en Allergie lijden in de Verenigde Staten bijna 25 miljoen mensen aan astma. Sommige studies tonen bovendien aan dat luchtvervuiling niet alleen de ademhalingsproblemen van astmapatiënten kan verergeren, maar de ziekte zelfs kan veroorzaken bij tot dan toe gezonde personen. De beste manier om astmasymptomen te vermijden, is zuivere lucht inademen. En dat is nu net waar Sensio AIR voor wil zorgen. De CEO en medeoprichter van deze jonge start-up, Cyrille Najjar, die trouwens ook aanwezig was op TechCrunch Disrupt 2017, legt uit dat zijn toepassing en toestel bedoeld zijn voor "mensen niet alleen in de stad, maar ook thuis willen weten hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit".

Maar hoe moeten we nu precies begrijpen wat voor lucht we inademen? Welke cijfers moeten we geloven? Het bepalen van de luchtkwaliteit gebeurt nog altijd subjectief. "De internationale instellingen bereikten nog geen akkoord over een drempelwaarde voor elke vervuilende stof, waarboven de luchtkwaliteit slecht is. Elk land hanteert zijn eigen luchtkwaliteitswaarden, met als gevolg dat de politiek een belangrijke rol speelt bij het bepalen van die drempels",  zegt Najjar. "Wetenschappers zijn er ook nog niet uit of een langdurige, matige blootstelling aan een verontreinigende stof gevaarlijker is dan een korte maar zeer sterke blootstelling."  Daarom werkt Sensio AIR met de waarden die de bevolking de meeste bescherming bieden.

De start-up beschikt over een "gigantisch sensorennetwerk" in huizen en steden, dat waarden opneemt in "wagens, treinen, openbare gebouwen, hangars enz." Dat is een goede manier om de vervuilingsgraad of de hoeveelheid schadelijke stoffen in de lucht op een welbepaalde plek nauwkeurig te meten en advies te geven. "We zullen de oorzaken kunnen achterhalen en aan de gebruikers kunnen zeggen dat ze bijvoorbeeld vandaag de ramen moeten openen, een luchtontvochtiger moeten plaatsen enz." Mensen die last hebben van astma en allergieën kunnen "de symptomen in de toepassing registreren. Hoe meer ze dat doen, hoe beter [Sensio AIR] in staat zal zijn om te voorspellen wanneer dezelfde situatie zich opnieuw zal voordoen", voegt Cyrille Najjar eraan toe. De start-up legt zich dus vooral toe op het voorkomen van ademhalingsziekten en -allergieën.

Starter Plume Labs streeft datzelfde doel na. Het jonge, Londense bedrijf wil met zijn toepassing Air Report gebruikers helpen om vervuilingspieken te vermijden. Het idee erachter is dat we de lucht die we inademen niet kunnen verbeteren, maar dat we ons wel kunnen aanpassen aan de vervuilingsgraad. Om te kiezen wanneer hij gaat joggen, met de kinderen naar het park gaat of de hond uitlaat, kan de gebruiker gewoon naar de vervuilingsgraad kijken op tijdstip T en de volgende uren. Net zoals bij een weerbericht dus. En om een precies idee te hebben van de luchtkwaliteit in en om het huis, introduceerde Plume Labs de draagbare sensor Flow, een soort van wearable om aan een tas vast te maken.

Het jonge Franse bedrijf Wair, dat aanwezig was op CES 2017, komt dan weer met sjaals met een ingebouwd masker, zodat voetgangers en fietsers zich in vervuilde steden tegen schadelijke stoffen kunnen beschermen. De bevolking wordt dus wel degelijk aangemoedigd om haar gewoonten te veranderen en dus beter te ademen. Toch kan ze in werkelijkheid maar weinig doen. De toestellen en sensoren zijn wel nuttig om de bewustmaking te stimuleren, maar niet alles kan op individueel niveau worden opgelost. Alleen slimme steden kunnen de luchtkwaliteit ook echt significant verbeteren.

