De gezondheids- en economische crisis heeft alle sectoren in al hun aspecten getroffen. Onder meer de mobiliteit, zowel voor particulieren als voor bedrijven.

De mobiliteit evolueert elke dag. En deze evolutie is met de coronacrisis in een hogere versnelling geraakt. Heel wat mensen werden geïsoleerd en telewerken werd de norm in een groot deel van de wereld.
De coronacrisis heeft de bezorgdheden op het vlak van transport veranderd
Vanaf nu verplaatsen we ons niet langer op dezelfde manier. En onze bekommernissen zijn ook niet meer dezelfde. Volgens een rapport van BCG Consulting zijn de fysieke afstand en de netheid van het voertuig het belangrijkst voor respectievelijk 41 en 39% van de respondenten wanneer ze een transportmiddel moeten kiezen. Er is ook het fenomeen van de pre- en postcoronamobiliteit, aangezien de respondenten nu meer dan vóór de crisis geneigd zijn om te voet te gaan of hun eigen fiets, scooter of wagen te gebruiken.
Duurzame en alternatieve mobiliteit in de komende jaren
Het is niet zo dat de mobiliteit gewacht heeft op de coronacrisis om te evolueren. Het aandeel milieuvriendelijke voertuigen zal blijven toenemen, steeds volgens dezelfde verhouding. Tegen 2035 zullen de elektrische auto's meer dan 35% uitmaken van het aandeel nieuwe voertuigen en zal elektriciteit wereldwijd de overheersende aandrijfkracht zijn. Het aandeel zelfrijdende wagens zal ook toenemen, met 10% voertuigen van niveau 4 (die zich bijvoorbeeld zonder bestuurder kunnen verplaatsen) en 65% van niveau 2 of hoger.
Mobiliteit op maat van de werknemers, vanaf nu
De toekomst van de mobiliteit speelt ook vandaag al, met name voor de ondernemingen en de zelfstandigen. De noodzaak aan alternatieve verplaatsingsmiddelen is niet alleen voelbaar bij particulieren maar ook bij werknemers. Er is geen enkel vervoermiddel meer dat bij elke situatie past, maar we hebben wel een waaier aan mogelijkheden, afhankelijk van de behoefte van het moment. Elektrische wagens, hybride wagens, elektrische fietsen, een abonnement voor het openbaar vervoer, autodelen, leasing ... Deze middelen kunnen verschillende vormen aannemen en bijvoorbeeld worden gecombineerd in een mobiliteitskaart. Voordelig voor de medewerkers en managers van een onderneming, maar ook voor de samenleving zelf dankzij de kostenbesparing, de optimalisatie en het beheer van het wagenpark.
Ontdek onze mobiliteitsoplossingen op maat
28.01.2021
Op weg naar alternatieve mobiliteit
In een hedendaags verantwoord vlootbeheer staat duurzaamheid centraal. We helpen u uw ambities voor maatschappelijk verantwoord ondernemen te bepalen en waar te maken.
Samen verlagen we de ecologische voetafdruk van uw bedrijf, verbeteren we de mobiliteit van uw werknemers en geven we uw inspanningen een centrale plaats in de toegevoegde waarde van uw bedrijf. Kortom, we zetten in op een alternatief mobiliteitsbeleid.
Energietransitie
We helpen u om over te schakelen op alternatieve mobiliteit en nieuwe technologieën die uw ecologische voetafdruk verlagen. Onze SMaRT-benadering garandeert de beste energiemix in uw wagenpark, afgestemd op uw strategie en bestuurdersprofielen.
Alternatieve mobiliteit vergt nieuwe technologieën die hand in hand moeten gaan met nieuwe infrastructuren. Daarom bieden we niet alleen elektrische auto’s aan, maar ook de bijpassende oplaadoplossing. Via onze geïntegreerde dienstverlening bepalen we hoeveel oplaadpunten u nodig hebt, installeren we ze en beheren we het gebruik op het werk en bij de bestuurders thuis.
Zachte mobiliteit
Mobiliteitsbeheer houdt tegenwoordig meer in dan auto's of bestelwagens. Een 360°-benadering dringt zich op. Samen met u bepalen we uw mobiliteitsstrategie en -behoeften. Een groenere auto is maar een van de mogelijkheden. Met verschillende mobiliteitsbeheeroplossingen zoals de Mobility Card en alternatieve mobiliteitsoplossingen zoals fietsleasing, inspireren we u tot een flexibeler aanbod binnen uw organisatie.
