Vanaf 2018 is het btw-stelsel van toepassing op professioneel onroerend goed. Zijn daarmee complexe constructies om fiscaal voordeel te doen voorgoed verleden tijd?

Hoewel een dergelijk stelsel bij onze buurlanden wel al gold, hinkte België nog achterop. Maar niet lang meer. De onderworpenheid aan het btw-stelsel zal voortaan mogelijk zijn voor de verhuur van onroerend goed in een industriële context. Dat besliste de regering-Michel in het kader van de uitwerking van de federale begroting 2018, het beruchte “zomerakkoord 2017”.
Wat verandert er?
Concreet zal deze maatregel de bouwkosten voor de projectontwikkelaars drukken. Zij kunnen vanaf 2018 immers de 21 % btw recupereren die gefactureerd worden door een aannemer bij de bouw van een gebouw. Dat was tot nu toe – hoe vreemd het ook lijkt – niet mogelijk.
3 doelstellingen:
- Enerzijds België fiscaal aantrekkelijker maken voor ondernemingen die hun productie-eenheid of beslissingscentrum in ons land willen vestigen.
- Anderzijds zal de maatregel de administratieve en fiscale stappen vereenvoudigen. Tot nu toe waren er met de bouw en de verhuur van onroerend goed voor of aan bedrijven heel wat fiscale constructies gemoeid.
- En tot slot het gevolg waar het meest naar uitgekeken wordt: de daling van de huurprijzen.
“De maatregel zal de huurprijzen doen dalen, gezien de aanzienlijke vermindering van de belastingen op de bouw- en oprichtingskosten voor gebouwen. Bovendien zal het niet langer nodig zijn om gebruik te maken van complexe constructies voor fiscale optimalisatie.”
Johan Van Overtveldt, minister van Financiën en Bestrijding van de fiscale fraude.
Een voorbeeld
Een gebouw van 500.000 euro brengt 105.000 euro aan btw met zich mee. Vandaag wordt die 21% btw doorgerekend in de huur van het bedrijf. Binnenkort kan deze gerecupereerd worden.
Met terugwerkende kracht?
Neen. Het – niet te vergeten: optionele! – systeem betreft enkel nieuwe contracten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2018, waarbij een verhuurder een onroerend goed ter beschikking stelt van een professionele huurder. Het gaat hier dus duidelijk om een B2B-context. Voorwaarde: de persoon of de onderneming zal het onroerend goed moeten gebruiken voor professionele of industriële activiteiten die onderworpen zijn aan btw.
20.12.2024
Arval: uw mobiliteit in 2025
Corporate Sales Director Laurent Mélignon van Arval, marktleider in full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen, kijkt in de toekomst. Wat brengt 2025 voor de sector en uw mobiliteit?
Arval is een onderdeel van de Commercial, Personal Banking & Services-afdeling binnen de BNP Paribas-groep. Het speelt als marktleider een sleutelrol in het aanbieden van full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen. Vanuit die positie zit Laurent Mélignon, Corporate Sales Director van Arval, op de geknipte stoel om te kijken wat 2025 zal brengen.
Arval leidt een sector waarin heel wat in beweging is: de manier waarop ondernemingen en privépersonen over mobiliteit denken en ermee omgaan, is allang niet meer klassiek te noemen. Mélignon ziet daar verschillende oorzaken voor: “In ons land is, ten eerste, de fiscaliteit de motor van veel veranderingsprocessen. Die fiscaliteit is gelinkt aan loonkost: veel ondernemingen zien bedrijfswagens als een fiscaalvriendelijk alternatief om de verloning te maximaliseren die ze aan hun personeel gunnen. Het personeel, op zijn beurt, ervaart het als een manier om met échte, tastbare zaken vergoed te worden, zonder dat de fiscus hen daarvoor extra viseert. In die geest evolueert het fiscale kader ook in het komende jaar volop mee met de evolutie van onze maatschappij. Het federale mobiliteitsbudget en de fietsvergoeding, bijvoorbeeld, of een heel aantal opties als het cafetariaplan of het flex-incomeplan: het zijn maar enkele mogelijkheden waarmee ondernemingen hun loonpakket kunnen inzetten om medewerkers te motiveren.”