De gezondheid van de mens gaat hand in hand met die van de smart city op lange termijn

Om de luchtkwaliteit te verbeteren, passen smart cities verschillende strategieën toe. In Kopenhagen levert het bedrijf CPH Sense met zijn sensoren in real time informatie over de vervuilingsgraad. Er bestaat een gelijkaardig systeem in andere steden, zoals de overheidswebsite AirNow in San Francisco. De start-up Clarity, die dankzij HAX een stevige boost kreeg, zegt dat in zes jaar tijd drie keer meer steden de luchtkwaliteit actief meten: 3.000 nu tegenover 1.100 vroeger. Is dat het bewijs van een echte bewustwording?

In de stad Oakland, ten noorden van San Francisco, werkten verschillende overheids- en privé-instanties in elk geval samen om meer inzicht te verwerven in het luchtvervuilingsprobleem. Onderzoekers van de universiteit van Texas in Austin, teams van Google Earth Outreach en de ngo Environmental Defense Fund maakten in juni 2017 het resultaat bekend van hun samenwerking met Aclima, een start-up die milieugegevens verzamelt. De sensoren van die start-up werden een jaar lang op Google Street View-auto's geplaatst en tonen aan in welke mate de luchtkwaliteit per wijk kan verschillen. Dergelijke studies tonen aan dat de luchtkwaliteit zo lokaal mogelijk moet worden gemeten. En precies daar kunnen jonge bedrijven als Clarity helpen. Dankzij zijn uitgebreide sensorennetwerk verzamelt het bedrijf in real time gegevens over de luchtkwaliteit die meteen in de cloud worden opgeladen. "De nauwkeurigheid van de gegevens wordt daarna verbeterd door middel van machine learning-algoritmes op basis van de door de regeringsstations verzamelde gegevens", zegt Meiling Gao, doctor in de volksgezondheid en het milieu en COO van Clarity.

"Steden hebben vaak luchtkwaliteitsmeetstations die gebruikmaken van referentiemethodes met een hoge nauwkeurigheidsgraad. Het nadeel is dat ze zeer duur zijn, ook qua onderhoud. Daarom zijn ze schaars", zegt Cyrille Najjar. In heel het Verenigd Koninkrijk staan er volgens hem maar 150 dergelijke apparaten. "Ze bevinden zich meestal op daken van gebouwen of ver van dichtbevolkte gebieden", weet Meiling Gao. De sensoren van de starters – die talrijker en vaak goedkoop en makkelijk te onderhouden zijn – vullen die van de overheid aan en geven "een totaalbeeld van de luchtkwaliteit in de stad", zegt de CEO van Sensio AIR.

Zijn start-up kan de plaatselijke autoriteiten dan waarschuwen bij ongewone situaties of grote problemen en aanbevelingen doen. "Sommige steden hebben bijvoorbeeld op grond van de gegevens hun stadsplan gewijzigd om specifieke bronnen van vervuiling te verminderen", vertelt Najjar. "Verkeerslichten zijn een grote bron van vervuiling omdat de auto's op die plaats weer starten. Daarom werden sommige lichten verplaatst en trajecten gewijzigd om gevoelige bewoners te beschermen (jonge kinderen, zieken, ouderen ...). Door het openbaar vervoer op vervuilde wegen te versterken kon, de vervuiling drastisch worden verlaagd."  Die aanbevelingen zijn logisch, maar niet altijd makkelijk uit te voeren in steden, die met allerlei obstakels kampen.

Burgers, overheid en privésector moeten de luchtkwaliteit samen aanpakken

Een van de pijnpunten is "de multisectoraliteit van het luchtkwaliteitsbeheer", weet Meiling Gao. "De overheidsinstellingen voor milieubescherming die bevoegd zijn voor het controleren van de luchtkwaliteit hebben niet altijd het nodige gezag om maatregelen op te leggen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zoals het elektrisch maken van stadsbussen of het beperken van het verkeer in bepaalde stadswijken."  Luchtvervuiling is een zaak voor de verantwoordelijken van transport, energie en milieu. "En die verantwoordelijken moeten samen rond de tafel gaan zitten om het probleem op te lossen." Bovendien hebben ze betere gegevens nodig om de juiste beslissingen te kunnen nemen. "Er zijn veel oorzaken van luchtvervuiling. Het klimaat en de menselijke activiteit zijn er daar twee van. De beslissers moeten dus over gelokaliseerde informatie beschikken om te begrijpen welke factoren een impact hebben op de luchtkwaliteit en hoe die te bestrijden. Daarbij moeten ze in real time de efficiëntie van hun overheidsbeleid meten om het te kunnen bijsturen", zegt de specialiste.