Werknemers staan centraal
Als u de werknemers centraal zet, staat u sterker om bekwame medewerkers te vinden, tevreden te stellen en te behouden. Ga een stap verder dan een alternatieve mobiliteitsoplossing: neem hun veiligheid ter harte en laat hen een actieve rol spelen in het verwezenlijken van uw duurzame doelstellingen. Vertrouw op ons om hun veiligheid te verbeteren en nieuwe technologieën te integreren.
Operationele Leasing wordt aangeboden door Arval Belgium nv, met tussenkomst van BNP Paribas Fortis nv, Warandeberg 3, B-1000 Brussel, RPR
Brussel BTW BE0403.199.702.
Actie enkel geldig van donderdag 21 januari
tot en met woensdag 31 maart 2021 en voorbehouden aan de professionele
klanten (zelfstandigen, vrije beroepen en kmo’s) van BNP Paribas Fortis en
Fintro.
De hier verstrekte informatie geldt niet als aanbod. Een aanbod wordt
slechts gedaan na aanvaarding van uw dossier en zal steeds onderworpen
zijn aan de algemene voorwaarden van Arval Belgium nv.
27.01.2021
Mobiliteit, meer dan vier wielen
BNP Paribas Fortis biedt volledige mobiliteitsoplossingen aan. Soms is een vloot met alleen maar vierwielers niet genoeg voor uw mobiliteitsbehoeften.

Als betrouwbare partner kunnen wij u helpen bij elke stap – of pedaaltrap – in uw mobiliteitstraject.
Mobiliteitsanalyse en advies
Onze mobiliteitsmanagers kunnen samen met u en uw relatiebeheerder een toekomstgerichte mobiliteitsstrategie opstellen.
Eerst luisteren we naar u: wij willen uw behoeften en bekommernissen op het gebied van mobiliteit begrijpen. Dit is het vertrekpunt om tot de beste mobiliteitsoplossing voor u en uw bedrijf te komen. Wij bouwen daarbij verder op onze expertise, maar houden uiteraard ook rekening met het specifieke wettelijke en fiscale ecosysteem in België.
Nieuwe mobiliteitsoplossingen
Naast full service leasing bieden wij u ons core product aan, waarmee u toegang krijgt tot ons volledige mobiliteitsaanbod, een breed scala aan basisdiensten en diensten met toegevoegde waarde, zoals autodelen, carpoolbeheer, fietsleasing en mobiliteitskaarten. Alle mobiliteitsoplossingen en verwante diensten zoals parkeren, elektrisch opladen, brandstof, tol en carwash liggen binnen handbereik.
Beheer van uw mobiliteitsbudget
Wij helpen u en geven advies over de implementatie van het federale mobiliteitsbudget in uw bedrijf. Als dat te beperkt is voor uw specifieke behoeften en doelstellingen, kunnen we, zoals we al deden voor een aantal klanten, een gepersonaliseerde mobiliteitsbudgetoplossing ontwikkelen om uw mobiliteitskosten te beheren in lijn met het wettelijk kader.
We implementeerden al enkele kostenneutrale oplossingen op maat, waarmee onze klanten leasewagens kunnen combineren met leasefietsen of alternatieve mobiliteitsoplossingen. Het bedrijf haalt zo zijn doelstellingen terwijl het zijn verplichtingen en beloften nakomt.
Die doelstellingen kunnen gaan van een ambitieuze CO2-agenda tot een concurrerend aanbod in de talentenoorlog of een oplossing voor het gebrek aan parkeerplaatsen.
Operationele Leasing wordt aangeboden door Arval Belgium nv, met tussenkomst van BNP Paribas Fortis nv, Warandeberg 3, B-1000 Brussel, RPR
Brussel BTW BE0403.199.702.
Actie enkel geldig van donderdag 21 januari
tot en met woensdag 31 maart 2021 en voorbehouden aan de professionele
klanten (zelfstandigen, vrije beroepen en kmo’s) van BNP Paribas Fortis en
Fintro.
De hier verstrekte informatie geldt niet als aanbod. Een aanbod wordt
slechts gedaan na aanvaarding van uw dossier en zal steeds onderworpen
zijn aan de algemene voorwaarden van Arval Belgium nv.
01.12.2023
Welke steun voor uw bedrijf?
De drie gewesten van ons land voorzien in een reeks subsidies voor bedrijven en zelfstandigen die investeren. Onze experten scheppen klaarheid en helpen u bij de indiening en opvolging van uw dossier.