Maar de Corporate Sales Director van Arval ziet nog meer motoren van verandering rond mobiliteit. Mélignon: “Ook onze hele mobiliteitscultuur is aan het veranderen – een trend die zich in 2025 zéker zal doorzetten. De jonge generatie is veel minder gehecht aan de status waarvoor de firmawagen jarenlang heeft gestaan. Ze springen met evenveel plezier op de fiets, de bus of in de deelauto – afhankelijk, natuurlijk, van waar de onderneming is gevestigd. Tot slot zijn er ook nog macro-economische elementen die de verandering aandrijven. Dan heb ik het over het toenemende verkeersinfarct waarmee veel steden kampen, maar ook over het groeiende bewustzijn van heel veel mensen en economische spelers binnen de energietransitie. Stilaan worden we ons allemaal bewust van de nood aan groene verandering en andere mobiliteitskeuzes. Daar is allang geen twijfel meer over.”
Flexibele complexiteit
De mobiliteitsmix zal in de toekomst alleen nog maar sterker worden. Mélignon: “Daar zit een groot deel van onze missie: het zijn en blijven van een one-stop-shop, die aan ondernemingen de mogelijkheid biedt om in termen van flexibele verloning te denken. Een nieuwe werknemer, bijvoorbeeld een vrijgezel zonder gezin, heeft andere mobiliteitsnoden dan zijn of haar collega, een vrouw of man met twee kinderen en een eigen huis op het platteland of in de stad. Nu die nood almaar sterker en meer ingeburgerd wordt, vormt Arval de ideale partner om ondernemingen te voorzien van kennis en ontzorging ter zake. Wij maken het mogelijk voor werkgevers om flexibiliteit aan te bieden, door de bijgaande complexiteit voor onze rekening te nemen.”
Positieve mindset
Mélignon ziet in 2025 de omslag naar elektrische mobiliteit op volle kracht verdergaan: “Als ik kijk naar de ondernemingen, zie ik dat 80% van alle nieuwe bestellingen elektrisch is. In vergelijking met de particuliere markt, is dat enorm: daar raken we niet eens aan 20%. De elektrificatie van de Belgische vloot wordt dus voornamelijk door de ondernemingen voortgestuwd. Ik zie dat er op dit moment al aankondigingen en initiatieven zijn om het federale mobiliteitsbudget nog licht aan te passen en te verfijnen. Het zou dus kunnen dat we de komende maanden meer en meer mensen zien die hun bedrijfswagen laten staan en in dat bijgestuurde budget stappen. Ook daar wil Arval klaarstaan met een positieve mindset en heel wat knowhow, in onze rol van ‘full mobility provider’.”
Kantelpunt
Het langverwachte kantelpunt naar elektrische mobiliteit, waar de markt al zo lang op zit te wachten, zal volgens Mélignon ook gevolgen hebben voor ondernemingen. Mélignon: “We mogen in 2025 inderdaad een pak meer betaalbare modellen verwachten. Elektrisch rijden zal niet langer enkel voor de ‘happy few’ zijn. Dat is goed voor de particuliere markt, maar ook ondernemingen krijgen daardoor meer mogelijkheden. Bovendien verwacht ik dat wagens met verbrandingsmotor in prijs zullen stijgen. We krijgen die feedback vaak uit de hoek van de constructeurs. Die moeten, als gevolg van de CAFE-normen (Corporate Average Fuel Economy) die hun CO2-uitstoot reguleren, binnenkort enorme boetes betalen als ze die normen niet halen. Het is dus in hun voordeel om de markt richting elektrisch te sturen. Zij zullen hun productiecapaciteit daaraan ook aanpassen: productie na bestelling, in plaats van grote voorraden aan te leggen, wordt vanaf volgend jaar de norm in de sector.”
Toekomstscenario
Tot slot: als leasingmaatschappij ziet Arval de markt in de nabije toekomst ook opengaan richting kleinere en middelgrote ondernemingen, en richting particuliere klanten. Mélignon: “De verandering van de markt zal er volgens ons voor zorgen dat veel ondernemingen, die nu nog kiezen voor de aankoop of financiële leasing van firmawagens, zullen opteren voor operationele leasing. Daarbij zullen ze het risico rond bijvoorbeeld restwaarde aan ons uitbesteden. We vervullen daar onze rol van marktleider ten volle: wij zien dat als een scenario voor de nabije toekomst, waarop we ons nu al volop aan het voorbereiden zijn.”