De bevolking bewustmaken en de inwoners doen beseffen dat hun gedrag wel degelijk iets kan veranderen, is ook een opdracht voor de smart city. De COO van Clarity vindt daarom dat "informatie over de luchtkwaliteit even gewoon en wijdverspreid zou moeten zijn als het weerbericht of de verkeersinfo. En hoe meer die informatie over plaatsen gaat waar mensen komen, zoals scholen, parken, publieke tuinen of winkelbuurten, hoe interessanter het voor ze wordt."

Omgekeerd is er voor de inwoners ook een rol weggelegd: de smart city ertoe bewegen haar verantwoordelijkheid op te nemen. "Ze kunnen bijvoorbeeld informatie opzoeken over de gezondheidsrisico's van vervuiling en maatregelen voor betere lucht aanmoedigen. Initiatieven zoals het aanleggen van groenzones, fietspaden en een beter openbaarvervoersnet zijn stappen in de juiste richting om een duurzame stad met gezonde inwoners te creëren. Maar daarvoor zijn er meer en betere gegevens nodig", weet Meiling Gao.

Is luchtzuivering een oplossing?

Er is nog een laatste mogelijkheid om de lucht gezonder te maken: als de lucht vuil is, waarom dan niet filteren of zuiveren? Die techniek lijkt radicaler dan het langetermijnbeleid van de overheid, maar werd alleen ontwikkeld voor kleinschalig gebruik. Start-ups als Molekule of Arcadya bieden een product aan om thuis te gebruiken en de lucht dus binnen te verbeteren. Volgens hen brengen we daar immers het grootste deel van onze tijd door. Voor de buitenlucht test Londen momenteel een luchtfilterende bank uit in Bird Street. Daar zuigt AirLabs de omgevingslucht op en stoot gezuiverde lucht uit. "Een nuttige oplossing op korte termijn, maar dan alleen als het probleem ook aan de bron wordt aangepakt", zegt Meiling Gao. Het is met andere woorden een pleister op een houten been.

Het meten van de luchtkwaliteit lijkt misschien overbodig als alles normaal is, maar bewijst zijn grote nut als het misgaat. Door de recente branden in Californië was de luchtkwaliteit in Silicon Valley ernstig verslechterd. Meer inwoners gingen daardoor informatie opzoeken over de toestand en de gevolgen voor hun gezondheid en levenswijze. Misschien zullen ze daar later mee doorgaan. Hopelijk motiveert het de breinwerkers in de baai om nieuwe GreenTechs op te zetten in de strijd tegen vervuiling. Andere moderne technieken geven alvast een sprankeltje hoop, zoals deze IJslandse fabriek die meer CO2 opslorpt dan ze uitstoot.

Bron: L’Atelier

Article

06.09.2023

Nieuwe mobiliteit: de troef van technologie

Is technologie een troef voor de overstap naar nieuwe mobiliteit voor bedrijven? Dit vindt Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert.

Onze samenleving ondergaat een duurzame transitie. Om daaraan bij te dragen moeten bedrijven hun mobiliteit heroverwegen. Sinds 1 juli 2023 voelen we de eerste gevolgen van het uitdoven van de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfsvoertuigen met een verbrandingsmotor tegen 2026. Tegelijk maakt het federale mobiliteitsbudget deze (r)evolutie een pak concreter en werkbaarder. Eén ding is zeker: technologische tools, vooral applicaties, spelen een sleutelrol. Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert bij Arval BNP Paribas Group, legt uit waarom.