De modaliteiten, bedragen en voorwaarden van investeringssteun verschillen sterk van gewest tot gewest. Welke regelgeving van toepassing is, hangt af van de ligging van de exploitatiezetel waar de investeringen worden gedaan. De maatschappelijke zetel heeft daar geen invloed op en kan in eender welk land gelegen zijn. Bovendien blijft een subsidieaanvraag een vrij zwaar administratief proces. Daarom zorgen onze experts voor alle stappen, van het indienen van de premieaanvraag tot het bekomen ervan.
Uitgebreid steunpakket in Vlaanderen
Vlaanderen kent verschillende soorten subsidies toe. De belangrijkste voorbeelden daarvan zijn de strategische transformatiesteun, de ecologiepremie, de strategische ecologiesteun, de kmo-portefeuille en de groeisubsidie.
Elke vorm van steun is gericht op verschillende soorten investeringen of bedrijven. Ook het subsidieniveau varieert sterk en gaat van 8% voor een strategische investering in een groot bedrijf tot wel 50% voor consultancykosten van een kmo.
Onze experten bekijken de verschillende subsidiemogelijkheden samen met u. Vervolgens brengen ze u in contact met een specialist van VLAIO, het Agentschap Innoveren & Ondernemen in Vlaanderen, die de fakkel van ons overneemt en u verder begeleidt bij uw aanvraag.
Klassieke en ecologische steunmaatregelen in Wallonië
In Wallonië zijn de investeringssubsidies voorbehouden voor bedrijven die actief zijn in een beperkt aantal sectoren. Activiteiten die niet in aanmerking komen, zijn bijvoorbeeld de detailhandel, de transportsector of de vrije beroepen.
De modaliteiten verschillen bovendien naargelang de grootte van het bedrijf. Kleine bedrijven moeten een bedrag van minstens 25.000 euro investeren. Voor grote bedrijven gelden hogere drempels en zij moeten investeren in een ontwikkelingsgebied.
Concrete voorbeelden van investeringen voor professioneel gebruik die in aanmerking komen, zijn onder meer de aankoop of de bouw van vastgoed, de aankoop van een terrein of de aankoop van nieuw bedrijfsmateriaal.
De basispremie varieert van 4% tot 6%. Verhogingen zijn mogelijk wanneer banen worden gecreëerd, bij een innovatieve aanpak, bij diversifiëring in het buitenland enz. Voor projecten die het gebruik van duurzame energie en de bescherming van het leefmilieu bevorderen, kunt u een hogere premie krijgen tot 20%.
Merk op dat u de aanvraag moet indienen voor u een definitieve verbintenis aangaat. Investeringen waarvoor u al een offerte hebt ondertekend, kunnen dus niet meer worden gesubsidieerd.
Onze experten begeleiden uw bedrijf met plezier bij alle stappen.
De overvloedigste subsidies in Brussel
De Brusselse premie voor (im)materiële investeringen of werken kan worden toegekend in de meeste sectoren. In totaal komt ongeveer 80% van de economische activiteiten in de hoofdstad in aanmerking voor subsidies. De twee grootste uitzonderingen zijn het onderwijs en de vastgoedsector.
Om een subsidie te kunnen ontvangen, moet het investeringsproject ten minste 10.000 euro bedragen voor een beginnende ondernemer en minstens 15.000 euro in de andere gevallen, naargelang de grootte van het bedrijf. De investering moet bovendien bestemd zijn om een bestaande activiteit verder te ontwikkelen of te verbeteren. Een activiteit eenvoudigweg vervangen door een andere is niet toegestaan.
De subsidie kan oplopen tot 30% van het investeringsbedrag, met een gemiddelde van 12,5%. Het subsidieniveau hangt af van een reeks criteria, zoals starter zijn of het aantal werknemers met meer dan 30% verhogen.
In de loop van 2024 zal de hervorming van de steunmaatregelen de premies voor duurzame projecten en projecten in het kader van de circulaire economie nog verder versterken.
Ook in Brussel moet u de aanvraag indienen voor u een definitieve verbintenis aangaat. Investeringen waarvoor u al een offerte hebt ondertekend, kunnen dus niet meer worden gesubsidieerd.
En ook hier kunt u rekenen op de begeleiding door onze experten tijdens elke stap van het proces.
09.11.2023
ESG wordt wet: wat u moet weten
Experts uit 16 steden gaven op het Sustainable Future Forum hun visie. In Brussel sprak Virginie Frémat, Senior Partner bij CMS Law Tax, gespecialiseerd in ESG en verantwoordelijkheid van bedrijven.