11.09.2024
Ontdek onze leasingopties en laat u verleiden door onze topdeal
U wilt graag een bedrijfswagen huren, maar weet niet goed welke mogelijkheden er zijn? Hieronder zetten we alle leasingopties voor u op een rij. Zo ontdekt u welk type leasing het best bij u past. Bovendien kunt u tot 30 november 2024 een topdeal sluiten met onze partner Arval voor de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé tegen een zeer voordelige all-inprijs.

Financiële of operationele leasing?
Zowel voor financiële als operationele leasing geldt dezelfde logica: u betaalt huur aan een leasingmaatschappij voor een bepaalde periode, meestal vier of vijf jaar. Bij beide formules is de leasingmaatschappij de wettelijke eigenaar van de wagen. Maar u hebt wel een aankoopoptie aan het eind van het contract. Bij een financiële leasing is het bedrag van de aankoopoptie bekend van bij het begin van het contract. Bij een operationele leasing wordt het bedrag aan het eind van het contract bepaald op basis van de marktwaarde van de wagen.
De formule ‘inclusief diensten’
Dat is een van de grote voordelen van een operationele tegenover een financiële leasing: taksen, (omnium)verzekering, onderhoud en kosten (behalve brandstof) zijn inbegrepen in de huurprijs. Bovendien krijgt u extra diensten zoals zomer- en winterbanden, pechverhelping en een vervangwagen. U betaalt een bepaald bedrag per maand en hoeft verder niets meer te regelen. Kortom, u rijdt zonder zorgen: alles is betaald, behalve de brandstof.
Fiscale gevolgen?
De aankoopoptie heeft fiscale gevolgen: bij een financiële leasing schrijft u het investeringsgoed af en brengt u de interesten fiscaal in. De wagen staat op uw balans geboekt als actief. Bij een operationele leasing brengt u de volledige huurprijs in als kosten. In beide gevallen zijn er fiscale aftrekbeperkingen en moet u mogelijk rekening houden met het beroepsmatige gebruik van de wagen. Ook niet onbelangrijk: de btw wordt maandelijks betaald op de huurprijs en dus niet in één keer. Zo houdt u uw kredietlijnen vrij voor andere investeringen.
Laat u verleiden door onze topdeal
Tot 30 november 2024 hebben we een uitzonderlijk aanbod: u kunt de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé operationeel leasen tegen een voordelige en exclusieve prijs, inclusief alle diensten.
Benieuwd? U vindt alle details op deze pagina
Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.
10.06.2024
Elektronische facturatie tussen bedrijven wordt verplicht
Het wetsontwerp dat die verplichting wil invoeren in ons land, ligt momenteel voor bij het federaal parlement. Na de goedkeuring van het ontwerp, gaat de verplichte ‘B2B e-invoicing’ in vanaf 1 januari 2026. Onze experts leggen uit waarom België de nieuwe regels wil invoeren, wat de gevolgen zijn voor uw onderneming en hoe we u voortaan nog beter kunnen helpen.
“Het wetsontwerp sluit aan bij internationale ontwikkelingen en initiatieven op Europees vlak”, steekt Nicolas De Vijlder, Head of Beyond Banking bij BNP Paribas Fortis, van wal. “Europa streeft naar een geharmoniseerde digitale standaard. Een gestructureerde elektronische facturatie tussen bedrijven moet ook de administratieve lasten rond facturen verlagen, waardoor bedrijven efficiënter kunnen werken en hun concurrentiekracht verhogen. Door de btw-aangifte te automatiseren, kan de overheid bovendien belastingfraude tegengaan. En ze kan haar economisch beleid aanpassen op basis van meer kwalitatieve gegevens.”
Geen revolutie maar evolutie
“De nieuwe regulering is niet zozeer een revolutie maar wel een evolutie”, vult Erik Breugelmans, Deputy Managing Director bij BNP Paribas Factoring Northern Europe, aan. “De digitalisering neemt toe in alle domeinen van de samenleving. Kijk maar naar de stijging van het elektronische betaalverkeer en de bijkomende verplichtingen van de voorbije jaren rond elektronische facturatie naar de overheid toe. In dat opzicht is het wetsontwerp voor een verplichte elektronische facturatie tussen bedrijven een logische volgende stap. Onze bank wil zeker meewerken aan dat proces, al is het niet de bedoeling dat we de taak van de boekhoudprogramma’s of fintechs overnemen. We staan wel klaar om onze klanten te helpen op het gebied van betalingen en financieringen.”