1 juli 2023: een sleutelmoment

"In de weken na het scharniermoment van 1 juli 2023 zagen we de behoeften van onze professionele klanten al veranderen", legt Philippe Kahn uit. "Sommige bedrijven hadden al concrete stappen gezet naar een duurzame transitie. Maar in heel wat bedrijven rijzen nu pas veel concrete vragen en bezorgdheden van medewerkers die beantwoord moeten worden. Hoe kan ik een elektrische auto gebruiken als ik in de stad woon en er geen oplaadpunten beschikbaar zijn? Heb ik zin om elke twee dagen op zoek te gaan naar een betrouwbare plek om op te laden? En ben ik bereid om mijn mobiliteit fundamenteel te herzien? Voor werkgevers is het een prioriteit om op al die vragen een bevredigend antwoord te geven.”

Naast het beheer van een elektrische bedrijfswagen van a tot z, inclusief opladen, beginnen almaar meer ondernemingen hun globale mobiliteitsbeleid te herzien. Ze analyseren alle bestaande alternatieven, met name de multimodale. “En dat is uitstekend nieuws”, gaat Philippe Kahn verder. “Want het is een verplichte passage voor hun toekomst. Ik denk dat de vraag naar zo’n oplossingen steeds groter zal worden. Om daar vlot op in te spelen, zijn technologie en vooral apps een belangrijke troef."

Anticiperen om beter te dienen

Ondernemingen beginnen er meer en meer over na te denken, maar voor Arval BNP Paribas Fortis en Philippe Kahn is het al jaren een prioriteit. "We anticiperen al meer dan vijf jaar op de veranderingen die aan de gang zijn, met als doel een veel bredere mobiliteitsvisie en expertise te hebben dan alleen leasing. Vandaag hebben we trouwens een volledige afdeling die zich daar uitsluitend mee bezighoudt. Dankzij die expertise kunnen we tegemoetkomen aan en zelfs vooruitlopen op de behoeften van bedrijven. Die zitten vaak met vragen en voelen zich soms wat verloren in deze mobiliteitsrevolutie."

Een vereenvoudigde en vlottere ervaring dankzij technologie

Maar waarom en hoe speelt technologie een belangrijke rol in deze transitie naar een duurzamere mobiliteit van bedrijven? "Het maakt de ervaring van deze nieuwe mobiliteit eenvoudiger en gebruiksvriendelijker. De laatste marktontwikkelingen liggen in die lijn", antwoordt Philippe Kahn. "Dat geldt ook voor de nieuwe mobiliteitsapps die we onze zakelijke klanten voortaan aanbieden. Voor werkgevers vergemakkelijken ze het beheer van het mobiliteitsbudget dat de federale overheid invoerde. Dit budget met zijn drie pijlers is cruciaal om de mobiliteit te herdenken. Maar tegelijk hoort daar een zekere reglementaire complexiteit bij. Net om daarop in te spelen zijn we vijf jaar geleden al begonnen met de ontwikkeling van een hele reeks technologische tools die het beheer van het mobiliteitsbudget vergemakkelijken. Bijvoorbeeld om onze klanten in staat te stellen heel eenvoudig de gecombineerde keuze voor een elektrische wagen en een fiets te beheren binnen dat budget. Vanuit die innovatielogica, die gericht is op een aangename gebruikerservaring, integreren onze apps heel concreet alle facetten van de nieuwe professionele mobiliteit, toegankelijk via een smartphone. Gebruik van openbaar vervoer, deelmobiliteit, taxi's en zelfs parking, ook al behoort dat niet tot het mobiliteitsbudget: alles is op één plaats terug te vinden.”

Dit vergemakkelijkt ook het beheer van transacties. “Mobiliteitsaankopen voor een klein bedrag, zoals een busticket, worden onmiddellijk verrekend en gevalideerd. Er is geen manuele controle meer nodig. Volgens die logica moet er niets voorgeschoten of terugbetaald worden ... en hoeven dus ook geen tickets en andere aankoopbewijzen bewaard of beheerd te worden. Kortom: onze apps vereenvoudigen het mobiliteitsbudget door alle componenten op een gebruiksvriendelijke manier aan te reiken: auto, fiets, scooter, multimodaliteit, openbaar vervoer, gedeelde mobiliteit ..."