ESG-factoren zijn in korte tijd uitgegroeid van een nichekwestie tot een strategische prioriteit op bestuursniveau in alle sectoren en rechtsgebieden.
ESG-implementatie en -rapportering is niet langer iets wat bedrijven doen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen – ze zijn er nu wettelijk toe verplicht.
Van financiële instellingen tot energiebedrijven, technologie-start-ups, kmo’s en beursgenoteerde bedrijven – alle bedrijven moeten dringend focussen op ESG.
Hoewel de impact van de ESG-reglementering onbetwistbaar is, biedt de huidige en toekomstige bedrijfs- en beleggingsomgeving nieuwe kansen. De bestaande en toekomstige ESG-reglementering gaat over het integreren van mens en planeet in de langetermijnstrategie van bedrijven. Die ontwikkeling creëert kansen voor bedrijven om meer te doen voor mens en planeet en tegelijk meer waarde te creëren voor beleggers.
Veranderend concurrentielandschap
Niet alleen overheden worden steeds veeleisender op het gebied van ESG, ook aandeelhouders en organisaties uit het middenveld laten hun stem horen. Denk maar aan de Stichting Urgenda, die de Nederlandse staat voor de rechter sleepte met de eis dat de overheid meer zou doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, en gelijk kreeg. Of de Belgische Klimaatzaak de overheid kan dwingen om actie te ondernemen op het gebied van klimaatverandering ligt momenteel voor bij het Hof van Beroep.
Het aandringen tot meer concrete, meetbare en afdwingbare ESG-initiatieven vanwege bedrijven komt van drie kanten:
- activisme van stakeholders
- Europese richtlijnen
- nationale wetgeving
Sustainable Finance Action Plan
In maart 2018 lanceerde de Europese Commissie het actieplan voor een duurzaam financiewezen. Dat heeft tot doel:
- kapitaalstromen te sturen richting duurzame beleggingen voor inclusieve groei
- financiële risico’s in verband met klimaatverandering en sociale kwesties te beheren
- transparantie en langetermijndenken in het financiewezen te bevorderen
De belangrijkste kenmerken zijn één enkel EU-classificatiesysteem (taxonomie), de verantwoordelijkheden van beleggers, benchmarks gericht op CO2-vermindering en betere duurzaamheidsrichtsnoeren, allemaal ter bevordering van een duurzamere financiële toekomst.
Richtlijn inzake niet-financiële rapportering
Om de overgang naar een duurzamere economie te ondersteunen, heeft het Europees Parlement eind 2022 de richtlijn inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (Corporate Sustainability Reporting Directive, CSRD) goedgekeurd. Dat is een uitbreiding van de richtlijn tot bekendmaking van niet-financiële informatie (Non-Financial Reporting Directive, NFRD), zowel wat betreft het aantal bedrijven dat aan de normen moet voldoen als voor het aantal thema’s waarover ze moeten rapporteren.
De NFRD is op 5 januari 2023 in werking getreden en zal uiteindelijk gelden voor ca. 50.000 bedrijven. Naast de financiële rapportering waartoe bedrijven verplicht zijn, zullen ze voortaan ook over duurzaamheid moeten rapporteren. De grootste bedrijven moeten daar als eerste mee beginnen, de kleinere volgen later. In België zijn de betreffende vereisten opgenomen in de wet van 3 september 2017, die nu deel uitmaakt van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Taxonomieverordening
De Taxonomieverordening van de EU introduceert een classificatiesysteem voor milieuduurzame economische activiteiten. Artikel 8 van de verordening legt bekendmakingsvereisten op aan bedrijven die onderworpen zijn aan de NFRD. Bedrijven worden zo verplicht informatie te verstrekken over de mate waarin ze milieuduurzame activiteiten ontplooien en over bepaalde kritieke prestatie-indicatoren.
Richtlijn duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD)
Bedrijven die onderworpen zijn aan de CSRD moeten niet-financiële informatie opnemen in hun jaarlijkse managementverslagen, met betrekking tot milieu-, sociale, mensenrechten-, anticorruptie-, antiomkopings- en diversiteitskwesties. De CSRD legt ook een beknopte beschrijving op van het businessmodel, het beleidskader, de prestaties, de belangrijkste risico’s en de niet-financiële prestatie-indicatoren van het bedrijf.