De impact op bedrijven
“Klanten moeten zich ervan bewust zijn dat de nieuwe regelgeving een impact zal hebben op zowel interne als externe processen”, gaat Erik Breugelmans verder. “Het gros van de Belgische bedrijven is vooral internationaal gericht, waardoor de invoering van de elektronische facturatie complexer zal zijn dan voor bedrijven die op een interne markt terugvallen. Aangezien de wet in één beweging zal worden uitgerold, is het belangrijk om op tijd te starten met de voorbereidingen.”
“De nieuwe regelgeving heeft niet alleen gevolgen voor de boekhoudafdeling van een bedrijf, maar ook voor zijn IT-afdeling”, benadrukt Nicolas De Vijlder. “Vormvereisten worden zeer belangrijk, anders werkt het automatische proces niet. Het grote voordeel van een doorgedreven automatisering is wel dat alles sneller en efficiënter kan verlopen. De tijd tussen het versturen en betalen van een factuur wordt korter en kasstromen worden beter voorspelbaar. Bovendien neemt de kans op fouten af en wordt het risico op fraude kleiner, aangezien alle transacties langs een beveiligd kanaal passeren.”
Klaar om u nog beter te begeleiden
“Dankzij de doorgedreven digitalisering als gevolg van de nieuwe regelgeving, zullen we betalingen verder kunnen optimaliseren”, besluit Erik Breugelmans. “Het is onze rol als bank om de vorderingen van onze klanten zo snel en vlot mogelijk te financieren. Zo kunnen ze eenvoudiger beschikken over hun werkkapitaal. Bovendien hebben we al een heel proces doorlopen op het vlak van automatisering op grote schaal, waardoor we ons snel kunnen aanpassen aan de nieuwe regels. We kunnen ook een beroep doen op de expertise van de BNP Paribas-groep. Die ontwikkelt momenteel een e-invoicing-oplossing voor grote bedrijven.”
Meer weten?
Beluister de aflevering over B2B e-invoicing.
30.04.2020
#SamenSterk Biogazelle vecht mee tegen het coronavirus
In de gezamenlijke strijd tegen het coronavirus levert Biogazelle titanenwerk. Het Gentse biotechbedrijf ontwikkelde in een recordtempo een detectietest om besmettingen op te sporen.

Biogazelle biedt al sinds 2007 ondersteuning aan de farmaceutische en medische industrie. Het bedrijf ontwikkelt revolutionaire technieken om onder andere nieuwe ziektes te detecteren. Daarbij vermenigvuldigt het analyseerbare monsters uit zeer kleine hoeveelheden genetisch materiaal.
“In amper tien dagen tijd hebben we een uiterst gevoelige coronadetectietest op poten gezet”, zegt CEO Mieke Van Acker. “Onze snelheid en flexibiliteit hebben de grote farmabedrijven alvast overdonderd. We zijn gestart met 2.000 tests per dag, en intussen werd dat aantal al flink opgedreven. Maar onze limiet is nog lang niet bereikt.”
Ongeziene samenwerking
Om de capaciteit nog verder op te drijven, heeft Biogazelle zopas geïnvesteerd in een robot. “Die zal zeer binnenkort bepaalde manuele handelingen automatiseren”, legt de CEO uit. ‘Momenteel gebeurt het deactiveren van het virus nog handmatig. Door deze stap in het proces te robotiseren, verhoogt de efficiëntie gevoelig.”
Biogazelle maakt deel uit van een consortium over corona dat door minister Philippe De Backer werd samengesteld. Daarin zetelen ook onder meer drie grote farmabedrijven en een universiteit. “Samen slaan we de handen in elkaar om de testcapaciteit in ons land verder te verhogen”, zegt Mieke Van Acker. “Zo’n samenwerking is ongezien.”
Elke schakel is cruciaal
Volgens Van Acker is elke schakel even cruciaal. “Wijzelf worden bijgestaan door de Universiteit Gent, UZ Gent en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. We krijgen ook hulp van vrijwilligers, en sectorgenoten hebben al testapparatuur aangeboden.
Maar ook de financiële ondersteuning van BNP Paribas Fortis is even waardevol als het wetenschappelijke aspect.” Die financiële ondersteuning bestaat uit een kredietlijn en een leasingovereenkomst. Biogazelle zal daarnaast ook gebruikmaken van BNP Paribas Fortis Factor, een reeks oplossingen die toegespitst zijn op het optimaliseren van het werkkapitaal en de daaruit voortvloeiende financieringsbehoeften.