Technologie als strategische accelerator

Het innovatietraject dat Arval België uitstippelt, illustreert perfect waarom technologie een belangrijke accelerator is om nieuwe mobiliteitsstrategieën te implementeren. En uiteraard zal wat vandaag bestaat snel evolueren naar een steeds rijkere gebruikerservaring. Philippe Kahn: "Er bestaan al heel wat innoverende tools. Maar we moeten rekening houden met de Belgische complexiteit. Een van de uitdagingen is om alle betrokken actoren onder dezelfde koepel samen te brengen en het resultaat van die samenwerking in eenzelfde 'magische' app te gieten. Wat vandaag in België bestaat, heeft nog vaak een lokale draagwijdte. Zo’n beperking bestaat bijvoorbeeld niet in Nederland dankzij de OV-kaart. Ook de stedenbouwkundige realiteit van ons land is een uitdaging. Want de invoering van mobiliteitshubs buiten de grote stedelijke centra waar alle verplaatsingsmiddelen toegankelijk zijn, is niet zo gemakkelijk."

Eén ding staat vast: de transitie naar een nieuwe bedrijfsmobiliteit staat op de rails. En de nieuwe Arval Mobility App is een waardevolle tool voor onze bedrijven. "Technologische innovatie maakt het mogelijk om de reglementaire complexiteit voor werkgevers te verminderen en multimodaliteit concreet en gebruiksvriendelijk te maken voor hun werknemers", besluit Philippe Kahn.

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Arval Belgium N.V. is een dochtermaatschappij van BNP Paribas Fortis N.V.

Article

22.06.2023

Maritiem transport: focus op de impact van decarbonisatie en energietransitie

Eind mei brachten BNP Paribas Fortis en de Universiteit Antwerpen een groep experts samen om de vele uitdagingen rond de decarbonisatie van de maritieme transportsector te bespreken. Wat moet je onthouden?

De leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens werd twaalf jaar geleden opgericht en is verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij voert uitgebreid onderzoek naar concrete en innoverende manieren om een steeds veerkrachtiger – en duurzamer – maritiem ecosysteem te creëren.

Na het succes van de eerste twee grote evenementen in 2017 en 2019 besliste de leerstoel om dit jaar opnieuw een samenkomst te organiseren. Zo kwamen op 25 mei 2023 een reeks specialisten en actoren uit de haven- en maritieme sector samen in de gebouwen van BNP Paribas Fortis in Antwerpen. Daar bespraken ze de impact van decarbonisatie op het maritieme ecosysteem.

Dit zijn hun voornaamste conclusies ...

1 – We moeten een versnelling hoger schakelen

Maritiem transport is momenteel de meest koolstofzuinige vorm van commercieel vervoer, op basis van de CO₂-uitstoot per ton en per kilometer. Maar het kan beter.

Tot dusver gaven de spelers in de sector de voorkeur aan snelle winsten. Bijvoorbeeld door de schroeven van schepen te wijzigen en hun snelheid aan te passen. Maar op 25 mei kwamen de experts overeen dat het nu tijd is om te experimenteren met nieuwe brandstoffen en technologieën en te evolueren naar (bijna) emissievrije brandstoffen. Het tempo van de verandering versnelt, maar er is nog geen mirakeloplossing. De kosten (en risico's) zijn enorm.

2 – Eén en slechts één internationale regelgeving graag!

Het reglementaire kader is complex en evolueert voortdurend.

Tegen 2030 verbindt de International Maritime Organization (IMO), die afhankelijk is van de VN, zich ertoe de koolstofproductie van alle schepen met 40% te verminderen ten opzichte van 2008. En met 70% tegen 2050.

De Europese Unie verbindt zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen in het maritiem vervoer tegen 2030 met minstens 55% te verminderen, in vergelijking met 1990. Tegen 2024 zal een emissiehandelssysteem (ETS) van toepassing zijn op alle schepen van meer dan 5.000 bruto ton van en naar de havens van de EU.

Kortom: de dingen bewegen in de goede richting. Maar volgens de spelers in de sector zijn er heel wat regionale en supraregionale programma's die parallel blijven lopen. En dat brengt een administratieve en financiële overlast met zich mee.