De duurzaamheidsrapportering moet gebeuren volgens de verplichte EU-normen, waarvan de eerste reeks werd gepubliceerd op 30 juni 2023; een tweede reeks inzake aanvullende en sectorspecifieke informatie komt er tegen 30 juni 2024. Bij de rapportering moet worden gewerkt met het dubbele-materialiteitsbeginsel, wat inhoudt dat er moet worden gekeken naar de impact van duurzaamheid op de bedrijven en vice versa.
De CSRD benadrukt het belang van de waardeketen, strategie, belangen van stakeholders, implementatie van duurzaamheidsbeleid en de vooruitgang op het vlak van duurzaamheidsdoelstellingen.
De richtlijn vereist bekendmaking van zorgvuldigheidsprocessen, negatieve effecten in de hele waardeketen, de maatregelen om die effecten te beperken, materiële duurzaamheidsrisico’s en relevante indicatoren.
De CSRD komt met uitvoerige rapporteringsvereisten voor grote organisaties van openbaar belang, die gedetailleerde en transparante informatie moeten verstrekken over hun duurzaamheidspraktijken en -effecten.
Corporate Due Diligence-richtlijn (CSDD)
De richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid is van toepassing op grote EU- en niet-EU-bedrijven. Ze vereist dat de bedrijven passende zorgvuldigheid betrachten en optreden wanneer ze problemen vaststellen. Er zijn sancties voor niet-naleving. De nieuwe burgerlijke-aansprakelijkheidsregeling maakt het voor personen die schade ondervinden doordat een onderneming de regels niet naleeft mogelijk om rechtstreeks een vordering in te stellen.
Voor vennootschappen opgericht naar het recht van een EU-lidstaat is de CSDD van toepassing op vennootschappen met gemiddeld meer dan 500 werknemers en een wereldwijde omzet van meer dan 150 miljoen euro in het afgelopen boekjaar. Of op vennootschappen met gemiddeld meer dan 250 werknemers en een wereldwijde omzet van meer dan 40 miljoen euro in het afgelopen boekjaar, waarbij minstens 50% van die omzet gerealiseerd werd in sectoren die als sectoren met hoog risico worden bestempeld. Sectoren met hoog risico zijn sectoren die te maken hebben met de productie van textiel, leder, landbouwproducten, voeding, mineralen en aanverwante handel.
Daarnaast introduceert de CSDD maatregelen van toepassing op kmo’s die betrokken zijn bij de waardeketens van de betrokken ondernemingen, waarbij rekening wordt gehouden met de indirecte impact op die kmo’s.
Ik heb een kmo. Wat moet ik doen?
Niet-beursgenoteerde kmo’s vallen buiten het toepassingsgebied van de CSDD en vallen dus niet rechtstreeks onder de bepalingen ervan. Beursgenoteerde kmo’s met effecten op een EU-gereglementeerde markt (met uitzondering van micro-ondernemingen) vallen echter wel binnen het toepassingsgebied van de CSDD. Zij kunnen tot 2028 gebruikmaken van een opt-out. Daarnaast wordt gewerkt aan een specifieke reeks EU-normen voor duurzaamheidsrapportering op maat van kmo’s, waar niet-beursgenoteerde kmo’s zich op vrijwillige basis aan kunnen houden.
Het is belangrijk om te weten dat kmo’s die niet rechtstreeks onder de CSDD vallen er toch mee te maken kunnen krijgen doordat ze deel uitmaken van de waardeketens van grotere bedrijven. Zowel de EU-lidstaten als de bedrijven die onder de CSDD vallen, zijn verplicht om kmo’s in die waardeketens te ondersteunen.
Ik ben bestuurder. Wat betekent dit voor mij?
De CSDD heeft niet te onderschatten gevolgen voor bestuurders van de bedrijven die eronder vallen. Bestuurders hebben een fiduciaire plicht om het succes van hun bedrijf te stimuleren, maar lopen ook tegen risico’s aan zoals strafrechtelijke en burgerlijke aansprakelijkheid en straffen. Dat geldt in het bijzonder voor beursgenoteerde bedrijven. Daarnaast kan de aandacht rond ESG en duurzaamheidskwesties aanleiding geven tot reputatieschade. De CSDD verhoogt ook de regelgevingslast voor bedrijven, zowel qua tijd als qua kosten. Bovendien is negatieve impact op de aandelenkoersen en de kosten voor verzekeringspremies van bestuurders en kaderleden mogelijk. Over artikels 25 en 26 van de CSDD, die betrekking hebben op de plichten van bestuurders van EU-bedrijven, wordt nog steeds gediscussieerd, met mogelijk verdere verduidelijkingen.