Op 25 mei bereikten alle stakeholders een akkoord over twee punten: ten eerste is een uniek internationaal beleid noodzakelijk, aangezien het om een wereldwijde sector gaat. En ten tweede moeten spelers die de regels niet naleven, worden bestraft.

3 – De transitie naar koolstofneutraliteit 

De investering die nodig is voor de bouw van nieuwe, groenere schepen wordt geschat op 5.000 miljard dollar tegen 2050. De kosten voor de modernisering van de bestaande vloot zijn nog niet bekend, maar zullen niet min zijn ... Bovendien zal de investering om de haveninfrastructuur te vernieuwen gigantisch zijn.

4 – Grote onzekerheid over de beste brandstof en/of technologie

Wat wordt de brandstof of technologie van de toekomst? De meningen lopen uiteen.

Veel brandstofsoorten met een lage uitstoot zullen waarschijnlijk enige tijd naast elkaar blijven bestaan. Elektriciteit zal alleen worden gebruikt op kustschepen, veerboten en bepaalde trailers. Grote schepen zullen vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruiken, of methanol, ammoniak en misschien zelfs biobrandstoffen.

Het transport over lange afstanden zal in eerste instantie afhangen van de zware brandstof, eventueel met koolstofafvang en -opslag. Waterstof heeft potentieel, maar de dichtheid, opslag en manipulatie ervan roepen vragen op. Ook wind, zonne-energie en kernenergie blijven niet achter.

Maar het echte probleem vandaag is dat als het aantal schepen dat met schonere brandstoffen kan werken, effectief toeneemt, die brandstoffen nog niet voldoende internationaal beschikbaar zijn. Het aanbod ligt met andere woorden beduidend lager dan de vraag.

5 – Banken spelen een sleutelrol

Banken spelen een sleutelrol in de financiering van de energietransitie. In 2019 hebben elf financiële instellingen – voornamelijk Europese instellingen, waaronder de groep BNP Paribas – de Poseidon-principes ingevoerd, die de overgang naar koolstofarme shipping ondersteunen. Dankzij dat wereldwijde kader kan de koolstofintensiteit van bankleningen voor de maritieme sector worden gemeten en is die voor iedereen bekend. Vandaag zijn er 24 ondertekenaars, waaronder Japanse financiële instellingen. En dat is goed nieuws.

Graag meer info?

De presentaties, video's en foto's van het evenement van 25 mei 2023 zijn beschikbaar op deze pagina.

Article

02.05.2023

Waar staan we op weg naar een nieuwe mobiliteit?

Uit een mobiliteitsenquête in opdracht van BNP Paribas Fortis blijkt dat deze vraag de komende jaren een belangrijke uitdaging zal blijven. De bank is vastbesloten om haar rol op te nemen.

Uit een onderzoek over mobiliteit uitgevoerd in november 2022 bij 2000 mensen, representatief voor de Belgische bevolking, blijkt dat de overstap naar elektrisch rijden hapert. Bijna 80% rijdt vandaag nog op diesel of benzine en meer dan een derde daarvan is niet van plan zijn of haar wagen op korte termijn in te ruilen voor een milieuvriendelijker exemplaar. Toch wil bijna 50% tegen 2029 elektrisch rijden. Maar dan moeten er wel wat hindernissen weggewerkt worden. Ook de bank moet volgens twee derde van de respondenten een proactieve rol opnemen bij de transitie naar een duurzame mobiliteit.

  • Nog maar 10% van de wagens in het straatbeeld is vandaag elektrisch, hybride of rijdt op waterstof. De gebruikers ervan zijn wel zeer tevreden. Openbare laadpalen zijn een knelpunt. De meeste gebruikers hebben een eigen laadpaal. Het klimaat blijft het belangrijkste argument om over te stappen.
  • Veranderen van mobiliteitsgewoontes is niet zo eenvoudig. De switch naar elektrificatie verloopt traag en er zijn meer incentives nodig zoals fiscale maatregelen, maar vooral een verplichting van de overheid. De prijzen moeten ook omlaag, net als de praktische nadelen van rij- en oplaadtijden.
  • Als gevolg daarvan is ook het enthousiasme over nieuwe mobiliteitsinitiatieven eerder gematigd. Al heeft een app die mobiliteit combineert, vooral in grote steden, veel slaagkansen.
  • Mobiliteit en werk zijn sterk verbonden. 1 op de 3 besteedt er minstens een uur per dag aan. Telewerken is slechts een oplossing voor 50%. De andere helft van de respondenten heeft de mogelijkheid niet om af en toe thuis te werken.
  • Niet iedereen is al vertrouwd met deelauto’s, -fietsen en laadpalen. Er moet nog meer bewustzijn gecreëerd worden rond nieuwe mobiliteit.

Mobiliteitspartner

BNP Paribas Fortis wil absoluut blijven bijdragen aan een meer duurzame mobiliteit en een mobiliteitspartner zijn voor zowel professionele als particuliere klanten. Dat doen we door u goed te informeren over alle voordelen van een milieuvriendelijke overstap. Maar ook door u ondersteuning te bieden via financiering, verzekering en leasing. En tot slot willen we via innovatieve diensten een globaal antwoord bieden op de mobiliteitsbehoeften van morgen.

Article

02.05.2023

Beroepsverplaatsingen: de opmars van de fiets

Met de fiets naar het werk in plaats van met de auto? Werknemers doen het steeds vaker. Philippe Kahn, expert in mobiliteitsoplossingen, legt ons uit hoe en waarom.

In onze ambitie om onze verplaatsingen milieuvriendelijker te maken, zien we dat het gedrag stilaan verandert en bijvoorbeeld het gebruik van de fiets toeneemt, ook en vooral voor beroepsverplaatsingen. Daarover vertelt Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert bij Arval BNP Paribas Group.

Twee op de drie Belgen houden van zachte mobiliteit, vooral van fietsen

Uit de enquête 'Mobility Tomorrow & Beyond' van Profacts blijkt dat twee op de drie Belgen kiezen voor zachte mobiliteit. "Maar de grote verandering is vooral het almaar frequentere gebruik van de fiets voor beroepsverplaatsingen en woon-werkverkeer. Dat geldt ook voor wie naar school of naar het kinderdagverblijf gaat, dankzij de komst van elektrische bakfietsen op de markt", verduidelijkt Philippe Kahn.

Een gunstig reglementair kader

Maar welke elementen kunnen dat frequentere gebruik van de fiets voor beroepsverplaatsingen verklaren? "Laten we eerst even stilstaan bij de evolutie van het reglementaire kader", antwoordt Philippe Kahn. "De creatie van het federale mobiliteitsbudget opende de deuren naar een interessante alternatieve mobiliteit voor alle werknemers. Dat budget laat immers toe om binnen een fiscaal voordelig loonpakket een comfortabele bedrijfsfiets te kiezen. Het mobiliteitsbudget kan zelfs gebruikt worden om de kosten van je woning te dekken als je meer dan de helft van de tijd thuiswerkt of binnen een straal van 10 km van je werkplek woont. Het is dus bijvoorbeeld mogelijk om een bedrijfswagen te vervangen door een mix van een elektrische fiets en een tegemoetkoming in die huisvestingskosten. Daarnaast zullen twee nieuwe maatregelen vanaf 1 mei 2023 die trend nog versterken: de verhoging van de fietsvergoeding voor woon-werkverkeer naar 27 cent netto per afgelegde km, maar ook de uitbreiding van het recht op die vergoeding naar alle Belgische werknemers. Concreet betekent dit dat wie voor die verplaatsingen kiest voor de fiets, daar voortaan een substantiële beloning voor krijgt."

De investeringen in openbare infrastructuur werpen vruchten af

Er is nog een andere belangrijke reden voor het toegenomen fietsgebruik: de evolutie van de wegeninfrastructuur. Philippe Kahn: "Wat je kan overtuigen om met de fiets naar het werk te komen, is de zekerheid dat je je traject veilig aflegt. Enkele jaren geleden was fietsen naar bijvoorbeeld je werk in Brussel niet zo simpel. Maar tegenwoordig maakt de fietsinfrastructuur die trajecten steeds veiliger, onder meer dankzij de fietssnelwegen waar alleen fietsen rijden. Naast Vlaanderen en de grote steden wordt er nu ook volop geïnvesteerd in de rest van het land. De voorbije jaren is er in Brussel heel wat veranderd en ook in Wallonië begint het te bewegen.”

Eén Belg op de twee woont binnen een straal van 15 km van het werk

Ook de afstand die je aflegt om naar het werk te komen, speelt een cruciale rol in de aantrekkelijkheid van de fiets. "Eén Belg op de twee woont op maximaal 15 km van het werk, een afstand die je makkelijk met de fiets kan afleggen", voegt Philippe Kahn eraan toe. "De evolutie van de infrastructuur in combinatie met dat gegeven, maakt dat fietsen voor professionele verplaatsingen voor veel Belgen een realistische optie is. En de vergoeding van 27 cent per kilometer zal hen nog meer aanmoedigen om de stap te zetten."

Wat is het federale mobiliteitsbudget?

Dat systeem maakt het mogelijk om het budget dat oorspronkelijk aan de bedrijfswagen werd toegekend, te verdelen over drie pijlers in een loonpakket. Die drie pijlers zijn:

  • een wagen die geen of weinig CO2 uitstoot (minder dan 95 g/km), zoals een elektrische wagen;
  • duurzame vervoermiddelen, waaronder de fiets, maar in sommige gevallen ook huisvestingskosten, zoals de huur of de terugbetaling van een hypothecaire lening;
  • een cash uitbetaling van het saldo van het mobiliteitsbudget.

Dat mechanisme van het mobiliteitsbudget laat bijvoorbeeld toe om een thermische bedrijfswagen te laten vallen voor een elektrische wagen en een fiets, en dat aan dezelfde fiscaal gunstige voorwaarden, zowel voor de werkgever als voor de werknemer.

78% van de professionele leasefietsen is elektrisch

Om tegemoet te komen aan de behoeften van bedrijven en hun personeel heeft Arval fietsleasing geïntegreerd in zijn aanbod. Die 'full services' leasing dekt onder meer het onderhoud, de pechverhelping, verzekeringen of herstellingen, zoals dat gewoonlijk voor een wagen gebeurt. Philippe Kahn wijst ook graag op enkele zeer significante tendensen. "60% e-bikes en 18% speed pedelecs: in totaal is 78% van de bedrijfsfietsen die we leasen elektrisch. Ook het succes van de topfietsen valt heel duidelijk op, met een kostprijs van enkele duizenden euro's, bijvoorbeeld elektrische bakfietsen.

Vanwaar dat succes? Ongetwijfeld uit opportuniteit: met het mobiliteitsbudget of cafetariaplan van de werkgever worden dergelijke fietsen betaalbaarder. Maar dat is misschien ook een gevolg van de eigenheden van onze fiscale regelgeving: de fiscale stimulans wordt groter naarmate de fiets duurder wordt. Een andere interessante vaststelling is dat wanneer de fiets een auto vervangt, dat meestal de tweede auto van het gezin is. Een radicale vervanging van de auto door de fiets is dus nog niet aan de orde, maar door de invoering van de bedrijfsfiets kan in elk geval het totaal aantal afgelegde kilometers met de wagen verminderd worden."

Digitale toepassingen om de sprong te wagen

Tot slot wijst Philippe Kahn op een laatste element dat de fiets kan helpen om zich als professioneel vervoermiddel bij uitstek te profileren. "Ik denk dat technologie, en dan vooral digitale toepassingen, veel kunnen veranderen. We mogen verwachten dat de markt van toepassingen voor professionele fietsverplaatsingen sterk zal groeien. Het businessmodel van het huren van een elektrische fiets 'on the go' is nu al gebaseerd op een smartphoneapp. Beeld je maar eens het succes in van een app waarmee je een fietsvriendelijke route kan bepalen die veilig is en geschikt is voor beroepsverplaatsingen, en de nieuwe versnelling die dat voor dit type verplaatsingen kan betekenen", besluit Philippe Kahn.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top